Shutterstock

Reptielen heersten in ijstijd in Australië

Enorme slangen, komodovaranen en krokodillen stonden de ijstijd in Australië boven aan de voedselketen, blijkt uit nieuw onderzoek van fossielen die de laatste 15 jaar zijn verzameld.

In de laatste ijstijd werd de aarde gedomineerd door megafauna – grote zoogdieren. Maar in Australië stonden de reptielen boven aan de voedselketen.

Dat blijkt uit onderzoek van fossielen die de afgelopen 15 jaar zijn verzameld.

Paleontologen van The University of Queensland in Australië onderzochten de fossielen en concluderen dat Australië in de ijstijd heftige veranderingen doormaakte, die radicaal ingrepen op de fauna.

Enorme reptielen stonden boven aan de voedselketen

Tot 40.000 jaar terug waren de grootste roofdieren reuzenslangen, landkrokodillen met lange poten en 200 kilo zware komodovaranen.

Klimaatverandering werd de grote reptielen echter uiteindelijk fataal.

In de Australische ijstijd stonden grote reptielen, zoals komodovaranen, boven aan de voedselketen. Ze werden opgevolgd door roofdieren die de mens meenam.

© SPL

Toen zij verdwenen, waren er alleen nog kleinere roofdieren over, zoals de buidelwolf en de Tasmaanse duivel.

Daardoor raakte het ecosysteem uit balans en werd het dierenleven zeer kwetsbaar voor de zoogdieren die de mens meenam.

Wolf verdreef verschillende soorten

Circa 5000 jaar geleden bracht de mens de dingo, een hondachtige wolf, van Azië naar Australië. Die verdreef de buidelwolf en de Tasmaanse duivel al snel.

De vleesetende buideldieren en de prooidieren kregen het nog moeilijker toen de Europeanen een paar eeuwen geleden de kat en de vos invoerden.

Die intelligente roofzoogdieren konden de minder geavanceerde buideldieren makkelijk de baas, en veel inheemse soorten werden uitgeroeid.

Naar schatting is Australië door de komst van de kat en de vos in 200 jaar zo’n 30 soorten kwijtgeraakt, en de basis voor die ecologische ramp is waarschijnlijk al gelegd toen de grote reptielen in de ijstijd verdwenen.