Reuzenpinguïn van 60 kilo in de tropen
Een oerpinguïn die twee keer zo zwaar was als de keizerspinguïn verandert de familie-evolutie

Een Peruaanse reuzenpinguïn van circa 36 miljoen jaar oud laat ons weten dat pinguïns op een andere manier en in een andere tijd dan we dachten, vanuit de lucht het water in gingen. Voor het eerst is een versteende pinguïn gevonden met intacte veren, en daaraan lezen we af dat de schubachtige veren vroeg zijn ontwikkeld, maar ook dat de vogels lange tijd grijs en roodbruin waren; ze kregen hun karakteristieke zwart-witte pak pas heel laat.
De Inkayacu paracasensis (ofwel de waterkoning van Paracas) was een reuzenpinguïn van anderhalve meter lang en ruim 60 kilo zwaar, bijna twee keer zo zwaar als de grootste pinguïn van nu, de keizerspinguïn, en verder was zijn snavel stukken langer.
Het fossiel dook op in de droge woestijn Reserva Nacional de Paracas in Peru, wat betekent dat de pinguïns zich ontwikkelden in warm water bij de evenaar en niet in de Antarctische kou, zoals altijd werd gedacht.