Mammoet stortte genetisch in
De laatste mammoeten hadden een aantal schadelijke genetische mutaties, waardoor ze hun koude leefomgeving niet meer aankonden. Dat blijkt uit nieuw onderzoek uit de VS.

Hij staat bekend als een grote, trotse reus uit de oertijd met meterslange slagtanden en een dikke vacht, die bestand was tegen de laagste temperaturen.
Er zijn echter aanwijzingen dat ons beeld van de wolharige mammoet, die slechts 4000 jaar geleden nog op deze aardkloot rondliep, niet klopt. In elk geval niet van zijn laatste levensjaren.
Amerikaanse onderzoekers hebben namelijk ontdekt dat een deel van de laatste mammoeten kampte met de gevolgen van schadelijke genetische mutaties, waardoor hun uiterlijk veranderde en er uiteindelijk weinig van ze overbleef.
Mammoet was een wrak
Door de mutaties raakte de wolharige mammoet onder andere zijn geurreceptoren kwijt, waardoor hij moeilijker feromonen kon ruiken en een partner kon vinden. Waarschijnlijk werd het dier ook schuwer ten opzichte van de rest van de kudde.
Daarnaast kreeg de mammoet door mutaties op het gen FOXQ1 ernstige spijsverteringsproblemen en werd zijn vacht dun en zacht.
‘Op het laatst was de mammoet een genetisch wrak,’ aldus evolutionair bioloog Beth Shapiro.
Een Griekse tragedie
‘Je zou kunnen zeggen dat er een Griekse tragedie in het DNA van die arme mammoet is geschreven,’ zegt evolutionair geneticus Rebekah Rogers van de University of North Carolina.
Zij en haar collega’s vergeleken het DNA van twee wolharige mammoeten, die 40.000 jaar na elkaar leefden.
Bij de jongste mammoet werd een groot aantal schadelijke mutaties vastgesteld, die het uitsterven hebben versneld – waarschijnlijk als gevolg van de kleine populatie.