Wetenschappers willen de mammoet tot leven wekken
Zo’n 4000 jaar geleden stierf de laatste mammoet op een klein eiland in Noord-Siberië, maar wellicht zien we deze gigant binnenkort weer terug.
In 2019 namen wetenschappers van de Kindai University in Osaka ruggenmerg en spierweefsel af van een 28.000 jaar oude mammoet. Deze mammoet, Yuka, werd opgegraven bij Yukagir in het noordoosten van Siberië.
De wetenschappers wisten de best bewaarde celachtige structuren te redden om ze daarna in te brengen in eicellen van muizen. De cellen vertoonden vervolgens enige mate van activiteit, wat de eerste stap is van celdeling.
Uiteindelijk werden er nog geen mammoetcellen gevormd, maar de onderzoekers vonden dit een ‘aanzienlijke stap richting de herintroductie van de mammoet’.

Yuka is ’s werelds best bewaarde mammoetfossiel. Uit analyses van de haren en slagtanden is gebleken dat de mammoet zes tot acht jaar oud was, toen deze zo’n 28.000 jaar geleden stierf. In 2019 plaatsten Japanse wetenschappers celkernen van het mammoetfossiel in eicellen van muizen.
De Amerikaanse moleculair geneticus George Church van Harvard University hoopt dat hij de laatste stap kan zetten om de wolharige mammoet weer terug te brengen.
In 2015 lukt het George Church en zijn onderzoeksteam om DNA van een mammoet in een cel van een olifant in te brengen, dankzij de CRISPR-techniek voor het bewerken van genomen.
‘Ons doel is het creëren van een hybride olifant/mammoetfoetus. Het wordt een olifant met mammoetkenmerken,’ zei George Church hierover. De afgelopen jaren heeft hij nieuw DNA-materiaal van goed geconserveerde mammoeten verzameld en hij verwacht dat de mammoet al voor 2030 tot leven kan worden gewekt.
Zo komt de mammoet tot leven
Het is Amerikaanse onderzoekers al gelukt om DNA van een mammoet te koppelen aan dat van een Indische olifant. De volgende stap is om een levensvatbare foetus te creëren die zich in een draagmoeder kan ontwikkelen.

Voeg mammoet- en olifant-DNA samen
Genen die de mammoet zijn speciale kenmerken geven (roze), worden uit een mammoetfossiel onttrokken met de CRISPR-techniek en in huidcellen van een olifant geplaatst (oranje cel).

Maak hier zaad- en eicellen van
Er wordt een retrovirus (groene bolletjes) aan de huidcellen toegevoegd. Het virus verandert de huidcellen in zogeheten pluripotente stamcellen (blauwe cel), die worden gestimuleerd met hormonen en eiwitten (blauwe bolletjes), zodat ze zich ontwikkelen tot zaad- en eicellen (roze cel).

Plaats een bevruchte eicel in een draagmoeder
De eicellen worden bevrucht met zaadcellen en het eitje wordt in de baarmoeder van een levende olifant geplaatst. 22 maanden later baart de draagmoeder een hybride mammoet-olifant.
Het DNA-materiaal om de uitgestorven mammoet weer tot leven te wekken is voornamelijk afkomstig uit de permafrost in Siberië.
Hier liggen miljoenen mammoetfossielen begraven in een dikke laag ijs. Het ijs heeft de biologische processen die normaliter optreden na de dood, afgeremd. Daarom zijn deze fossielen in buitengewoon goede staat.
Wanneer leefde de mammoet?
De eerste mammoeten ontstonden zo‘n vier miljoen jaar geleden als ondersoort van de Afrikaanse olifant. Een miljoen jaar later migreerde de mammoetsoort M. rumanus van Afrika naar Europa en uiteindelijk zelfs naar Azië en Noord-Amerika. Hier ontstonden nieuwe mammoetsoorten die zich aanpasten aan de lagere temperaturen.
De laatste en meest bekende mammoetsoort was de wolharige mammoet, die een miljoen jaar geleden in Centraal-Azië en Centraal-Europa verscheen.
De wolharige mammoet woog tussen de vijf- en zesduizend kilo en was drie tot vier meter hoog. Dit is vergelijkbaar met een Afrikaanse mannetjesolifant. Het verschil met zijn Afrikaanse achterneef was echter dat de mammoet een dikkere vetlaag en een lange, dikke vacht had. Dit zorgde ervoor dat hij de warmte beter kon vasthouden in de bittere kou.

De wolharige mammoet had een lange vacht die bestond uit haren die vier tot zes keer zo dik waren als mensenharen. Dicht op het lichaam had de wolharige mammoet nog een laag isolerende wol, die bestond uit haren van zo’n tien centimeter lang.
Wanneer stierf de mammoet uit?
De meeste mammoeten verdwenen tegen het einde van de laatste ijstijd, zo’n 10.000-12.000 jaar geleden.
Uit onderzoek is gebleken dat wolharige mammoeten gebukt gingen onder een combinatie van twee factoren. De eerste was een kleiner leefgebied. Dit werd veroorzaakt door klimaatveranderingen, waardoor het ijs zich terugtrok en voedzame kruiden verdwenen. De tweede factor was de toegenomen jacht.
Het is niet duidelijk of er veel op mammoeten werd gejaagd, maar we weten wel zeker dat de mammoet op de zwarte lijst stond. Tijdens een onderzoek in 2019 vonden archeologen in Mexico namelijk 824 mammoetbotten in een door mensen opgezette val.
Op andere fossielen zijn verwondingen door bijvoorbeeld speren aangetroffen. Dit versterkt het vermoeden dat de mens heeft bijgedragen aan de bezegeling van het lot van de mammoet.

De slagtanden van de mammoet waren meterslang
Een van meest karakteristieke kenmerken van de mammoet zijn de twee enorme slagtanden. Deze konden wel vier meter lang worden en de mammoet gebruikte ze onder andere om de grond mee om te woelen op zoek naar eten en om zijn territorium te verdedigen.
Door de slagtanden van een vrouwtje te analyseren konden wetenschappers achterhalen hoeveel jongen ze had gehad. De slagtanden van een mammoet groeiden namelijk minder snel tijdens de dracht.
Siberisch eiland was het laatste bolwerk van de mammoet
Op het eiland Wrangel – een Russisch eiland in de Oost-Siberische Zee – wist een kleine kudde wolharige mammoeten nog te overleven tot 2000 v.Chr.
Het eiland maakte deel uit van de grote Beringlandbrug die Siberië met Alaska verbond en dus ook Azië met Noord-Amerika. Toen aan het einde van de ijstijd enorme hoeveelheden landijs smolten, werd de Beringlandbrug overspoeld en raakte Wrangel geïsoleerd, inclusief de aanwezige mammoeten.
Volgens Amerikaanse wetenschappers van de University of North Carolina stierven de laatste mammoeten door een reeks schadelijke genetische mutaties, vermoedelijk het gevolg van inteelt.
Als gevolg van de mutaties kregen de mammoeten uiteindelijk een dunnere vacht, spijsverteringsproblemen en een verminderd reukvermogen, waardoor ze problemen hadden met het opvangen van feromonen en het vinden van een partner.
Wedergeboorte van de mammoet kan grote schade aanrichten
We zijn nu duizenden jaren verder en wetenschappers gooien een reddingsboei naar de uitgestorven mammoet in de vorm van gentechnologie en DNA-onderzoek. De vraag is echter of het wel verstandig is om voor God te spelen en deze oude giganten weer tot leven te wekken.
Diverse biologen vrezen dat de herinvoering van de mammoet tot nieuwe ziekten kan leiden en dat in het ergste geval andere diersoorten het loodje leggen.
Zoals de professor in Steven Spielbergs kaskraker Jurassic Park al zei tegen de wetenschappers achter de catastrofale wedergeboorte van de dinosauriërs in het park: ‘Ze hielden zich zo bezig met wat ze konden, dat ze zich niet afvroegen of dat wel moest.’

5 uitgestorven dieren die wetenschappers (ook) tot leven willen wekken
De mammoet is niet het enige dier dat een comeback kan maken met behulp van genetische manipulatie. Onderzoekers willen deze vijf dieren ook terughalen.
Noordelijke witte neushoorn
Habitat: Afrika
Uitgestorven: 2018
Hoewel Sudan, het laatste mannetje van de noordelijke witte neushoorn, in 2018 stierf, proberen onderzoekers het bestand nog steeds te herstellen. Door middel van kunstmatige inseminatie willen ze eitjes van de twee nog overgebleven vrouwtjes bevruchten met ingevroren sperma van Sudan en andere reeds gestorven mannetjes.
Vervolgens willen de onderzoekers de eitjes inbrengen bij vrouwtjes van de nauwverwante zuidelijke witte neushoorn en die als draagmoeder voor nieuwe neushoornjongen gebruiken. De nog levende noordelijke vrouwtjes kunnen namelijk geen zwangerschap voldragen.
In 2020 slaagden onderzoekers erin drie levensvatbare embryo’s te kweken uit vijf eitjes van een van de vrouwtjes. De embryo’s zijn ingevroren tot de onderzoekers klaar zijn om ze bij zuidelijke witte neushoorns te plaatsen.
Intussen proberen ze hetzelfde succes te bereiken met eitjes van het andere vrouwtje.
Dodo
Habitat: Mauritius
Uitgestorven: 1662
De dodo is een prehistorische vogel, die wel vleugels had maar niet kon vliegen. Hij had een karakteristieke kromme snavel en was volgens beschrijvingen niet bang voor mensen. Wetenschappers denken dat de onbevreesdheid van de dodo zijn ondergang werd, omdat hij daardoor een makkelijke prooi was voor de mensen in die tijd, die de bijzondere vogel graag aten.
Er is meerdere keren geopperd om de dodo terug te brengen, en onderzoekers hopen dit te kunnen doen door oud dodo-DNA aan fossielen te onttrekken en de vogels te klonen met behulp van verwante dieren die nu leven.
Trekduif
Habitat: Noord-Amerika
Uitgestorven: 1914
Door jacht en verwoesting van habitats stierf in 1914 de laatste trekduif, Martha, in een Amerikaanse dierentuin.
Maar onderzoekers van de non-profitorganisatie Revive and Restore zijn bezig een nieuwe generatie van trekduiven te creëren door de genen van duiven van nu te wijzigen.
Volgens de hoofdonderzoeker van de organisatie kunnen de nieuwe trekduiven vóór 2025 klaar zijn om te vliegen.
Heidehoen
Habitat: Verenigde Staten
Uitgestorven: 1932
Het heidehoen was een ondersoort van het huidige prairiehoen en stierf net als de trekduif uit als gevolg van jacht en verwoesting van habitats. De overheid probeerde jarenlang het bestand te beschermen en te vergroten, maar ondanks meerdere initiatieven lukte dit niet.
Uit latere onderzoeken bleek dat de vruchtbaarheid van de mannetjes door inteelt zozeer was verminderd dat het lot van het heidehoen waarschijnlijk lang voordat het laatste exemplaar stierf al was bezegeld.
Net als bij de trekduif probeert de Amerikaanse organisatie Revive and Restore ook het heidehoen terug te brengen in het Noord-Amerikaanse landschap. Het project is echter nog in de opstartfase.
Moa
Habitat: Nieuw-Zeeland
Uitgestorven: 1530
De moa was een loopvogel die eeuwen geleden werd uitgeroeid. Net als de huidige struisvogel kon de moa niet vliegen, en aangezien zijn naam ‘eetbare vogel’ betekent in het Polynesisch, was hij waarschijnlijk een voedselbron voor de mens.
In 2019 zetten onderzoekers de eerste stap om de grote vogel terug te brengen. Op basis van een teenbotje slaagden ze erin delen van de genetische informatie, het genoom, van de kleine moasoort Anomalopteryx didiformis samen te stellen.
Het onderzoek is in afwachting van collegiale toetsing.