Shutterstock

Hersenen van prehistorische aap waren klaar om te groeien

Het bloedvatenstelsel in de schedel van de Australopithecus was ver genoeg ontwikkeld om grotere hersenen van zuurstof en energie te kunnen voorzien.

Ruim 3,6 miljoen jaar geleden leefde er een zuidelijke aap in het huidige Zuid-Afrika.

Ze liep net als wij rechtop, op twee benen, en behoorde tot een van de vroegste bekende takken van onze stamboom, de zogeheten Australopithecus.

Onderzoekers doopten haar ‘Little Foot’, en nu hebben ze dankzij scans van de binnenkant van de schedel inzicht verworven in haar hersenen.

Het bloedvatennetwerk in de schedel van de Australopithecus was ver genoeg ontwikkeld om grotere hersenen van zuurstof en energie te kunnen voorzien.

© WITS UNIVERSITY

Little Foot had net als apen een grotere occipitale kwab dan wij. Een belangrijke taak van de occipitale kwab is het verwerken van visuele indrukken.

De pariëtale kwab is juist kleiner dan bij ons. Hier zetelt het centrum voor taalbegrip. De taal is een cruciaal element voor het succes van onze soort, en we hebben in de evolutie dus een deel van het gebied voor visuele indrukken opgegeven ten behoeve van een groter gebied voor taalbegrip.

Overeenkomsten met de mens

De belangrijkste gelijkenis tussen onze hersenen en die van Little Foot, is dat ze asymmetrisch zijn. Elke helft is gespecialiseerd, waardoor een gebied in de ene hersenhelft anders werkt dan het overeenkomstige gebied in de andere helft.

De scans laten ook zien dat het netwerk van bloedvaten rond de hersenen van Little Foot op dat moment al was toegerust om veel grotere hersenen van zuurstof en energie te kunnen voorzien.