NEFU/The Siberian Times

Complete holenbeer opgedoken uit permafrost

Voor het eerst hebben paleontologen een goed bewaarde holenbeer in handen, een dier dat in de laatste ijstijd uitstierf.

Er is een droom uitgekomen voor paleontologen die onderzoek doen naar de grote zoogdieren van de ijstijd, de megafauna, die 10.000-40.000 jaar geleden uitstierven.

Op een eilandje ten noorden van Oost-Siberië is een goed bewaarde holenbeer tevoorschijn gekomen uit de permafrost. Daardoor kan voor het eerst zacht weefsel van de beer worden onderzocht, en niet alleen botten.

De holenbeer is zo goed geconserveerd dat alle zachte delen, van de neus tot de organen, intact zijn.

© NEFU/The Siberian Times

De beer wordt nader bestudeerd door onderzoekers van de North-Eastern Federal University in Rusland. Zij zullen de vondst dateren en het DNA van de beer in kaart brengen. Als dat lukt, kunnen bepaalde raadsels over de holenbeer worden opgelost.

DNA kan grootte bestand onthullen

Allereerst willen de onderzoekers weten hoe nauw de holenbeer verwant is aan de nu levende bruine beer. Paleontologen denken dat beide soorten een gezamenlijke voorouder hadden, die 1,2 tot 1,4 miljoen jaar geleden leefde.

De bevroren beer werd door een rendierenhoeder op het eiland Groot-Ljachovski boven Oost-Siberië gevonden (rode cirkel).

© NEFU/The Siberian Times & Shutterstock

De analyses laten mogelijk ook zien hoe groot het bestand van holenberen was toen het Siberische exemplaar leefde.

Door DNA uit de chromosomen die de beer van beide ouders kreeg te vergelijken, kunnen de onderzoekers erachter komen hoe groot de genetische variatie was en of het bestand door inteelt werd bedreigd.

Dat kan helpen ophelderen waarom de holenbeer uitstierf, waarschijnlijk 15.000 tot 20.000 jaar terug.

© Roman Uchytel/Prehistoric Fauna

3 feiten over de holenbeer

Grootte: 3,5 m hoog staand op de achterpoten. Een mannetje kon ruim 1000 kilo wegen.

Verspreiding: Van Spanje en Engeland tot aan Siberië in het oosten. In Europa zijn de meeste resten gevonden.

Leefwijze: Gebitsanalyses duiden erop dat de beer bijna alleen planten at.

Eén theorie luidt dat de beer werd bejaagd door de mens, die 40.000 jaar geleden zijn leefgebied binnendrong.

Volgens een nieuwere theorie van onderzoekers van de Duitse universiteit van Tübingen werd het dier dakloos en stierf het uit doordat de mens zijn grotten overnam.

Ook klimaatverandering kan de boosdoener zijn, doordat de vegetatie zo snel veranderde dat de beer zich niet kon aanpassen.