De naam van het gebied betekent de Zwarte Drakenrivier, en daarom hebben wetenschappers de schedel ’de drakenman’ genoemd.
Bijna 80 jaar na de vondst overhandigde een kleinzoon van de boer de schedel aan de universiteit.
Zijn grootvader had de schedel in een put verstopt om te voorkomen dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in handen van de Japanners zou vallen, legde hij uit.
Nieuwe mensensoort lijkt op een mix
Wetenschappers hebben nog geen DNA uit het fossiel geëxtraheerd, maar hebben wel de structuur van de schedel vergeleken met die van andere mensensoorten in een zogeheten fylogenetische analyse.
De drakenman wijkt genoeg af van andere steentijdmensen om de stamvader te kunnen zijn van een nieuwe soort, die de onderzoekers Homo longi hebben gedoopt.
Net als Homo sapiens heeft de nieuwe soort een relatief grote hersenkamer en een kort gezicht.
Maar Homo longi heeft ook kenmerken gemeen met andere soorten, zoals de Neanderthaler, de Denisova en de Homo heidelbergensis, met name een lange, lage hersenpan, dikke wenkbrauwen, grote kiezen en bijna vierkante oogkassen.
Volgens onderzoekers vertakte de Homo longi zich rond 949.000 jaar geleden van de stamboom van de moderne mens, terwijl de Neanderthalers minstens 50.000 jaar eerder aan hun eigen ontwikkeling begonnen.
De drakenman heeft dus veel langer voorouders gedeeld met Homo sapiens en moet dus dichter bij ons hebben gestaan dan de Neanderthalers.
Drakenman deed het met andere steentijdmensen
Neanderthalers, Denisova en Homo heidelbergensis leefden allemaal in het Midden-Pleistoceen, dat 789.000 jaar geleden begon en 130.000 jaar geleden eindigde.
Met een ouderdom van minimaal 146.000 jaar leefde de drakenman gelijktijdig met de drie bekende voorouders van onze soort.
En zijn vele gemeenschappelijke kenmerken met andere prehistorische mensen bewijzen dat steentijdmensen het deden met allerlei soorten, aldus de onderzoekers.
Zo kan de drakenman het bewijs zijn tegen de zogeheten Out of Africa-theorie, die stelt dat alle mensensoorten in Afrika zijn ontstaan en vervolgens naar de rest van de wereld zijn gemigreerd.
De ontdekking van de drakenman – en eerder van de Denisova – duidt erop dat verschillende steentijdmensen in verschillende gebieden zijn ontstaan en vervolgens contact met elkaar hadden.