Uit een grootschalige DNA-inventarisatie in IJsland blijkt dat de mysterieuze Denisovamens, die 40.000 jaar geleden samen met de Neanderthalers uitstierf, wijdverbreider was dan tot nu toe gedacht.
Het onderzoek werd uitgevoerd door onder meer de universiteit van Aarhus, Denemarken en deCODE Genetics, en bekeek erfelijk matriaal van 27.566 mensen.
De wetenschappers doorzochten het volledige genoom van de IJslanders, wat de studie grondiger maakt dan andere waarbij vreemd DNA bij mensen van nu is aangetroffen.
Zoals verwacht troffen de onderzoekers bij de IJslanders sporen aan van Neanderthaler-DNA, dat ook bij andere Europeanen voorkomt.
Verrassender is dat er ook sporen van Denisova-DNA zijn gevonden, waardoor ons beeld van de verbreiding van deze soort moet worden bijgesteld.
Denisova deed het met onze voorouders
Tot nu toe is er alleen Denisova-DNA aangetroffen bij Oost-Aziaten en de oorspronkelijke bewoners van Papoea-Nieuw-Guinea en Australië.
Daardoor dachten wetenschappers dat de Denisovamens in Siberië en Oost-Azië leefde en dat de soort zich vermengde met Homo sapiens, die vanuit Afrika naar het oosten trok.
Dat Denisova-DNA ook bij IJslanders voorkomt, en dus vermoedelijk ook bij andere Europeanen, duidt erop dat de Denisovamens verder naar het westen voorkwam dan tot nu toe aangenomen.
Zijn DNA kan bij Europeanen beland zijn doordat de Denisovamens kinderen kreeg met de Neanderthaler, die op zijn beurt weer met Europeanen paarde.
Een andere mogelijkheid is dat Denisova’s zich in het Midden-Oosten rechtstreeks vermengden met Homo sapiens, die naar het noordwesten trok en Europa bevolkte.