Na een nieuwe datering van Spaanse grotschilderingen is een oude discussie over de Neanderthalers weer opgelaaid. Het was de vraag of sommige grotschilderingen in Europa door de uitgestorven mensensoort kunnen zijn gemaakt..
Sijpelend water geeft ouderdom aan
Een team archeologen heeft kunst uit drie verschillende grotten in Spanje onlangs gedateerd op minimaal 64.800 jaar oud. Dat betekent dat de afbeeldingen zeker 20.000 jaar voordat de moderne mens Afrika verliet zijn gemaakt.
Grotschilderingen zijn moeilijk te dateren met de klassieke koolstof 14-methode omdat ze meestal geen organisch materiaal bevatten.
De wetenschappers gebruikten dan ook een nieuwe methode: ze onderzochten kleine afzettingen van het mineraal calciet, die het water in de loop der eeuwen als een dunne film over de schilderingen heeft achtergelaten.
Calciet bevat een klein beetje uranium, dat langzaam tot thorium vervalt. Door het thoriumgehalte in het calciet te meten, kon de ouderdom van de kunst worden vastgesteld.
Neanderthalers waren creatief
Hoewel de Spaanse afbeeldingen niet zo gedetailleerd zijn als nieuwere, tonen ze aan dat de Neanderthalers in staat waren zich kunstzinnig te uiten en in symbolen konden denken.
Tot nu toe dachten veel deskundigen dat dat voorbehouden was aan moderne mensen.
Er werd wel gezegd dat de moderne mens de Neanderthalers wist te verdringen dankzij deze eigenschappen, maar uit het nieuwe onderzoek blijkt dat het zo simpel niet was.