Een oeroud stukje kauwgom lag duizend jaren onopgemerkt op de bodem van een fjord – tot het in 2015 werd ontdekt.
Het kleine klompje berkenteer, dat gevonden werd op het Deense eiland Lolland tijdens opgravingen in verband met de aanleg van een tunnel tussen Duitsland en Denemarken, werd grondig geanalyseerd, en in 2019 wisten onderzoekers zo veel DNA aan het pek te onttrekken dat ze het volledige erfelijke materiaal – het genoom – konden reconstrueren.
Zo bleek dat een meisje, of een vrouw, op het stukje pek heeft gekauwd alvorens het uit te spugen in de lagune. De archeologen hebben haar Lola gedoopt, en ze weten al genoeg over haar om een schets van haar te kunnen maken.
Lola had blauwe ogen en bruin haar, at wilde eend en hazelnoten, en haar huid was donkerder dan die van de moderne Denen. Waar ze vandaan kwam is ook bekend, en uit een koolstof 14-datering bleek dat ze 5700 jaar geleden leefde.
Het meisje stamde af van immigranten uit het zuiden, en onderzoekers vragen zich al jaren af hoe de overgang naar een boerengemeenschap precies verliep. Uit Lola’s kauwgom blijkt dat er mogelijk nog kleine groepjes jager-verzamelaars overbleven terwijl om hen heen de eerste landbouwers de grond begonnen te bewerken.
Kauwgom biedt kijkje in verleden
Berkenpek was de superlijm van de steentijd en werd gebruikt om pijlpunten vast te maken, maar ook om boten waterdicht mee te maken en dierenhuiden mee te impregneren.
Onder meer daardoor kwam bioarcheoloog Theis Jensen, postdoc aan het Globe Institute van de universiteit van Kopenhagen, op het idee om klompjes berkenpek op DNA te testen. Hij was eerder al op dergelijke stukjes ‘kauwgom’ gestuit bij opgravingen in Zweden en Denemarken en vermoedde dat ze weleens DNA konden bevatten, maar hij had de kans niet gehad om in de materie te duiken. Later bleek dat het pek meer informatie bevat dan de onderzoekers hadden durven dromen.
Ongeveer gelijktijdig met de vondst op Lolland waren Zweedse en Noorse wetenschappers van de universiteiten van Uppsala en Oslo op hetzelfde idee gekomen. Vorig jaar publiceerden ze hun DNA-analyse van drie stukjes 10.000 jaar oud pek. Er kon echter geen heel genoom worden achterhaald.
Volgens de onderzoekers kauwden onze voorouders op berkenpek om het zachter te maken vóór gebruik, maar mogelijk ook om hun gebit te reinigen en kiespijn te bestrijden, want het goedje bevat een ontstekingsremmer. Veel klompjes hebben afdrukken van kindertanden, waaruit blijkt dat kinderen mogelijk hielpen het zachter te kauwen.