‘Ik heb Adam gevonden!’ riep de bouwvakker Daniel Hartmann uit tegen de niet-begrijpende gasten in de herberg in het Duitse dorpje Mauer bij Heidelberg. Hartmann bedoelde Adam uit de Bijbel, die de eerste mens op aarde zou zijn geweest.
Het was 1907, en hoewel Hartmanns vondst niet Adam bleek te zijn, was het een belangrijke ontdekking. De Duitser had een 600.000 jaar oude kaak van een prehistorische mensensoort in handen, die kort daarna Homo heidelbergensis genoemd zou worden.
De soort is daarna opgedoken op een aantal plaatsen in Europa, Afrika en Azië en op een van de belangrijkste plekken in de menselijke stamboom geplaatst – als directe voorouder van onze soort, Homo sapiens. Sommige onderzoekers willen echter van heidelbergensis af.

De Homo heidelbergensis-vondst uit Mauer bestond uit slechts een kaak. Hij was echter goed bewaard gebleven en miste alleen een paar tanden.
Een internationaal onderzoeksteam onder leiding van Mirjana Roksandic van de universiteit van Winnipeg in Canada gaat de menselijke stamboom opruimen, die al tientallen jaren een rommeltje is. De boom bevat tal van soorten waarover de wetenschap het niet eens is, wat het verhaal van ons verleden vertroebelt.
Roksandic stelt voor om een aantal soorten te schrappen en één nieuwe aan te wijzen als onze directe voorouder.
Voorouders waren niet alleen
De bezem moet nodig door de menselijke stamboom. De boom wortelt in een tijd waarin de wetenschap de moderne mens beschouwde als het eindproduct van een lange, lineaire evolutie van primitief tot geavanceerd, van aap tot mens.
Maar nieuwe vondsten en de DNA-technologie van de laatste 10 à 20 jaar zetten die oude opvatting op zijn kop. Onze stamboom is geen simpele, rechte stam, maar een warrig struikgewas. Ooit leefden we zij aan zij met een groot aantal andere menselijke soorten.
6 mensensoorten – en misschien meer – leefden tegelijk met Homo sapiens.
Gaan we slechts 40.000 jaar terug in de stamboom, dan komen we onze zustersoorten tegen, de Neanderthaler en de mysterieuze Denisova. 50.000 jaar terug leefden er nog twee soorten naast ons: Homo floresiensis en Homo luzonensis.
Circa 100.000 jaar geleden kregen we gezelschap van Homo erectus, en 230.000 jaar terug bracht Homo naledi het totale aantal mensensoorten op de planeet op waarschijnlijk minstens zes. Gaan we nog verder terug, vóór de tijd van onze soort, dan verschijnen er nog meer soorten.
Die verscheidenheid is fascinerend, maar stelt wetenschappers ook voor een probleem, want hoeveel takken er precies aan de boom zitten en hoe die takken met elkaar verbonden zijn is voor allerlei interpretaties vatbaar – en onderzoekers kunnen het niet eens worden.
Een van de grootste problemen is dat moderne menselijke eigenschappen als grote hersenen en een plat gezicht niet een voor een in chronologische volgorde ontstonden, zoals eerder gedacht.
Nieuwe vondsten tonen aan dat onze moderne trekken in sommige gevallen vóór eigenschappen verschenen die als primitiever beschouwd werden. Andere eigenschappen ontstonden tegelijkertijd, maar bij twee verschillende soorten.
Vrijwel elke vondst heeft zijn eigen reeks kenmerken, wat het lastig maakt voor onderzoekers om het eens te worden over het verband tussen de vondsten. Maar nu hebben Mirjana Roksandic en haar collega’s een drastische stap gezet in de richting van een oplossing.
Wetenschappers waren slordig
Roksandic wil Homo heidelbergensis uit de weg ruimen. Veel vondsten die aan de soort worden toegeschreven, komen uit een tijd waarin onderzoekers dachten dat de menselijke evolutie eenvoudig was en dat de planeet veelal slechts door één mensensoort tegelijk bewoond werd.
Vondsten van rond dezelfde periode als Daniel Hartmanns Mauervondst zijn daarom vaak als Homo heidelbergensis bestempeld – of ze nu op de Mauervondst leken of niet.
Onderzoekers kunnen het niet eens worden over een duidelijke definitie van de soort. Er is geen ondubbelzinnige lijst van kenmerken aan de hand waarvan we kunnen bepalen of een nieuwe vondst bij heidelbergensis hoort.
Hetzelfde geldt voor een andere soort, Homo rhodesiensis, die de onderzoekers al hoofdbrekens bezorgt sinds hij in 1921 benoemd werd.
In de nieuwe studie van Roksandic vallen heidelbergensis en rhodesiensis allebei van de stamboom af. De wetenschapper en haar collega’s hebben tal van fossielen bekeken van 200.000-700.000 jaar oud waarvan er vele aan alleen deze twee soorten zijn toegeschreven.
De conclusie is dat alle fossielen een andere naam moeten krijgen.

Wijdverbreide soort valt uit elkaar
Homo heidelbergensis leek een wereldwijd succes te zijn, met vertegenwoordigers in Afrika, Europa en Azië. Maar een nieuwe studie helpt de soort om zeep en geeft alle heidelbergensisvondsten een andere naam.
Verschillende Europese vondsten van heidelbergensis, waaronder de kaak uit Mauer, zijn nu volgens Roksandic vroege Neanderthalers. En een aantal Aziatische vondsten behoort zeer waarschijnlijk tot nieuwe soorten, waar Roksandics team nog geen naam aan heeft gegeven.
Andere onderzoekers noemen diverse Aziatische fossielen echter Homo longi. Sommige vondsten uit Azië kunnen ook een zustersoort van de Neanderthalers blijken te zijn, de Denisova, die we verder alleen kennen van kleine botfragmenten.
De Aziatische fossielen maken zeker deel uit van de menselijke evolutie, maar Roksandics belangrijkste bijdrage aan het verhaal stoelt op Afrikaanse vondsten.
Nieuwe soort is onze voorouder
Op basis van een Ethiopische schedel die eerder werd bestempeld als ofwel Homo heidelbergensis ofwel rhodesiensis kwam Roksandics team tot een nieuwe soort, Homo bodoensis – genoemd naar Bodo D’ar, waar de schedel gevonden werd.
Ook verschillende andere vondsten uit Afrika, en mogelijk nog een uit Italië, worden toegevoegd aan de soort, die zo’n 300.000-600.000 jaar geleden leefde.

Homo bodoensis – hier gereconstrueerd door een kunstenaar in samenwerking met onderzoekers – leefde in het oosten en zuiden van Afrika, en mogelijk ook in Noord-Afrika en Zuid-Europa.
De nieuwe soort is beter gedefinieerd dan Homo heidelbergensis, en dit zal het makkelijker maken om nieuwe vondsten te determineren. De duidelijker definitie zal ook verhelderen hoe de soorten zich op de stamboom tot elkaar verhouden.
En Homo bodoensis heeft volgens Roksandic een heel speciale plaats in onze stamboom. De soort deelt met ons een aantal eigenschappen die bij andere soorten niet voorkomen – zelfs niet bij onze naaste verwant de Neanderthaler.
Dit betekent zeer waarschijnlijk dat Homo bodoensis de directe voorouder is van Homo sapiens. De wetenschappers hebben daarmee zicht op een cruciale periode in de menselijke evolutie.

Nieuwe soort is ontbrekende schakel
Homo erectus is een voorouder van onze eigen soort, maar hij verschilt te veel van ons om onze directe voorouder te kunnen zijn. De nieuwe Homo bodoensis kan de ontbrekende schakel zijn tussen erectus en ons.
Nieuwe soort krijgt een gemengd onthaal
Homo bodoensis is nu als officiële soort opgenomen in de ZooBank: een internationaal register van alle soorten. Maar dat wil niet zeggen dat alle onderzoekers de soort omarmen en de nieuwe definities in hun werk gaan gebruiken.
Zodra de nieuwe studie gepubliceerd werd, kreeg Homo bodoensis kritiek. Het is ongewoon om een nieuwe soort op een oude vondst te baseren, vinden sommige wetenschappers. Heidelbergensis hoeven we niet af te schaffen, zeggen anderen. En weer anderen vinden het moeilijk in te zien hoe een nieuwe soort kan helpen orde in de chaos te scheppen.
De soort is echter door verschillende onderzoekers warm onthaald. Niemand betwist overigens het idee achter Homo bodoensis: dat er meer duidelijkheid over de fossielen in de stamboom nodig is.
Of de nieuwe soort nu aanslaat of niet, Roksandic en haar collega’s hebben een aantal pijnpunten weten aan te stippen en een discussie op gang gebracht over het zoeken naar onze voorouder.
Wetenschappers wereldwijd denken voortaan wel twee keer na voor ze een fossiel als heidelbergensis bestempelen – ze worden gedwongen wat grondiger te werk te gaan bij hun onderzoek.
Bovendien vormt de heidelbergensis van Daniel Hartmann uit Mauer nu het onderwerp van een heel ander debat. De vondst bevindt zich in een doos aan de universiteit van Heidelberg, al doet de burgemeester van Mauer al jaren zijn best om hem terug te krijgen.
Het dorpje wil een museum bouwen voor de oude kaak – want in Mauer heeft de mensensoort Homo heidelbergensis nog steeds zijn status.