De onderzoekers doorzochten de zandlagen en konden zo zes perioden identificeren uit de afgelopen half miljoen jaar waar een dal door een extreem nat klimaat was veranderd in een meer met weelderige graslanden eromheen.
In vijf van de lagen uit die natte perioden lagen stenen werktuigen, wat erop wijst dat er rond 400.000, 300.000, 200.000, 100.000 en 55.000 jaar geleden mensen rond de oevers leefden.
Mens en dier trokken samen op
De onderzoekers vonden geen menselijke fossielen, maar wel talrijke botten van grote dieren als nijlpaarden, olifanten en struisvogels. Daaruit blijkt dat er niet alleen mensen, maar ook dieren uit Afrika vertrokken en een nieuw leven vonden bij de Arabische oasen.
De oudste stenen werktuigen, van 300.000 tot 400.000 jaar oud, zijn waarschijnlijk gemaakt door de mensensoort Homo erectus, die als eerste uit Afrika emigreerde. De latere gereedschappen, uit de periode tussen 100.000 en 200.000 jaar geleden, zijn fijner bewerkt, waardoor het waarschijnlijker is dat ze gemaakt zijn door onze eigen soort.
De talrijke vondsten in Khall Amayshan 4, in het noorden van Saoedi-Arabië, wijzen erop dat de migratiegolven uit Afrika via de Sinaï in Noord-Egypte verliepen – en niet langs de zuidelijke route via de Hoorn van Afrika naar wat nu Jemen is.
De laatste stenen gereedschappen, uit de periode tot circa 55.000 jaar geleden, lijken volgens de onderzoekers gemaakt te zijn door Neanderthalers. Er zijn eerder sporen van Neanderthalers gevonden in het Midden-Oosten, dus het is goed mogelijk dat ze in natte perioden op het Arabisch Schiereiland naar het zuiden trokken, waar ze onze soort tegenkwamen.