Bell nam de telefoon op vóór zijn concurrenten

We hebben geleerd dat de Schot Alexander Graham Bell de telefoon heeft uitgevonden. En dat klopt – maar hij was niet de eerste die hem uitvond. Het prototype werd ontwikkeld door een Italiaanse techneut zonder talenknobbel. Volgens één versie van het verhaal stal Bell het idee voor de telefoon van de notoire pechvogel uit Italië.

Alexander Graham Bell, telefoon

Alexander Graham Bell nam als eerste patent op de telefoon, maar hij was niet de enige – noch de eerste – die hem uitvond.

© Harris & Ewing, National Museum of American History & Alexander Graham Bell

Een verstikkende zomerhitte nestelt zich in Washington, de hoofdstad van de VS. Het is 11 juni 2002 en de leden van het Huis van Afgevaardigden zijn bijeen in het prachtige witte Congresgebouw. Vandaag zullen ze het niet hebben over begrotingen of oorlog.

Op de agenda staat een stemming over een resolutie om Alexander Graham Bell zijn patent op de telefoon te ontnemen. De tijd is gekomen om de ware uitvinder te erkennen, zo stelt de resolutie, gesteund door 13 leden, en aan het eind van de dag zal het wetsvoorstel unaniem worden aangenomen.

Toch wordt Bell al zo lang als de telefoon bestaat erkend als de geniale uitvinder van deze mijlpaal in de informatietechnologie. Het punt is dat hij niet de enige was. In de tweede helft van de 19e eeuw streden drie mannen om als eerste een werkende telefoon te presenteren: een in Schotland geboren dovenleraar, een Italiaanse immigrant en een Amerikaanse uitvinder.

VS worden verbonden

In de vroege jaren 1800 reist informatie langzaam. Als een oom die zijn fortuin zoekt en van de Amerikaanse oostkust naar het westen is verhuisd, gewond raakt, kan het weken of maanden duren voordat de familie op de hoogte kan worden gesteld.

Brieven, berichten en kranten worden met paard en wagen vervoerd, en in 1850 duurde het bijvoorbeeld 30 dagen om een bericht de 1700 kilometer van Kansas City in Missouri naar Salt Lake City in Utah te sturen. De oom is al lang begraven voor de familie iets weet.

Telefoon 1876

Een van Bells eerste telefoons uit 1876 kon afwisselend spraak ontvangen en verzenden, en werd in grote aantallen verkocht.

© National Museum of American History

Dit alles verandert met de komst van de telegraaf. Door elektrische impulsen door een kabel te sturen, kunnen berichten die er vroeger maanden over deden nu in enkele minuten worden bezorgd.

De telegraaf werkt doordat een telegrafist op een morsetoets drukt – een apparaatje dat, als het wordt ingedrukt, een stroomstootje door de kabel stuurt.

Samuel Morse, een van de uitvinders van de telegraaf, ontwikkelt een code om de stroomstootjes te vertalen in letters. Een operator aan de andere kant registreert de pulsen, vertaalt ze weer in letters en legt het bericht vast op een stuk papier dat aan de juiste ontvanger kan worden overhandigd.

In 25 jaar tijd worden overal in de VS telegraafpalen geplaatst, en in 1861 werkt de eerste verbinding van kust tot kust. Berichten kunnen nu in enkele minuten de 5000 kilometer over het continent afleggen, en vijf jaar later is Londen met de VS verbonden via een kabel op de bodem van de Atlantische Oceaan.

Het duurt echter niet lang voordat verschillende uitvinders zich realiseren dat de kabels niet alleen in code geschreven berichten kunnen versturen – ook spraak moet kunnen worden overgebracht.

Immigrant krijgt idee voor telefoon

Een van de uitvinders die op het idee kwam om geluid te verzenden per telegraaf was de Italiaanse immigrant Antonio Meucci. Na een opleiding tot werktuigbouwkundig ingenieur in Florence wordt hij in 1834 toneelassistent bij een theater aldaar.

Hij bouwt er allerlei apparaten, zoals een soort buizentelefoon, om de communicatie tussen het toneel en de regelkamer te vergemakkelijken.

De telefoon werkt niet met elektrische signalen, maar met een buis om de geluidsgolven op te vangen en te richten – zoals de buizen die je nu in sommige speeltuinen vindt, waarbij je in een trechter fluistert en aan de andere kant van het plein gehoord wordt.

Zijn tijd bij het theater is echter kort. Meucci steunt de Risorgimento-beweging, die Italië tot één koninkrijk wil verenigen, en moet het land verlaten. Samen met zijn vrouw belandt hij in Cuba en hij krijgt een baan bij het Teatro Tacón in Havana. Hij neemt al snel nieuwe taken op zich en vergeet de telefoon helemaal.

Meucci staat voor een raadsel. Om het verschijnsel te onderzoeken, stopt hij een elektrode in zijn oor, en hij hoort meteen dat er geluid door de kabel gaat.

Ruim tien jaar werkt Meucci hard in het theater – zo bouwt hij er een waterzuiveringssysteem. Maar hij kan niet stoppen met experimenteren.

Als nevenactiviteit begint hij een fabriekje waar hij ijzer met behulp van elektriciteit een coating van andere metalen geeft, een techniek die we elektrolytisch verzinken noemen. Hij gaat zich verdiepen in manieren om elektriciteit voor andere doeleinden te gebruiken – waaronder medische behandelingen.

In 1849 behandelt hij reumatoïde artritis met een stroomstoot, waarvan we nu weten dat het echt werkt. Tijdens de behandeling krijgt Meucci echter een idee. Terwijl de patiënt op de bank, die een elektrode in zijn mond heeft, naar adem hapt van de pijn, lijkt hij in het oor van Meucci te spreken, die zich in de kamer ernaast bevindt. Meucci staat voor een raadsel.

Om het verschijnsel te onderzoeken, plaatst hij onmiddellijk een elektrode in zijn eigen oor en hij hoort meteen duidelijk het geluid van de patiënt. Zonder dat hij er erg in heeft, heeft hij hiermee het ‘elektrofonisch effect’ ontdekt. Het oor kan elektrische impulsen waarnemen als geluid. Op dat moment heeft Meucci het idee voor de moderne telefoon.

Dove leraar vergroot bandbreedte

Terwijl Antonio Meucci nadenkt over de mogelijkheden van elektrische signalen, komt de in Schotland geboren Alexander Graham Bell in actie.

Antonio Meucci, telefoon

Meucci was zijn concurrenten ver vooruit met de ontwikkeling van de telefoon, maar kon zijn uitvinding niet financieren en raakte in de vergetelheid.

© L. Alman

Wedloop om de eerste telefoon

Net als zijn vader, Alexander Melville Bell, wordt hij dovenleraar. Zijn vader vindt in 1867 een methode uit waarmee doven duidelijk kunnen leren spreken. Omdat ze hun eigen stem niet kunnen horen, vinden ze het vaak lastig om woorden juist uit te spreken. Bells methode leert ze hoe ze hun tong in de mond moeten houden voor de juiste uitspraak.

Als de familie Bell in 1871 naar Noord-Amerika verhuist, krijgt de jonge Bell een baan op een school voor doofstommen in Boston. Hij introduceert er de methode van zijn vader, die nu beroemd is geworden. Maar Bell wil niet alleen lesgeven.

Hij heeft de vurige wens om de wetenschap en nieuwe technologie te verkennen. Hij begint met het verbeteren van de telegraaf, die in die tijd een snelle technologische ontwikkeling doormaakt.

De eerste mijlpaal was de duplextelegraaf, die twee signalen tegelijk kan versturen, en een paar jaar later vond Thomas Edison een methode uit om vier signalen te versturen. Nu gaat het erom een telegraaf te maken die nog meer signalen kan versturen.

Bell bedenkt de technologie om het signaal in een telegraafkabel te verdelen in tien kanalen of banden. Die banden hebben verschillende frequenties. Met behulp van apparaatjes, een soort stemvorken die zijn afgestemd op de frequentie van elke band, kan hij veel berichten tegelijk verzenden en ontvangen.

Alexander Bell, telefoon in New York

Alexander Graham Bell voerde in 1892 het eerste langeafstandsgesprek tussen New York en Chicago onder grote belangstelling van de pers.

© Library of Congress

Bell beseft al snel dat de technologie voor iets heel anders kan dienen. De frequenties kunnen gebruikt worden om tonen – muziek – door de telegraafkabels te sturen. En dan is het een kleine sprong naar het verzenden van stemmen en spraak. Maar het duurt nog enkele jaren voordat Bell een apparaat weet te bouwen dat spraak kan zenden en ontvangen.

De kandidaten gaan gelijk op

Wat Bell niet weet, is dat een andere uitvinder 1500 kilometer verderop aan precies hetzelfde werkt.

In Chicago doet uitvinder Elisha Gray zijn best om de telegraaf te optimaliseren. Hij is al enkele jaren in dienst van de Western Union Telegraph Company, de eerste die de oost- en westkust van de VS met kabels verbond, en ontwikkelt er nieuwe apparatuur voor.

In 1874 bouwt Gray een telegraaf met dezelfde principes als die van Bell. Hij slaagt er ook in signalen op tien banden tegelijk te verzenden. En Gray beseft eveneens dat zijn uitvinding verder ontwikkeld kan worden om spraak te verzenden.

Op een winterkoude decemberdag in 1874, in een kerk in de voorstad Highland Park in Chicago, toont Gray het verbijsterde publiek hoe een melodie van het ene apparaat naar het andere wordt gestuurd – maar stemmen overbrengen lukt hem nog niet.

Het is nu een nek-aan-nekrace tussen Bell en Gray om de eerste telefoon uit te vinden – maar ze liggen ver achter op Antonio Meucci, die tegen die tijd al meer dan 20 jaar prototypes bouwt.

Pech voor Antonio Meucci

In 1850 – het jaar nadat Meucci het idee voor de telefoon heeft opgevat – verlaat hij Cuba en vestigt zich in New York, VS. In Cuba heeft hij een klein fortuin verdiend – 3 à 4 miljoen dollar nu – waarvan de ondernemende Italiaan een groot deel in een huis steekt met een laboratorium in de kelder en een kaarsenfabriek.

Elisha Gray

Als Elisha Gray zijn patentaanvraag slechts een paar uur eerder had ingediend, zouden wij ons hém misschien herinneren als de vader van de telefoon.

© John Andrew Moore

De jaren daarop steekt hij al zijn energie in het maken van een telefoon, maar zonder succes, en dan wordt zijn vrouw ziek. Ze is bedlegerig, maar dat maakt Meucci nog vastberadener.

In 1856 installeert hij een van zijn experimentele telefoons in huis, zodat hij met haar kan praten, ook al ligt ze enkele verdiepingen boven hem.

In de volgende jaren probeert hij geld bij elkaar te krijgen om de productie van zijn telefoon, die hij een telettrofono noemt, op gang te brengen.

Maar hij kan geen investeerders krijgen, wellicht omdat zijn Engels na tien jaar in de VS nog gebrekkig is. Verslagen probeert hij in de Italiaanse gemeenschap aan geld te komen, maar ook zonder succes.

En Meucci heeft nog meer pech: in 1871 gaat zijn fabriek failliet. Zijn huis wordt in beslag genomen en in juli raakt hij zwaargewond tijdens een overtocht met de pont: de ketel raakt oververhit en ontploft.

Zeker 100 mensen komen om en bijna 200 zijn gewond. Meucci komt er levend vanaf, maar loopt ernstige brandwonden op en moet zijn laatste geld in zijn ziekenhuisopname steken.

Telefooncentrale

Voordat het mogelijk werd een ontvanger te kiezen, gingen alle gesprekken via een telefooncentrale. Daar werkten duizenden meestal jonge, ongetrouwde vrouwen.

© Shutterstock

Wanhopig probeert hij nog eens om geld bijeen te krijgen om zijn uitvinding in productie te nemen, en hij besluit octrooi aan te vragen voor zijn uitvinding.

Hij kan zich geen volledige octrooiaanvraag veroorloven en legt daarom een verklaring af dat hij van plan is in de toekomst octrooi aan te vragen.

Die verklaring moet elk jaar vernieuwd worden, maar in 1874 leeft hij van de bijstand en kan hij de vernieuwing niet betalen. De octrooiaanvraag wordt geannuleerd. Een slechte timing, want slechts een jaar later vragen Alexander Graham Bell en Elisha Gray elk octrooi aan voor een prototype telefoon.

Wedloop beslist op de eindstreep

Het is 14 februari 1876. Een advocaat loopt naar het octrooibureau in Washington. In het gebouw zitten labs, kantoren en de eerste tentoonstellingsruimte in Washington waar uitvinders hun resultaten tonen.

Maar de advocaat is hier niet om de tijd te doden. Hij gaat rechtstreeks naar het kantoor, waar hij een octrooiaanvraag indient voor Alexander Graham Bell. Het patent voor een telefoon.

Hoewel de advocaat vroeg is, hebben vier andere mannen hun aanvragen voor allerlei uitvindingen al ingediend, dus de aanvraag wordt genoteerd als de vijfde van de dag. Later op de dag arriveert een andere advocaat en dient een aanvraag in voor Elisha Grey. Ook op een telefoon. Hij krijgt nummer 39 toegewezen.

Ericsson DBH 1001 – draaischijftelefoon

Draaischijftelefoons zoals de Ericsson DBH 1001 maakten het mogelijk te bellen zonder tussenkomst van een telefooncentrale.

© Holger Ellgaard

Er is geen roem en eer voor een nummer twee. Als Bells aanvraag als eerste het octrooibureau bereikt, maait hij het gras voor Grays voeten weg.

Wanneer de juristen in de omgekeerde volgorde waren aangekomen, zou Grays naam, en niet die van Bell, zijn weg naar de geschiedenisboeken hebben gevonden. De onsterfelijkheid die Bell die dag bereikt, hing af van enkele uren.

Prestigieuze prijs op Wereldtentoonstelling

Drie maanden nadat Bell patent heeft aangevraagd, demonstreert hij zijn telefoon voor het eerst aan het publiek. Hij is afgereisd naar Philadelphia, waar het 100-jarig bestaan van de VS gevierd wordt met een grote tentoonstelling.

Er zijn zeker 200 gebouwen voor de tentoonstelling, waar van alles te zien is, van kunst tot landbouwmachines en de nieuwste technische snufjes. Er doen 37 landen mee, maar het doel is om te laten zien wat de VS aan industriële macht in huis heeft.

Uitvindingen als popcorn, de typemachine, ketchup van Heinz en de telefoon worden gedemonstreerd tijdens dit evenement, dat geldt als de eerste echte Wereldtentoonstelling.

Bell boekt grote successen. Hij laat bezoekers zijn telefoon uitproberen: hij gaat naar een andere kamer en praat en zingt in het ene uiteinde van de telefoon, terwijl de bezoekers staan te luisteren. Ze staan ervan versteld hoe duidelijk ze zijn stem kunnen horen.

Door de reactie van de bezoekers beseft Bell dat zijn uitvinding meer mogelijkheden heeft dan hij dacht – dat zijn telefoon het leven van velen zal veranderen en direct contact mogelijk maakt met mensen die anders alleen per telegraaf of brief te bereiken zijn.

Bells concurrent Gray is er ook met zijn telefoon. Bell heeft het patent gekregen, maar Gray vindt dat niet terecht en heeft een rechtszaak aangespannen. Bell vindt Grays uitvinding echter maar middelmatig. In een brief aan zijn ouders verkneukelt hij zich erover dat zijn uitvinding zo veel beter is dan die van Gray.

‘Hoewel de heer Gray tonen wist te verzenden via zijn apparaat, was zijn methode veel duurder dan de mijne. De kosten voor het verzenden van één toon moeten tussen de 15 en 20 dollar zijn geweest, terwijl ik hetzelfde kon doen voor twee cent.’

Bell wint het inderdaad van Gray. Hij krijgt een prijs in de categorie ‘Precisie-instrumenten en Onderzoek’ – een prijs die hem de waardering geeft die hij nodig heeft om het apparaat in productie te nemen.

Belletje met koningin Victoria

Het jaar na de tentoonstelling in Philadelphia richt Bell de Bell Telephone Company op. Het bedrijf heeft al jaren een virtueel monopolie op telefoongesprekken in de VS en is tegenwoordig onder de naam AT&T het grootste telecommunicatiebedrijf ter wereld.

Vervolgens reist Bell rond om zijn uitvinding te promoten. In Salem, Massachusetts, geeft hij bijvoorbeeld een lezing en belt hij tijdens zijn presentatie naar zijn lab 20 kilometer verderop, en hij voert een gesprek met een van zijn medewerkers.

AT&T, hoofdkantoor, Dallas

Het grootste telefoonbedrijf ter wereld, AT&T, heeft meer dan 200.000 mensen in dienst en komt voort uit Bells eerste bedrijf.

© FoUTASportscaster

Hij gaat ook naar Europa, waar hij de gelegenheid krijgt de telefoon persoonlijk te demonstreren aan koningin Victoria in Londen. Zij is zo enthousiast dat ze ter plekke de twee telefoons koopt die Bell voor de demonstratie gebruikt.

Vanaf dat moment neemt de verkoop van Bells telefoons een hoge vlucht. In Bells thuisland waren er in 1876 zo’n 3000 telefoons, en in 1900 bedroeg het aantal telefoons in de VS al 356.000.

Uitvinder 126 jaar te laat geëerd

Bell heeft Elisha Gray en Antonio Meucci verslagen. En toen leden van het Huis van Afgevaardigden in de VS in 2002 bijeenkwamen om te bespreken wie erkend zou moeten worden als de ware uitvinder van de telefoon, trok geen van hen Bells succes in twijfel. Maar ze vroegen wel of Bell zijn succes misschien onrechtmatig had bereikt.

In 1871 wist de onfortuinlijke Antonio Meucci drie Italiaanse immigranten te strikken om een bedrijf op te zetten om zijn telefoon te verkopen; een van de mannen was een hoge ambtenaar van het Italiaanse consulaat in New York.

Maar het jaar daarop waren er twee naar Italië teruggekeerd en was de derde overleden.

Die jaren werkte Bell voor de Western Union Telegraph Company. Critici denken dat hij Meucci’s papieren, die de basis vormen van Bells telefoon, in handen kreeg.

Wanhopig stuurde Meucci een beschrijving van zijn prototype telefoon naar de vice-president van de Western Union Telegraph Company. Hij vroeg toestemming om zijn uitvinding te testen op de telegraafkabels van het bedrijf. Toen hij na twee jaar een herinnering stuurde, kreeg hij te horen dat zijn documenten verloren waren gegaan.

Die jaren werkte Bell voor de Western Union Telegraph Company. Critici denken dat hij Meucci’s papieren in handen kreeg en dat de tekeningen de basis vormden voor Bells succestelefoon.

Toen Meucci lucht kreeg van Bells octrooi, spande hij een rechtszaak aan tegen de Western Union Telegraph Company, maar hij kon zich geen rechtszaak veroorloven en daar is het bij gebleven.

Het is ook de vraag of Bell zijn contacten bij het octrooibureau gebruikte om ervoor te zorgen dat zijn octrooi als eerste op die februaridag in 1876 werd geregistreerd, omdat zijn advocaat niet eerder maar later dan die van Elisha Gray bij het kantoor zou zijn geweest.

Tegenwoordig is het moeilijk om bewijs te vinden van wat er werkelijk gebeurd is, maar in de resolutie van 2002 verklaarden de leden van het Huis van Afgevaardigden unaniem dat Antonio Meucci – en niet Bell – erkend moest worden als de ware uitvinder van de telefoon.