Gutenberg was 500 jaar te laat met de drukpers

Als Johannes Gutenberg in 1450 de drukpers uitvindt, is hij bepaald niet de eerste. Honderden jaren eerder hadden de Chinezen al methoden ontwikkeld om boeken te drukken. Toch is het Gutenberg en niet een Chinees die er met de eer vandoor gaat.

Gutenberg, drukpers, Bijbel

Gutenberg besteedde ruim tien jaar aan het verfijnen van zijn drukpers, terwijl hij zijn beroemde Bijbels drukte.

© Johann Gutenberg & Shutterstock

In 15e-eeuws Europa zijn boeken luxegoederen. Alleen de allerrijksten – de koning, de adel en zeer succesvolle kooplieden – hebben thuis een boekenkast. En één boek kost voor de gewone man een jaarloon.

Maar toen Johannes Gutenberg in 1450 de drukpers uitvond, veranderde dit. De prijs van boeken kelderde. Nieuwe ideeën, kennis en kritiek op de machthebbers verspreidden zich via boeken als een lopend vuurtje en veranderden geleidelijk heel Europa.

Je kent dit verhaal vast wel. En Gutenberg geldt als het genie dat de technologie uitvond die de wereld heeft veranderd. Het verhaal is ook niet onwaar, maar vertelt niet de hele waarheid. Gutenberg is onbedoeld met de eer gaan strijken voor uitvindingen van anderen, en dat we hem nog kennen, dankt hij aan een goede timing.

Het ware verhaal van de drukpers ontstond in een verborgen grot in de Taklimakan-woestijn in China, 500 jaar voordat Gutenberg werd geboren.

Vergeten schat gevonden in een tempel

In 1900 hebben twee voorgaande jaren van droogte hun sporen nagelaten in het noordwesten van China. De oogst is mislukt en de bevolking lijdt honger, wat leidt tot onvrede en gewelddadige opstanden. De monnik Wang Yuanlu van een boeddhistische tempel in een woestijnplaatsje zoekt zijn toevlucht in tempelruïnes in enkele rotsformaties in de buurt.

Vóór Gutenberg zaten monniken in kloosterscriptoria boeken te kopiëren. Het schrijven van een bladzijde kon dagen duren en een heel boek nam 6-12 maanden in beslag.

© Jean Le Tavernier

In afwachting van betere tijden ruimt hij rommel en vuil van eeuwen op in de tempels. Maar dan stort een stuk muur in en wordt een geheim deurtje zichtbaar.

Achter de deur vindt Wang een verborgen kamer vol oude manuscripten, schilderijen en kleifiguren. Ongeveer 50.000 artefacten zijn in de kamer verborgen.

De tempel van Wang Yuanlu ligt in Dunhuang, een plaats die bijna 1600 jaar lang rond de enige oase in de omgeving ligt – en de enige plaats waar karavanen hun waterkruiken konden vullen op hun woestijntocht.

Het was een belangrijke halte op de Zijderoute, de grote handelsroute die eeuwenlang van China door het Midden-Oosten naar Europa liep, en door die ligging verwierf Dunhuang immense rijkdommen.

Het geld werd gebruikt om mooie boeddhistische tempels uit de kalkstenen rotsen te hakken. In totaal werden er meer dan 500 tempels gebouwd, en in een daarvan vindt Wang Yuanlu dus de schat.

Wang ontdekt dat de deur al meer dan 900 jaar niet is geopend. Toen een moslimleger rond het jaar 1000 het gebied veroverde, verzamelden monniken de vele kunstschatten in de kamer en metselden ze die dicht. De monniken verdwenen en de schat werd vergeten.

Tussen de kunstvoorwerpen vindt Wang een boek, met op de titelpagina Diamantsoetra. Het is gedrukt in 868 – eeuwen vóór Gutenberg de drukpers uitvond.

Toen het nieuws van deze geheime ruimte en de Diamantsoetra de wereld overging, moesten we in het westen de geschiedenisboeken herschrijven. De vroege Chinese technologie was veel geavanceerder dan werd gedacht, en de boekdrukkunst is helemaal geen Europese uitvinding – maar een Chinese.

Boer hergebruikt karakters

In de tijd dat de Diamantsoetra werd gedrukt, zaten Europese monniken in kloosters nauwgezet boeken en manuscripten met de hand te kopiëren. Woord voor woord, bladzijde voor bladzijde. Een tijdrovende klus.

De Diamantsoetra daarentegen wordt gedrukt op platen met uit hout gesneden karakters. Chinese drukkers dopen deze karakters in inkt en drukken ze tegen een stuk papier. Met deze methode kunnen ze het ene exemplaar na het andere afdrukken.

Hoewel dit sneller gaat dan kopiëren met de hand, is er één nadeel. Het kost veel tijd om de drukplaten voor elke bladzijde uit te snijden – en de karakters kunnen niet hergebruikt worden. Maar de Chinezen vinden ook hier iets op.

Volgens historici heeft boer Bi Sheng, die in zijn vrije tijd uitvinder was, in de 11e eeuw ‘losse letters’ ontwikkeld. In plaats van één grote houten plaat uit te snijden, boetseert hij thuis op zijn boerderij de karakters van klei.

Hij legt de karakters in een bepaalde volgorde in een frame. Als een pagina is gezet en afgedrukt, haalt hij het frame uit elkaar en zet hij de karakters op nieuwe manieren om nieuwe afdrukken te maken.

Later wordt Shengs uitvinding doorontwikkeld. Klei wordt vervangen door brons en tin, duurzamere materialen. Het voordeel van metalen karakters is dat ze veel vaker kunnen worden hergebruikt.

Hoewel het drukken in China opkwam en zich vervolgens verspreidde naar Korea en Japan, kreeg het nooit voet aan de grond in Europa – pas toen een jonge Duitser in financiële problemen kwam.

Gutenberg is op de vlucht

Verschillende keren tijdens zijn leven moet Gutenberg zijn woonplaats Mainz, Duitsland, ontvluchten. Als zoon van een patriciër – een soort edelman – betaalt hij minder belasting en heeft hij politieke invloed.

Begin 15e eeuw zijn de ambachtslieden van de stad het zat dat een kleine elite al het geld verdient, en als Gutenberg 11 jaar oud is, wordt zijn gezin door ontevreden mensen belaagd en moet het vluchten.

Het gezin verhuist naar Straatsburg, Frankrijk, waar Johannes Gutenberg later zijn prototype van de drukpers zal ontwikkelen.

Van jongs af aan was hij geïnteresseerd in het werken met metaal, vooral edelmetalen als goud en zilver. Daarom besluit hij goudsmid te worden. Maar hij wil niet alleen ringen en hangers smeden.

Gutenberg wil de uitvindingen die hij doet, omzetten in zakelijke ondernemingen. Zo ontwerpt hij een handspiegel die pelgrims kunnen kopen voor hun bezoek aan heiligdommen.

Veel mensen denken dat handspiegels het heilige licht van relikwieën kunnen opvangen en opslaan.

‘Hoeveel Gutenberg wist van de Chinese drukkunst en technologie, staat ter discussie. Volgens sommigen was hij erdoor geïnspireerd – volgens anderen kon hij er onmogelijk vanaf weten.’

Helaas gaan Gutenbergs zaken met handspiegels en andere kleine uitvindingen niet goed. In 1439 is hij alles kwijtgeraakt, behalve zijn ongeduldige investeerders, en moet hij wel prijsgeven dat hij een nieuwe uitvinding in petto heeft.

Inspiratie komt mogelijk uit China

Al enige tijd werkt hij in het geheim aan een drukpers – een machine om snel en goedkoop boeken te drukken. Dit levert hem iets meer tijd op, maar de machine is nog lang niet af. Dat is ze pas 11 jaar later.

Hoeveel Gutenberg wist van de Chinese drukkunst en technologie, staat ter discussie. Volgens sommigen was hij erdoor geïnspireerd – volgens anderen kon hij er onmogelijk vanaf weten.

Geschiedkundigen weten dat Marco Polo in 1295 terugkeerde van zijn reizen in China en daarbij kennis van de Chinese drukkunst meebracht. Of die kennis zich verspreidde naar Straatsburg en Gutenberg ter ore kwam, is niet met zekerheid bekend.

In ieder geval hanteert Gutenberg deels dezelfde technologieën als de Chinezen. Net als Bi Sheng gebruikt hij losse letters. Hij giet echter het hele alfabet in metaal, zowel in hoofdletters als in kleine letters, en ook grammaticale tekens zoals komma’s en punten.

Weer net als de Chinezen plaatst hij de letters op een drukplaat, die hij van inkt voorziet.

Met de drukpers ging het verspreiden van teksten veel sneller dan met de hand. Gutenberg kon wel 250 bladzijden per uur drukken.

© Shutterstock

Het geniale van Gutenberg is een nieuwe methode om het papier tegen de drukplaat te drukken, wat zijn drukpers efficiënter maakt. Geïnspireerd door de wijngaarden rond de villa van zijn familie in Straatsburg bouwt hij een pers die lijkt op een druivenpers, een soort enorme bankschroef om druiven te pletten.

Door het papier en de drukplaat onder de pers te leggen, worden de letters op perkament kraakhelder en diep. En het duurt maar even voordat de inkt in het papier is doorgedrongen.

De methode is veel sneller dan de technologie uit het oosten. Terwijl drukkers in Korea zo’n 50 pagina’s per uur haalden, drukt Gutenbergs machine er 250.

Investeerder neemt drukkerij over

In 1448 verhuist Gutenberg terug naar zijn geboortestad Mainz. De onrust in de stad is afgenomen en hij kan weer veilig over straat. Twee jaar later slaagt de Duitser er met een lening van zijn zwager eindelijk in een functionele drukpers te bouwen, maar tevreden is hij niet. De machine kan nog verder verbeterd worden. Het enige wat hij nodig heeft is kapitaal.

Johann Fust, een rijke geldschieter, biedt hulp. Hij ziet toekomst in Gutenbergs uitvinding. Maar voor niets gaat de zon op, en hij wil dat zijn schoonzoon, Peter Schöffer, bij de onderneming wordt betrokken. Schöffer wordt Gutenbergs eerste leerling.

Zijde, druk, China

Een Chinese zijden lap met sierlijke figuren en patronen is het oudst bekende voorbeeld van bedrukking.

© Changsha, Hunan Provincial Museum

Drukkerij legde weg af van 1600 jaar

Hij ontwerpt enkele van de eerste lettertypes voor Gutenberg, die in 1455 trots de eerste editie van een gedrukte Bijbel toont – een doorbraak. De ongeveer 180 bijbels gaan als warme broodjes over de toonbank.

Met het geld huurt hij meer leerlingen in, zodat hij zijn bedrijf kan uitbreiden. Helaas is Johann Fust, Gutenbergs investeerder, het niet eens met dit besluit. Datzelfde jaar klaagt hij Gutenberg aan.

Fust wint de zaak en neemt de drukkerij en de helft van de gedrukte bijbels over. Samen met schoonzoon Schöffer, inmiddels een expert in het gebruik van de drukpers, zet hij het bedrijf voort, waardoor Gutenberg op de rand van het faillissement komt te staan.

Maar Gutenberg krabbelt weer op. In 1459 opent hij een kleine drukkerij in Bamberg in Beieren.

Hier gaat hij enkele jaren door met het drukken van bijbels, maar dan keert hij terug naar Mainz.

De aartsbisschop, die ook de functie bekleedt van een soort prins, maakt Gutenberg lid van het hof als erkenning voor zijn uitvinding van de drukpers. Voor de rest van zijn leven ontvangt Gutenberg bovendien een royale jaarlijkse toelage.

Niemand kent de echte Gutenberg

Geschiedkundigen kennen Gutenberg grotendeels uit rechtbankverslagen en andere officiële documenten, en ze weten weinig details over zijn privéleven.

Wat wel vrij zeker is, is dat hij in de herfst van zijn leven blind werd en in 1468 stierf, rond de 68 jaar oud. Hij is waarschijnlijk in de Franciscanenkerk in Mainz begraven, maar die is inmiddels afgebroken en er is geen spoor van het graf van Gutenberg.

Schöffer, nu een expert in het gebruik van de drukpers, zet het bedrijf voort en brengt Gutenberg op de rand van het faillissement.

Schöffer, Gutenbergs leerling, ontwikkelt zich na verloop van tijd tot een vaardiger drukker dan zijn meester. Een paar jaar nadat hij de drukkerij in Mainz heeft overgenomen, geeft hij een psalter (gezangboek) uit dat tegenwoordig als een technisch meesterwerk wordt beschouwd.

Het psalter is ook het eerste boek met een colofon dat de drukker en het jaartal vermeldt.

Na de dood van hun meester zijn Gutenbergs leerlingen nog lange tijd de belangrijkste krachten achter de verspreiding van de boekdrukkunst naar de rest van Europa. Velen zetten een drukkerij op, nemen leerlingen aan en geven de techniek door.

Vóór Gutenbergs uitvinding waren er slechts een paar duizend boeken in heel Europa. En in 1500, een halve eeuw later, zijn het er rond de 9 miljoen.

In recordtijd verschijnen er drukpersen in de meeste Europese steden – van Portugal in het westen tot Constantinopel in het oosten, en van Palermo in het zuiden tot Stockholm in het noorden.

Boeken worden eigendom van iedereen

Met de verspreiding van de drukpers keldert de prijs van boeken en ander drukwerk. Informatie stroomt vrijer in de Europese samenleving – en dit verandert de machtsverhoudingen totaal.

Nu boeken niet langer met de hand in kloosters geschreven worden, verliest de paus de grip op de inhoud, en in 1501 dreigt een bange paus Alexander VI iedereen te excommuniceren die boeken drukt zonder toestemming van de kerk. Maar het mag niet baten. Slechts 20 jaar later drukken de hervormers Calvijn en Luther hun vernietigende kritiek op de katholieke kerk.

Beiden bouwden snel een grote aanhang op, en uiteindelijk braken grote delen van het continent met de katholieke kerk.

Drukpers, offset

Moderne machines kunnen 120.000 bladzijden per uur drukken – 500 keer zoveel als met de drukpers van Gutenberg.

© Shutterstock

In 1605 werd de eerste krant, Relation, opgericht. In Straatsburg, waar Gutenberg zo lang woonde. En naarmate er meer kranten in Europa verschenen, leerden meer mensen lezen.

China vermijdt de revolutie

Terwijl Gutenbergs drukpers kennis en nieuwe ideeën over het continent verspreidt, heeft de Chinese tegenhanger van Bi Sheng bijna geen invloed.

Dit komt grotendeels door de Chinese schrijftaal. Waar Europese talen rond de 26 letters hebben, heeft het Chinees duizenden karakters, waardoor het drukproces veel ingewikkelder wordt. Als er voor een drukgang duizenden karakters moeten komen, is het kostbaar en tijdrovend om teksten te drukken.

In China zijn er bovendien weinig edele metalen en dus ook minder mensen die ze kunnen bewerken tot fijne tekens voor een drukpers. In Europa behoren talrijke goudsmeden tot de eersten die de kunst van het drukken ter hand nemen.

Maar belangrijker is misschien dat Gutenbergs timing goed was. Zijn technologie paste perfect bij de groeiende kritiek op de kerkelijke privileges. Al waren zijn eerste gedrukte werken kerkelijke geschriften, hij hielp de macht van de kerk te breken.