Toen Robert Nobel in 1873 Bakoe aan de Kaspische Zee bezocht, trof hij een winderige, vuile, door vliegen geplaagde stad. Niettemin was de 44-jarige Zweed gefascineerd, want de Russische stad zat vol leven. Overal stonden primitieve houten boortorens en de stank van olie brandde in zijn neus en ogen. Voor Robert was de stank echter zo zoet als honing.
Want na een paar mislukte zakelijke avonturen, rook hij nu eindelijk een kans op succes. Eigenlijk was hij door zijn broers naar Bakoe gestuurd om walnotenhout te kopen voor de geweerproductie. Maar in plaats daarvan kocht hij met de 25.000 roebel die hij op zak had een stukje grond plus de bijbehorende oliebronnen en een kleine raffinaderij.
Robert was de oudste van de drie broers Nobel en hij overlegde niet met Ludvig en Alfred voor hij toesloeg.
Gebroeders Nobel zaten vol ideeën
De drie gebroeders Nobel hadden hun eigen sterke punten.

Fanatiekeling innoveerde aan één stuk door
Ludvig Nobel was ingenieur en deed voortdurend uitvindingen die de oliemaatschappij op voorsprong brachten.

Avonturier ontdekte mogelijkheden
Robert Nobel had al enkele zakelijke fiasco’s achter de rug, maar zag het potentieel van de olie in Bakoe.

Geldschieter werd rijk van dynamiet
Alfred Nobel verdiende een vermogen aan dynamiet en steunde het olieproject met geld en advies.
Toen de aankoop zijn broers ter ore kwam, reageerden ze voorzichtig positief: ‘Wij zijn er al in geslaagd om onafhankelijk te worden, en daarom moeten we Robert helpen hetzelfde te bereiken,’ schreef Ludvig in een brief aan Alfred. Ze wisten toen nog niet dat de olie uit Bakoe een van de grootste successen van de familie Nobel zou worden.
Emigratie naar Rusland
Het gezin Nobel was halverwege de 19e eeuw naar Rusland geëmigreerd, waar de kansen beter waren dan in het arme Zweden. De vader van de drie broers, Immanuel Nobel, wist het een paar jaar te redden zonder een boortoren te raken. De druk in de olievelden was zo hoog dat boringen vaak op hol sloegen – en niemand wist hoe ze te stoppen. Een van de grootste boortorens spuwde per dag meer dan 2 miljoen liter olie uit, en dat ruim twee jaar lang.
De olie vormde overal zwarte meren en Bakoe werd berucht om zijn vele oliebranden. Pas jaren na Robert Nobels aankomst zagen producenten onder meer in dat sigaretten en olieboringen een slechte combinatie zijn en werd roken bij olievelden verboden.
Robert stortte zich vol overgave op zijn olieproject. Hij was een uitstekende chemicus en wist de raffinage van ruwe olie zo te verbeteren dat hij petroleum van topkwaliteit kon produceren.
Er hing zo’n zware oliewalm boven het industriegebied van Bakoe, dat dit de Zwarte Stad werd genoemd.
Ruwe olie bevat vele bestanddelen, maar eind 19e eeuw was vooral petroleum interessant.
De rest van de olie werd verbrand of de grond in geleid. Er hing zo’n zware oliewalm boven het industriegebied van Bakoe, dat dit de Zwarte Stad werd genoemd.
Tot dusver had Rusland petroleum uit de VS geïmporteerd, die goedkoper en beter was.
Maar Roberts petroleum was even goed als de Amerikaanse, en de aankomst van 300 vaten met zijn petroleum in 1876 in Sint-Petersburg luidde het einde in van de Amerikaanse export naar Rusland. Robert was nu een van de bekendste olieproducenten van Rusland.
Ludvig bouwt oliepijpleidingen
Inmiddels was Roberts jongere broer Ludvig zo nieuwsgierig geworden dat hij met zijn 17-jarige zoon Emanuel naar Bakoe afreisde.
Ludvig was zeer onder de indruk van Roberts resultaten maar besefte dat de kleine maatschappij nog efficiënter kon worden als hij met zijn technische kennis zijn broer hielp. Daarnaast had hij allerlei ideeën om het transport van de olie veel grootschaliger aan te pakken.
‘Dat zal een ongekende winst opleveren!’ schreef hij enthousiast aan zijn broer Alfred in Zweden.
De olie werd in vaten gegoten, die op karren werden geladen. Zo legde de olie de 12 kilometer naar de raffinaderijen af.

Nobel benutte olie optimaal
De hoofdoorzaak van het succes van de broers Nobel was dat ze een procedé bedachten om meer petroleum aan aardolie te onttrekken. En van de resterende olie maakten ze bijproducten.
Ketel verhit aardolie
De ruwe olie wordt met stoom verhit tot 400 °C.
Gassen condenseren stapsgewijs
De massa wordt omgezet in gassen, die naar een destillatietoren gaan. Daar worden de componenten van de verdampte olie stapsgewijs gecondenseerd.
Bodem vangt teer op
De temperatuur is onder in de toren het hoogst. Hier worden o.a. teer en asfalt gevormd.
Stookolie condenseert
Stookolie voor onder meer verwarming condenseert bij ongeveer 370 °C.
Smeerolie wordt gevormd
Smeerolie voor onder andere machines wordt gecondenseerd bij 270 °C.
Dieselolie ontstaat
Dieselolie voor de aandrijving van treinen en schepen ontstaat bij 170 °C.
Petroleum heeft 70 °C nodig
Petroleum voor lampen was het belangrijkste product. Het wordt gevormd bij 70 °C.
Gas vereist laagste temperatuur
Gas kwam boven in de toren terecht, waar het het minst heet was. Het werd onder andere gebruikt door het personeel om op te koken.
De methode verschafte veel lokale Tataren werk, maar was langzaam en duur. Ludvig wist dat de Amerikanen olie door pijpleidingen pompten en stuurde mensen naar de VS om de kunst af te kijken.
Hij bood de andere raffinaderijen aan om mee te doen met de leidingen, maar tevergeefs.
‘We hebben toch de Tataren,’ luidde het antwoord. De Zweed was echter overtuigd van zijn plan. In 1877 arriveerden de pijpen en al snel stroomde de olie erdoor. De Tataren waren echter boos en de broers moesten kozakken inhuren om sabotage te voorkomen. Niettemin verdienden ze de investering in een jaar terug.
Branobel breidt op alle fronten uit
Dankzij de ondernemende Ludvig werd de oliemaatschappij Branobel gesticht, met wel 13 zelfstandige fabrieken in Bakoe en een distributienetwerk dat elke uithoek van Rusland bereikte.

In 1878 richtten Robert, Ludvig en Alfred Nobel de oliemaatschappij Branobel op, waarvan het bedrijfslogo de beroemde Vuurtempel van Bakoe voorstelde.
De broers bouwden de eerste olietankers ter wereld en waren in Rusland de eersten die olieproducten in speciaal gebouwde goederentreinen naar hun grote depots vervoerden, vanwaar ze – vaak in vaten – naar heel Rusland werden gedistribueerd.
Toen de broers moeite hadden om aan genoeg vaten te komen, openden ze een fabriek die 100.000 vaten per jaar maakte. Gaandeweg groeide hun olie-imperium uit tot een van de grootste van heel Europa en hadden ze duizenden werknemers in dienst.
Brødrene var de første i verden til at bygge olietankskibe.
Branobel behandelde zijn arbeiders veel beter dan de meeste werkgevers eind 19e eeuw deden. De werkdagen waren weliswaar lang, maar het salaris was heel behoorlijk. Daarbij ontvingen de werknemers elk jaar een aandeel in de winst en werd hun een fatsoenlijke
woning aangeboden in plaats van de gebruikelijke smerige barakken
De kinderen van de arbeiders kregen gratis onderwijs en voor het hogere personeel liet Ludvig een dorpje bouwen, Villa Petrolea, waarvan het park zelfs in de heetste zomer groen werd gehouden.
Robert trekt zich terug
Op den duur werd Ludvigs grenzeloze energie Robert te veel. Hij voelde zich aan de kant gezet en verhuisde in 1879 kwaad terug naar Zweden. Hij stuurde boze brieven naar Bakoe
‘Zijn brieven zijn gemeen, vol van bitterheid, hoon en haat,’ schreef Ludvig aan Alfred.

Er ontstond vaak brand in de olievelden van Bakoe. Daarom richtten de broers Nobel het eerste brandweerkorps op.
Twee jaar later keerde Robert echter voor korte tijd terug naar Bakoe, en bij die gelegenheid gaf Ludvig een groots afscheidsfeest voor zijn broer.
Maar de ondernemingszin van Ludvig leidde tot meerdere problemen. Alfred verdiende goed aan zijn dynamiet, en Ludvig leende regelmatig geld van hem. Branobel was weliswaar winstgevend, maar Ludvig startte zo veel projecten op dat de maatschappij steeds kapitaal tekort kwam. Alfred, die aandelen in Branobel had, stuurde geld en advies, maar kwam niet naar Bakoe.
‘Die droge, stoffige, met olie bevlekte woestenij trekt mij niet,’ schreef hij in een van de vele brieven die de broers over heel Europa aan elkaar stuurden.
Standard Oil valt Branobel aan
Ludvig, die nu de ‘oliekoning van Bakoe’ werd genoemd, volgde Alfreds adviezen zelden op, maar ook hij zag in dat de markt moeilijk was, onder andere doordat de grootste oliemaatschappij van de VS, Standard Oil, zijn oog had laten vallen op de lucratieve Russische markt.

Broers bouwden de allereerste olietanker
Petroleum werd vervoerd in tonnen, maar die waren duur en lekten vaak. Daarom ontwierpen Ludvig en Robert Nobel in 1876 een schip waarmee petroleum in grote tanks kon worden getransporteerd.
Het was geen simpele taak. De tanks moesten zo worden gebouwd dat gevaarlijke gassen werden weggeleid en de petroleum bij warmte kon uitzetten. De tanker die ze ontwierpen was 45 meter lang en 8 meter breed en kon 240 ton petroleum vervoeren. ’s Werelds eerste tanker was klaar in 1878. Hij werd Zoroaster gedoopt en was een succes.
In 1885 voeren er 11 Nobel-tankers op de Kaspische Zee en twee op de Oostzee. Een van de schepen zou ‘Alfred Nobel’ worden genoemd, maar dat wilde Alfred niet: ‘Een schip is een zij en moet niet worden vernoemd naar een oud wrak,’ schreef hij.
Standard Oil, dat was gesticht door de gewetenloze magnaat John D. Rockefeller, liet in 1886 de olieprijzen kelderen in een poging Branobel klein te krijgen. De maatschappij schuwde geen middel om Ludvig dwars te zitten. Spionnen van Standard Oil goten water in een partij van zijn olie en verspreidden het gerucht dat de olie van slechte kwaliteit zou zijn.
Daardoor daalde de verkoop sterk. Toch kreeg Standard Oil nooit echt voet aan de grond op de Russische markt. Branobel bleef er de baas. Olie verdrong steenkool steeds meer in de industrie en op schepen. Daarom ontwikkelde Ludvig ovens voor olie en bouwde hij een nieuwe markt op voor stookolie.
Zijn zoon Emanuel hielp de dieselmotor verbeteren, waarna het bedrijf ook diesel ging verkopen en de aardolie nog beter werd benut.
Ludvig en Alfred overlijden
Toen Robert in 1873 naar Bakoe kwam, werd hier jaarlijks circa 23.000 ton olie geproduceerd. In 1894 was dat aantal gestegen tot bijna 6 miljoen ton en drie jaar later was Rusland ’s werelds grootste olieproducent. 45 procent van alle olie kwam uit Rusland en een vijfde van de Russische olie kwam van Branobel

Terwijl andere producenten de aardolie in open bassins lieten lopen, sloegen de broers Nobel de olie op in gesloten metalen tanks, zodat er niets verdampte.
In 1896 stierf zowel Robert als Alfred Nobel. Die laatste bepaalde dat een deel van zijn vermogen uit de dynamietverkoop en Branobel moest worden gebruikt voor een jaarlijkse prijs voor wetenschappers en schrijvers. Ook een prijs voor de vrede stelde hij in.
Ludvigs zoon Emanuel kreeg nu de leiding over Bakoe, en hij ging een zware tijd tegemoet. Rond 1900 broeide er onvrede in Rusland. Zo’n 3 miljoen Russen werkten in de industrie, waar een laag loon en werkdagen van 12 tot 14 uur de norm waren.
In 1903 gingen in Bakoe de oliearbeiders in staking. Dit was de eerste algemene staking van Rusland. Drie jaar later brak de hel los in Bakoe.
In een maand tijd werden ruim 1000 oliebronnen verwoest en de fabrieken geplunderd. Branobel kwam er relatief goed vanaf, mede doordat veel arbeiders loyaal waren aan Nobel.

Nobels tankwagons vervoerden petroleum door heel Rusland.
Nobel bouwde tankwagonvloot
Om de eindproducten naar hun depots te vervoeren, besloten de broers Nobel in 1877 een enorme vloot van tankwagons op te bouwen. Omdat de Russische staat niet geïnteresseerd was in het project, ontwierp Ludvig zelf de tankwagons en locomotieven.
In 1883 hadden de broers in totaal 1500 tankwagons. Het schijnt dat Ludvig altijd wist waar elke wagon zich bevond. Op het kantoor kwamen voortdurend telegrammen binnen en op een kaart van Rusland waren spelden geprikt die de locaties aangaven.
Bakoe was geen veilige plek meer. In 1907 kwam de bolsjewiek Jozef Dzjoegasjvili ernaartoe, die meteen stakingen, ontvoeringen en moordaanslagen op oliebaronnen ging organiseren. Nu is Dzjoegasjvili beter bekend als Stalin.
Ondanks de woelige tijden ging het Branobel voor de wind, want de vraag naar olie bleef stijgen.
Emanuel vlucht in vermomming
In de Eerste Wereldoorlog was er nog meer olie nodig. De fabrieken konden de vraag nauwelijks bijbenen. In 1916 telde Emanuels bedrijf 50.000 werknemers. Een derde van de Russische olie werd nu door Branobel verwerkt. De communisten hadden een afkeer van dergelijke hoge opbrengsten.

Stalin had in Bakoes olievelden gewerkt en voerde een felle strijd tegen de oliebaronnen.
Vanuit Sint-Petersburg verspreidde de onrust zich over heel Rusland. Moord was aan de orde van de dag in de opstand tegen die ‘kapitalistische bloedzuigers’, en tegenstanders van de revolutie werden zonder pardon doodgeschoten.
De fabrieken van Branobel kwamen er opnieuw genadig af. Maar Emanuel besefte wel dat hij het land maar beter kon verlaten. Vermomd als boer en met valse papieren op zak slaagde hij erin Berlijn te bereiken en vandaar verder te reizen naar Stockholm.
In Bakoe werden in de jaren daarop alle zichtbare sporen van de werken van de familie Nobel door de bolsjewieken verwijderd. Ze doopten het bedrijf om tot ‘Russky Diesel’. Het 40 jaar lange olieavontuur in Rusland was voorbij.