De wind doet de zeilen opbollen. De schepen maken vaart en de boegen met angstaanjagende drakenkoppen doorklieven het water. De tocht gaat naar verre en onbekende kusten.
Aan boord bevindt zich een leger strijdlustige Vikingen: blonde krijgers wier voorouders al generaties lang in het koude noorden wonen. Dit zijn de vertegenwoordigers van één trots volk, dat erop uit is gegaan om de wereld te veroveren.
Zo werd er eeuwenlang over de Vikingen gedacht. Maar nu heeft een internationaal onderzoeksteam onder leiding van de Deense DNA-wetenschapper Eske Willerslev korte metten gemaakt met het idee van een puur Scandinavisch volk.
Het team heeft een wetenschappelijke reis gemaakt naar alle uithoeken van de Vikingwereld. Deze reis heeft geleid tot de omvangrijkste analyse van het Viking-DNA ooit, en de resultaten werpen nieuw licht op veel van de theorieën over de oude Scandinaviërs.

Eske Willerslev is een expert in duizenden jaren oud DNA en een van de onderzoekers die het voortouw hebben genomen bij de grote studie van de genen van de Vikingen.
Met behulp van gensequentiemachines, biochemische apparatuur en geavanceerde algoritmen brachten de onderzoekers oud DNA in kaart dat is opgevist uit 80 graven op het grootste deel van het noordelijk halfrond.
Het team onderzocht het DNA van 442 mannen, vrouwen en kinderen die leefden van de bronstijd tot de 17e eeuw, maar met name in de Vikingtijd, van 750 tot 1050.
De zoektocht naar de Vikinggenen bracht niet alleen aan het licht hoe de Vikingen er echt uitzagen, maar ook waar ze vandaan kwamen, waar ze heen gingen – en met wie ze tussen de lakens lagen.
Vikingtocht is een familie-uitje
Een veelbewogen reis naar het Estse eiland Saaremaa wordt beschouwd als het begin van de Vikingtijd – en daar is nu heel wat oud DNA gevonden.
In 2008 en 2011 groeven archeologen er twee Vikingschepen op met de skeletten van 41 mannen, sommige met steeksporen en één met een hoofd waarvan de bovenkant was afgehakt.
De mannen hadden onder meer zwaarden bij zich, soms versierd met goud en edelstenen. Enkele zullen dus tot de elite hebben behoord.
Vikingtijd begon op Ests eiland
Het begon met een plundertocht in Estland en eindigde met een zware slag in Engeland. De Vikingtijd duurde drie eeuwen en stond in het teken van vele bloedige gebeurtenissen.

Het jaar 750: Tocht bracht tijdperk op gang
De vroegst bekende Vikingtocht gaat naar het eiland Saaremaa in Estland, waar zeker 41 Zweden omkomen in een veldslag. De jaren daarna maken Zweedse Vikingen handelsreizen naar de Baltische staten, het Midden-Oosten en Rusland. Vikingsteden komen op.

Het jaar 793: Aanval geeft de Vikingen macht
Deense Vikingen vallen een klooster op het Engelse eiland Lindisfarne aan. Hierna vallen grote Vikingvloten Frankrijk en de Britse Eilanden binnen. De Noorse hoofdman Olaf sticht Dublin. In Denemarken wordt de stad Hedeby gesticht en in Noorwegen Kaupang.

Het jaar 947: Vikingen vallen Engeland binnen
De Viking Erik Bloedbijl, zoon van Harald Schoonhaar, verovert de stad York in Engeland. Dit markeert een nieuwe golf van aanvallen, onder andere onder de Deense koning Sven Gaffelbaard. In het jaar 954 wordt Engeland verenigd onder een Engelse koning.

Het jaar 1016: Koning regeert over een enorm rijk
Knoet de Grote, koning van Denemarken en zoon van Sven Gaffelbaard, verovert heel Engeland. Hij regeert ook over Noorwegen en een deel van Zweden. Zijn regeerperiode is vredig en na zijn dood in 1035 neemt zijn zoon Harold Hazenvoet het over.

Het jaar 1066: Vikingen vallen in bloedige slag
Willem de Veroveraar uit Normandië verovert Engeland. Een Scandinavisch invasieleger wordt verslagen in de Slag bij Stamford Bridge. De nederlaag markeert het einde van het Vikingtijdperk, hoewel er later nog enkele aanvallen en plunderingen zijn.
Sinds hun ontdekking probeert het team de skeletten hun geheimen te ontfutselen. Een analyse uit 2016 van diverse varianten van het element strontium in de gebitten laat zien dat de strontiumsamenstelling vergelijkbaar was met die in het gebied rond Stockholm in Zweden, een machtscentrum voor Vikingen.
Dit duidt erop dat de mannen hier opgroeiden, en Vikingen waren. Maar ze leefden 50 à 100 jaar vóór de aanval op het Engelse eiland Lindisfarne in 793, dat eerder gold als begin van de Vikingtijd. De vondst op Saaremaa verschuift het tijdperk dus.
De nieuwe studie van het DNA van de skeletten bevestigt de Zweedse afkomst van de mannen, maar onthult ook een persoonlijk verhaal: vier van hen waren broers en een vijfde was een familielid. De reis was dus een familieaangelegenheid.
En de broers op Saaremaa waren niet de enige familie. Twee Vikingen in Engeland en op het Deense eiland Funen waren oom en neef of grootvader en kleinzoon.
‘Op zich is dat geen wetenschappelijke sensatie,’ zegt Ashot Margaryan, die bij het onderzoek betrokken was, ‘maar het is voor het eerst dat we zo’n nauwe verwantschap zien in dit type onderzoek. Het geeft ons een persoonlijke kijk op de migraties, en zelfs inzicht in familiebanden.’
Vikingen zijn een mengelmoes
De onderzoekers hebben de volledige reeks genen voor elk van de 442 skeletten van de studie gesequencet – vooral door DNA van oorsmeer en glazuur in de tandwortels uit te boren, waar het het best bewaard blijft.
Zo konden ze de familiebanden van de Vikingen achterhalen, zoals bij de Zweedse gebroeders op Saaremaa. Broers en zussen hebben de helft van hun genen gemeen, en zo’n match kan een computer snel vinden.
Maar de wetenschappers keken ook naar hele bevolkingsgroepen. Zodoende kwamen ze erachter dat de Vikingen in genetisch opzicht lijken op de huidige Scandinaviërs. De Deense, Noorse en Zweedse Vikingen leken ook op elkaar, maar niet zo veel als verwacht.
Uit hun DNA blijkt dat de drie groepen slechts in beperkte mate genen uitwisselden. De ontdekking staat haaks op het beeld dat de Vikingen een homogeen volk met veel onderling contact waren.




MYTHE: ‘Vikingen waren één volk’
Waren de Vikingen één volk met een gezamenlijke genenpool, of waren het aparte volken die een cultuur deelden? Die vraag hield geschiedkundigen tientallen jaren bezig, maar nu geeft DNA van honderden skeletten uitsluitsel.
OORDEEL: ONJUIST
Noorse vikingen zaten op de steppen
Het Scandinavië van de Vikingtijd kende drie genetisch verschillende volkeren, en hun verspreiding valt globaal met de huidige landen samen. De Noorse Vikingen werden meer dan de anderen gekenmerkt door geïmmigreerde boeren van de Russische steppen.
Deense vikingen leken op britten
In Noorwegen en Zweden veranderde de genenpool niet erg tijdens de overgang van ijzertijd naar Vikingtijd. Maar in Denemarken was er een grote immigratie vanuit het zuiden, net als eerder in Engeland, waardoor de Denen op de Britten gingen lijken.
Zweden kwamen uit midden-oosten
Alle Scandinavische Vikingvolken bevatten genetische sporen van voormalige Europese jager-verzamelaars en boeren uit Rusland en het Midden-Oosten. Deze laatste drukten met name een stempel op Zweden en Denen vanwege de immigratie die plaatsvond vóór de Vikingtijd.
De DNA-analyses laten daarentegen wel een levendige uitwisseling van genen met andere bevolkingen zien. Deze uitwisseling begon al vóór de Vikingtijd, maar nam toe gedurende de 300 jaar dat de Vikingen over de zeeën heersten.
De genen stroomden onder meer vanuit Finland en de Baltische staten naar Zweden en vanaf de Britse Eilanden naar Denemarken en Noorwegen. Ook Zuid-Europese genen kwamen Zweden en Denemarken binnen.
Die genen kwamen waarschijnlijk naar Scandinavië via immigratie, gemengde huwelijken en slavernij. De Vikingen sliepen met vrouwen waar ze maar kwamen, al dan niet met geweld, en sommigen namen ze mee naar huis, zoals ze ook huwelijken met vrouwen uit verre koninkrijken aangingen als onderdeel van politieke allianties.
Verder kregen ze kinderen met slaven. Wel 20 tot 30 procent van de bevolking in Scandinavië was destijds lijfeigene.




MYTHE: ‘De genen waren 100 procent Scandinavisch’
De Vikingen hielden zich niet in en mengden hun genen met mensen uit tal van andere landen. Verschillende Vikingen in Scandinavië hadden zelfs meer buitenlands dan Scandinavisch DNA.
OORDEEL: ONJUIST
Genen van de Britse Eilanden en Zuid-Europa kwamen in Denemarken terecht.
Genen van de Britse Eilanden belandden in Noorwegen.
En DNA uit onder meer de Baltische staten en Finland stroomde Zweden binnen.
Professor Willerslev van de universiteit van Kopenhagen, die aan het hoofd van het onderzoek stond, keek op van de resultaten.
‘Ik had geen idee dat zo veel Vikingen gemengde genen hadden, en vooral ook Zuid-Europese genen,’ vertelt hij.
De verrassing werd groter toen het team de Vikinggenen op haarkleur onderzocht. Genvarianten die zwart haar opleveren, kwamen veel vaker voor bij de Vikingen dan bij hedendaagse Scandinaviërs.
MYTHE: ‘Alle Vikingen waren blond’
Blonde krijgers vormen het klassieke beeld van de vroegere Scandinaviërs, maar daar klopt niet veel van. DNA van Vikingen laat zien dat ze veel meer zwart pigment in hun haar hadden dan de hedendaagse Scandinaviërs.
OORDEEL: ONJUIST

1. Cellen creëren donkere belletjes
Onder in de haar vormen cellen die melanocyten heten het donkere pigment melanine. Dit gebeurt doordat enzymen de stof tyrosine in melanine omzetten in belletjes, die vervolgens vrijkomen uit het zogeheten golgicomplex van de cel.

2. Bellen trekken door de haar
Deze belletjes, melanosomen geheten, zitten nu vol donkere melanine. De melanocyten brengen de melanosomen naar andere cellen, keratinocyten geheten, die hoger in de haar zitten. Die worden sterk gekleurd door de melanine.

3. Haar krijgt kleur van dode cellen
De keratinocyten sterven af en worden naar het uiteinde van de haar gestuwd naarmate het haar groeit. De dode, ingedroogde cellen zitten nog vol met melanine en vormen een sterk gekleurde laag rond de binnenkern van de haar.

Genen sturen de haarkleur aan
Bij de vorming van melanine en de overdracht van het pigment naar de haar zijn allerlei eiwitten betrokken. Die worden gevormd door instructies in het DNA, en kleine verschillen in de genen per persoon geven de variatie in haarkleur.

Vikingen hadden meer pigment
Zo kunnen bepaalde varianten van de genen de vorming van melanine vertragen, waardoor het haar lichter wordt. Viking-DNA laat zien dat de oude Scandinaviërs genen hadden die donkerder haar opleverden dan bij de huidige Scandinaviërs aanwezig is.
De Vikingen waren dus niet alleen maar blonde volbloed Scandinaviërs. Sommigen hadden nog geen druppel Scandinavisch bloed in hun aderen.
Dit geldt onder andere voor een man en vrouw die op de Orkneyeilanden in Schotland zijn gevonden. Ze waren van Schotse en Ierse afkomst, maar ze werden allebei begraven als Vikingen van Scandinavische oorsprong, net als een vrouw van Samische afkomst in de archipel Lofoten in het hoge noorden van Noorwegen.
‘Dat laat zien dat het Vikingfenomeen niets met etniciteit te maken heeft. Het was een levensstijl die iedereen kon aannemen,’ legt Eske Willerslev uit.
De koers is in de genen gegrift
Aan het begin van de Vikingtijd, toen de vier Zweedse broers stierven op Saaremaa in Estland, begonnen de machtsverhoudingen in Scandinavië te verschuiven. Vele kleine vorsten en stamhoofden moesten wijken voor minder, maar veel rijkere en krachtigere vorsten.
Deze nieuwe heersers organiseerden steeds grootschaliger ontdekkings- en handelsreizen, en bovendien plundertochten. Vooral zilver was felbegeerd – en slaven.
Vóór de Vikingtijd waren er al handelsposten in Scandinavië, maar nu verrezen er allengs handelssteden. Het Zweedse Gotland werd de markt voor de Oostzeehandel, waar onder meer glazen kralen, eekhoornbont en barnsteen van hand tot hand gingen.
Deze bruisende activiteit liet sporen na in het DNA. Gotland had een grote genetische diversiteit, een afspiegeling van de vele volken die elkaar op dit eiland ontmoetten.
Naarmate de rijkdom toenam, voeren de Vikingen naar verder gelegen kusten en werden de schepen beter.




MYTHE: ‘Tochten volgden vaste routes’
DNA van skeletten in heel Europa draagt sporen van de Vikingen, waardoor hun pad terug te volgen is. De resultaten bevestigen eerdere opvattingen dat Deense, Noorse en Zweedse Vikingen elk hun vaste routes volgden
OORDEEL: JUIST
De Denen lieten sporen na in Engeland, maar ook in Zuid-Europa.
De Noren gingen vooral naar Ierland, IJsland en Groenland.
En de genen van de Zweden verspreidden zich oostwaarts.
De zogeheten langschepen waren wendbaar en rank en hadden een kleine kiel, waardoor ze tot op een strand of rivieroever konden doorvaren en de Vikingen kloosters, kerken en hele steden konden overrompelen.
En geen stad was te groot – Parijs, Londen, Sevilla en Constantinopel werden alle belegerd en geplunderd.
In de 9e eeuw voeren elk jaar vloten uit om handel te drijven en te plunderen. Uit teksten en archeologische vondsten, zoals graven, wapens, sieraden en slavenketens, is bekend dat Zweedse Vikingen de rivieren afzakten naar de Baltische staten, Rusland en de Kaspische Zee.
De Zweedse reis naar Estland past ook in dat verhaal. De Denen gingen op de Franse en Engelse kusten af, en Noorse schepen meerden aan in Ierland en Schotland en later in IJsland en Groenland.
Dat hele verhaal wordt nu bevestigd door de DNA-studie. De Vikingen lieten overal duidelijke genetische sporen achter, die nu, bijna 1000 jaar na de Vikingtijd, in huidige bevolkingen soms nog steeds te zien zijn, zoals in Engeland en Polen.
Boeren leven in afzondering
Niet alle Scandinaviërs wilden of konden naar zee. Terwijl sommigen eropuit trokken, bleven anderen thuis om te vissen, het land te bewerken of een ambacht uit te oefenen.
De Vikingen gebruikten zelf niet de term ‘Viking’, wat iets als ‘zeekrijger’ betekent, en het beeld van een verenigde Vikingwereld strookt ook niet met de realiteit.
Er waren veeleer afzonderlijke gemeenschappen. En hoewel deze in de late Vikingtijd samen op expedities gingen, blijkt uit de genenstudie dat de omvangrijke Vikinggemeenschappen in Scandinavië beperkt contact hadden.
‘Het lijkt erop dat de Vikingtijd wordt gekenmerkt door een enorme internationale gerichtheid, maar slechts een zeer beperkte regionale gerichtheid – en dat is echt een verrassing,’ zegt Eske Willerslev.
Er was ook een enorm genetisch verschil tussen de globetrotters in de kustplaatsen en de boeren die ver van de kust woonden.
6 jaar duurde het om het DNA van de Vikingen volledig te onderzoeken.
Scandinavië kent bevolkingsgroepen die zich volledig lijken te hebben onttrokken aan de genetische ontwikkelingen in de rest van de regio, en Eske Willerslev vertelt dat sommige boeren vrij afgezonderd leefden. Dit gold ook voor een boer wiens botten zijn gevonden in de Zweedse provincie Småland.
‘Genetisch gezien is hij een neolithische boer en behoorde hij tot de eerste boeren, dus er is 6000 jaar in genetisch opzicht niets gebeurd! De hele wereld is aan hem voorbijgegaan. Je denkt: wat heb je dán gedaan? Zulke ontdekkingen brengen verhalen in je hoofd op gang, want je bent niet alleen een onderzoeker, maar ook een mens.’
Vulkanen blokkeren het zonlicht
De Vikingen zaaiden onrust in Europa en veranderden ons werelddeel volledig. De zeekrijgers verwoestten, plunderden en werden huursoldaten, maar stichtten ook handelssteden en koloniseerden nieuwe gebieden.
Wat de Vikingen precies de aanzet daartoe heeft gegeven, wordt nog steeds in wetenschappelijke kringen bediscussieerd.
Eske Willerslev ziet immigratie vlak voor de Vikingtijd als een van de belangrijkste oorzaken van de grote veranderingen die in Scandinavië plaatsvonden.
‘Mijn werkhypothese is dat de mensen die de Scandinavische landen zijn binnengekomen, de levenswijze van de bewoners dusdanig hebben beïnvloed dat de ijzertijd overging in de Vikingtijd. Dat past ook in de noordse mythologie, waar goden twee verschillende groepen vertegenwoordigen die elkaar ontmoeten – de oude goden, zoals Frey en Freya, en de oorlogsgoden Thor en Odin, die van buitenaf komen.’




MYTHE: ‘Er zijn nog altijd Vikingen’
Er is bijna 1000 jaar verstreken sinds het einde van de Vikingtijd, maar het Viking-DNA is nog springlevend in Scandinavië. Vooral de Noren houden vast aan de genen van hun voorgangers.
OORDEEL: JUIST
Noren zijn Vikingen gebleven
De onderzoekers vonden vijf verschillende bevolkingsgroepen in het huidige Noorwegen, allemaal met veel genen van Noorse Vikingen (blauw - tot 64 procent) maar een wisselend aantal genen van Denen (rood) en Britten (paars) uit de Vikingtijd.
Denen nemen de tweede plek in
De onderzoekers troffen twee groepen in Denemarken aan, waarvan er één wordt gekenmerkt door flink wat – 12 procent – genen uit het Oost-Europa van de Vikingtijd (oranje). De Denen van nu hebben bijna evenveel Viking-DNA (rood) als de Noren – tot 60 procent.
Zweden zijn een samengesteld volk
De DNA-analyse bracht vier uiteenlopende groepen in het huidige Zweden aan het licht. Ze verschillen vooral in de combinaties van genen uit Denemarken (rood), Noorwegen (blauw) og en Finland (donkerrood), en hebben slechts zo’n 14-29 procent genen van Zweedse Vikingen (geel).
Ook een andere factor die bijdraagt aan de omwenteling vind je in de mythologie: in het verhaal van de ‘Fimbulwinter’, het begin van Ragnarok: de ondergang van de wereld.
De afgelopen jaren hebben onderzoekers bewijs gevonden dat de Fimbulwinter geënt is op een echt voorval.
Twee zware vulkaanuitbarstingen in 536 en 540 hebben mogelijk een klimaatramp veroorzaakt, waarbij er zo veel stofdeeltjes in de atmosfeer zijn beland dat de zonnestralen drie jaar lang niet door de wolken konden dringen.
Planten, dieren en mensen stierven van de honger. En deze zogeheten kleine ijstijd werd gevolgd door een pestepidemie die even hard toesloeg als de Zwarte Dood in de middeleeuwen.
Archeologen zien dat er in die tijd iets ergs gebeurde in Noorwegen en Zweden. Norrland, het noordelijke deel van Zweden, was waarschijnlijk volledig ontvolkt en de helft van de bevolking verdween uit streken die later belangrijke centra werden voor de Vikingen.
Er zijn minder graven, sieraden en aardewerk uit die tijd gevonden, maar meer goudoffers aan de goden.
Volgens sommige geleerden bevorderde deze klimaatramp de ontwikkeling van de Vikinggemeenschap, omdat veel van de vooraanstaande families emigreerden of uitstierven en er dus nieuwe machtscentra konden ontstaan.
Vikingen zoeken in Amerika
De DNA-studie schetst een verrassend beeld van de oude Scandinaviërs, maar werpt ook nieuwe vragen op.
De onderzoekers zouden bijvoorbeeld precies willen weten wat voor Zuid-Europese genen het Scandinavië van de Vikingtijd binnenstroomden.
Een ander vraagstuk, waar vooral Eske Willerslev mee bezig is, betreft de reizen van de Vikingen naar Groenland en Amerika.
‘Overal in Europa waar de Vikingen zaten, mengden ze zich met de bevolking. Ze brachten DNA mee terug naar Scandinavië en leverden DNA af in Engeland, Estland en waar dan ook.
90 onderzoekers waren bezig met het analyseren van het Viking-DNA.
Maar niets wijst erop dat ze in Groenland kinderen kregen met de Paleo-Eskimo’s of de Inuit. Het verbaast me dat we daar niets van vonden. Jammer ook,’ vindt hij.
Ook is er geen DNA gevonden van Amerikaanse Vikingen. Maar Eske Willerslev geeft nog niet op. De Viking Leif Eriksson ontdekte Amerika waarschijnlijk rond het jaar 1000, lang voor Christoffel Columbus, en de hoogleraar zou graag de eerste zijn die er DNA van aantreft.
‘Op een gegeven moment duikt er een Vikingskelet op in Amerika, en dan kunnen we de dataset die we hier hebben gebruiken om vast te stellen of hij uit Denemarken, Zweden of waar dan ook vandaan kwam.’