De onderzoekers ontdekten de bijzondere toestand van de vis door een ander onderzoeksproject, waarbij ze stekelbaarseitjes bestudeerden. De embryo's waren gezond en levensvatbaar, maar de moeder, Mary, was opgezwollen en de dood nabij.
De onderzoekers maakten haar dood en haalden de bevruchte eitjes uit haar lijf. 56 embryo's groeiden uit tot volwassen vissen.
Visjes hadden twee ouders
De onderzoekers dachten in eerste instantie dat Mary zichzelf had gekloond, maar DNA-onderzoek wees uit dat de kleine visjes twee ouders hadden. De eitjes zijn dus door een mannetje bevrucht.
Mogelijk is Mary langs een plek gezwommen waar de eitjes van een ander vrouwtje waren bevrucht, en heeft een deel van dat zaad de weg gevonden door haar eileiders.
De onderzoekers houden nu in de gaten of met andere vissen hetzelfde gebeurt. Dat zou ons namelijk meer inzicht geven in een cruciaal moment in de evolutiegeschiedenis: mogelijk is het zo ook gegaan toen de eerste soorten levende jongen gingen baren.