shutterstock

The missing link ontbreekt nog

Onze voorouders scheidden 7 miljoen jaar geleden van de chimpansee – dachten de onderzoekers. Dat gebeurde in Afrika – dachten de onderzoekers. Nu brengen nieuwe vondsten en DNA-analyses het verhaal over ons verleden aan het wankelen. En het fossiel dat alles kan ophelderen, verstopt zich nog.

De voorouder van de mens is ontstaan in Europa, aldus een internationaal onderzoeksteam dat in 2017 twee wetenschappelijke artikelen uitgaf over een onderkaak gevonden in Griekenland en een tand uit Bulgarije.

Na analyse bleek dat de vondsten afkomstig waren van een soort op de evolutielijn die leidde naar de mens.

En aangezien de vondsten rond de 7,2 miljoen jaar oud waren, moet deze soort hebben geleefd kort nadat de gezamenlijke voorouders van mens en chimpansee uit elkaar gingen.

Dit zou volgens een van de onderzoekers, David Begun, plaatsgevonden hebben in het Middellandse Zeegebied.

Deze nieuwe soort, die Graecopithecus freybergi is gedoopt, trok het tapijt weg onder de gangbare theorie dat onze vroege voorouders in Afrika ontstonden.

Nieuw onderzoek verplaatst ons afscheid van de apen.

Maar er zijn meer vondsten en DNA-analyses die de afgelopen jaren flink aan onze stamboom hebben geschud. Dus het team zet nu vraagtekens bij alles wat we dachten te weten.

We zijn uit elkaar gegroeid

In de zoektocht naar de oorsprong van de mens is vooral één soort interessant: de meest recente voorouder die we delen met ons naaste familielid, de chimpansee.

Maar we weten niet hoe die eruit zag, want er zijn geen fossielen van gevonden. Een cruciaal moment in onze evolutionaire geschiedenis blijft voorlopig dan ook duister.

Toch kan de wetenschap ons iets vertellen over wat er met deze voorouder is gebeurd.

Vaak vertakt de stamboom van het leven zich als individuen van dezelfde soort twee groepen gaan vormen die generaties lang gescheiden van elkaar leven.

Mutaties – dat zijn veranderingen in het DNA – die willekeurig optreden in de ene groep, zullen zich dan niet naar de andere verspreiden, waardoor de groepen zich elk een richting op kunnen ontwikkelen.

En hoe groter de verschillen in de omgeving van deze twee groepen, hoe sneller ze genetisch van elkaar zullen scheiden, want die omgeving bepaalt welke mutaties gunstig zijn.

Genen blijven ook na de aftakking heen en weer gaan tussen de voorouders van mens en chimpansee. 4 miljoen jaar deed deze tak aan de stamboom erover om zich te splitsen.

© shutterstock/Lotte Fredslund

Tot voor kort dachten evolutiebiologen dat de gemeenschappelijke voorouders van mens en chimpansee zich 6 à 7 miljoen jaar terug in twee groepen splitsten.

Ze kwamen daarop uit door de genetische verschillen te tellen en te vergelijken met de kennis over de gebruikelijke snelheid waarmee zulke verschillen optreden.

De afgelopen decennia is echter gebleken dat het niet zo eenvoudig ligt. Britse onderzoekers deelden in 2014 mee dat er iets mis was met de methode die tot dan toe was gebruikt.

Nieuwe genetische verschillen ontstaan maar half zo snel als eerder werd aangenomen, dus we zijn niet 6 à 7 miljoen jaar terug van de chimpansees gescheiden, maar 13 miljoen jaar geleden.

Scheiding sleept zich voort

Dit betekent echter niet dat onze voorouder 13 miljoen jaar geleden ineens twee soorten werd. Uit een analyse van onderzoekers uit de VS uit 2006 blijkt dat de ontwikkelingslijnen er lang over deden om echt afscheid van elkaar te nemen.

Toen de onderzoekers naar het aantal genetische verschillen in gebieden van het DNA keken, kwamen daar andere tijdstippen van de scheiding uit.

Het lijkt er dus op dat het vanaf het begin van de scheiding 4 miljoen jaar duurde voordat de twee evolutielijnen volledig ophielden met het vermengen van hun genen.

Onze gemeenschappelijke voorouders waren dus niet in één keer uit elkaar. Het proces begon 13 miljoen jaar geleden met een gedeeltelijke scheiding en duurde zeker 4 miljoen jaar.

In die periode hadden de twee partijen regelmatig geslachtsgemeenschap.

De voorouder van de mens verliet het nest.

Ongeveer 9 miljoen jaar terug werden de ontmoetingen zeldzamer en groeiden de lijnen uit elkaar, totdat ze niets meer met elkaar te maken wilden hebben.

Klimaat drijft mens en aap uiteen

De drijvende kracht achter de scheiding was waarschijnlijk de klimaatverandering die wereldwijd toesloeg en die de omgeving van onze gemeenschappelijke voorouder sterk veranderde.

Analyses van boorkernen van de zeebodem laten zien dat de hele aarde 8 miljoen jaar geleden veel kouder werd. De ijskappen aan de polen groeiden en wereldwijd werd het klimaat droger. In grote delen van Afrika maakten dichte bossen plaats voor een open savannelandschap.

© shutterstock/Lotte Fredslund

Savanne dwong ons lichaam een andere kant op

De voorouders van de mens gingen de savanne op, terwijl de chimpansees in het bos bleven. Door het nieuwe leven op de open vlakten richtte de mens zich op en veranderde de vorm van vrijwel al zijn botten.

Schedel verandert door Rechte rug

Door rechtop te gaan lopen kwam de verbinding tussen de ruggengraat en het hoofd bij mensen verder naar voren onder de schedel dan bij de chimpansee. En onze kiezen zijn sterker geworden door ander voedsel.

Rechtop lopen leidt tot curves

De ruggengraat van de chimpansee is krom, die van ons is S-vormig om stabiel rechtop te kunnen lopen. Door een breder bekken blijven we beter in evenwicht en kunnen we kinderen met grote hersenen baren.

Leven op de grond vormt de handen

Met zijn lange armen en vingers kan de chimpansee zich vasthouden en in de bomen slingeren. Bij ons zijn de handen korter, maar is de duim langer en kan hij bijvoorbeeld met de wijsvinger de pincetgreep maken.

Lang lopen zet grote teen naar voren

Met onze lange benen kunnen we efficiënt lopen. Anders dan de chimpansee hebben we ook een stijve wreef, wat het lopen stabiliseert, en onze grote teen is naar voren gekomen om ermee af te kunnen zetten.

Deze veranderingen brachten nieuwe soorten met zich mee, die zich aanpasten aan de savanne, en onze voorouders kregen nieuwe eigenschappen om dit alles aan te kunnen.

Opvallend is het rechtop lopen. Op de open vlakte is het een voordeel om ver te kunnen zien, en dat gaat beter vanuit de hoogte.

Ook bespaarden we met die wijze van bewegen energie en konden we lange afstanden lopen om voedsel te vinden.

Dat leidde weer tot veranderingen in spieren en skelet, soms noodzakelijk omdat de balans en belasting van het lichaam veranderden, soms omdat behoeften verdwenen.

Zo was boomklimmen niet langer belangrijk en hadden we de handen vrij voor andere doeleinden, waaraan ze zich aanpasten.

Wie veranderde het meest?

De meeste evolutiebiologen denken dat de gemeenschappelijke voorouder van mens en chimpansee het meest op de aap leek, want die voorouder leefde in het bos, net als de chimpansee nu. Daarom moeten mensen meer zijn veranderd dan de chimpansee.

De 13 miljoen jaar oude Nyanzapithecus alesi zag eruit als een gibbon maar was een tragere klimmer, zoals de chimpansee.

© Fred Spoor

Maar het is evenzeer mogelijk dat onze gezamenlijke voorouder noch erg op ons, noch op de chimpansee leek. In 2014 dook in Kenia een 13 miljoen jaar oude schedel van een apenjong op.

Als volwassene zou het dier slechts 11 kilo hebben gewogen, en de schedel lijkt op die van gibbons, een groep apen die zich bijna 20 miljoen jaar geleden van ons heeft afgetakt.

De wetenschappers denken echter niet dat het dier, dat later Nyanzapithecus alesi is gedoopt, een gibbon is. Het valt onder een groep waaruit alle apen zijn voortgekomen, inclusief wijzelf.

Onderzoek van het binnenoor van de schedel wees uit dat de evenwichtsorganen van de aap niet geschikt waren om in bomen te slingeren, zoals gibbons doen.

Hij was waarschijnlijk een langzame boomklimmer, net als de chimpansee. Dat het dier leefde als een chimpansee – en in een tijd dat we van de chimpansee gingen scheiden – stemt tot nadenken.

Want als onze voorouder op Nyanzapithecus leek, dan is de chimpansee sindsdien net zo veranderd als wij.

Belangrijk bot is verdwenen

Onderzoekers hebben vrijwel geen fossielen gevonden van soorten op de evolutielijn van de chimpansee. Ze weten daarom niet hoe de aap zich heeft ontwikkeld nadat we uit elkaar gingen.

Wat onze eigen lijn betreft is er minstens een handvol fossielen om mee te werken. Het oudste is een schedel die in 2002 in Tsjaad in Centraal-Afrika opdook.

De soort heet Sahelanthropus tchadensis en dit exemplaar kreeg de naam Toumaï.

Franse onderzoekers dateerden deze vondst op 6,8 tot 7,2 miljoen jaar ouderdom, maar zeiden dat Toumaï rechtop liep, omdat de schedel op een verticale ruggengraat lijkt te hebben gezeten.

Daar worden nu echter vraagtekens bij gezet. Andere onderzoekers zouden een dijbeen onderzocht hebben dat samen met de schedel is gevonden en dat erop duidt dat Toumaï op handen en voeten liep.

© PHILIPPE PLAILLY/SPL

Afrikaanse soort gold als the missing link

  • Soortnaam: Sahelanthropus tchadensis.

  • Tijdstip: 7,2-6,8 miljoen jaar geleden.

  • Verwantschap: Vóór Graecopithecus freybergi werd ontdekt, gold Sahelanthropus als de meest nabije voorouder van mens en chimpansee – maar zijn plek op de stamboom is nog altijd omstreden.

Als ze gelijk hebben, moet Toumaï meer verwant zijn geweest aan de chimpansee dan aan ons. Maar het dijbeen is later op mysterieuze wijze verdwenen, dus er valt nu nauwelijks nog uitsluitsel te geven.

Hieruit blijkt hoe verschillend wetenschappers fossielen kunnen interpreteren. In hun hang naar prestige trekken ze soms grote conclusies uit incomplete vondsten, met als resultaat een rommelig verhaal over onze vroege ontwikkeling.

Voorouder kan overal zijn

Naarmate we de evolutielijn van de mens verder volgen, worden de vondsten talrijker en neemt de zekerheid daarover toe.

Veruit de meeste fossielen komen uit Afrika, en lange tijd waren biologen ervan overtuigd dat hier onze soort is ontstaan toen aap en mens uit elkaar gingen.

Maar ook dit beeld wankelt door vondsten als Graecopithecus freybergi in Griekenland en Bulgarije.

De klimaatverandering die in Afrika een nieuw milieu creëerde, sloeg ook in Europa toe. Ook hier maakten bossen plaats voor savannen, en de voorouder van chimpansee en mens had net zo goed hier kunnen leven – of hier én in Afrika.

De klimaatverandering leidde namelijk niet alleen tot nieuwe landschappen; soms zat er zo veel water als ijs aan de polen vast dat de zeespiegel sterk daalde. 7,2 miljoen jaar terug, ten tijde van Graecopithecus freybergi, was die zo laag dat de Middellandse Zee droogstond.

Er was dus een brug tussen Afrika en Europa, en misschien is onze gemeenschappelijke voorouder die overgestoken. Alleen door meer fossielen uit die periode te vinden, kunnen wetenschappers bepalen waar onze breuk met de chimpansee plaatsvond.