Een kaakbeen, een paar tanden en een pinkbotje.
Daar moeten onderzoekers het mee doen als ze zich een beeld willen vormen van de denisovamens, die tot 40.000 jaar geleden zij aan zij leefde met de Neanderthalers en onze eigen soort.
Mogelijk is de soort nog later uitgestorven. Toch hebben wetenschappers nu het skelet en de schedel van Homo denisova weten te reconstrueren en vergelijken met die van de Neanderthalers en onszelf.
Overeenkomsten met Neanderthaler
Onderzoekers van de Stanford University in de VS onderzochten DNA van een pinkbotje van een denisovameisje dat 40.000 jaar terug leefde.
Ze identificeerden de genen die actief waren bij denisova en vergeleken die met actieve genen bij onze soort en de Neanderthaler.
Denisova leek het meest op Neanderthaler
Uit nieuw DNA-onderzoek blijkt dat de schedel van de denisovamens (links) qua bouw dichter bij die van de Neanderthaler (onderaan rechts) lag dan bij die van ons (bovenaan rechts).

Platte kruin
De top van de schedel was vlakker dan bij ons, maar leek op die van de Neanderthaler.
Laag voorhoofd
Het voorhoofd was lager dan bij Homo sapiens, zoals bij de Neanderthaler.
Grote schedelbasis
De basis waarop het brein rust was groter dan bij ons, net als bij de Neanderthaler.
Uitstekende kaak
De kaak was evenals die van de Neanderthaler lager dan die van ons.
Vingerkootje brengt anatomische verschillen aan het licht
Langs de DNA-streng bevinden zich speciale moleculen, de zogeheten methylgroepen, die laten zien of een gen actief is of niet, en dat levert een beeld op van de mate van botgroei op verschillende plaatsen in het lichaam.
Op basis van deze analyse ontdekten de wetenschappers dat de denisovamens in 56 aspecten van de Neanderthaler en Homo sapiens verschilde, en 32 daarvan resulteerden in een afwijkende anatomie.

DNA-onderzoek van een 40.000 jaar oud pinkbotje toont aan hoe de schedel en het skelet van de Denisovamens eruitzagen.
Zo had de denisovamens een breder bekken en een bredere borstkas dan de moderne mens en een smaller en vlakker gezicht dan de Neanderthaler.
En bij denisova was het bovenste deel van de schedel breder dan bij ons en de Neanderthaler.
De schedel van denisova leek het meest op die van de Neanderthaler, die platter was dan die van ons met een laag voorhoofd en forse wenkbrauwbogen.
Om de betrouwbaarheid van hun onderzoek te testen, deden de wetenschappers hetzelfde bij chimpansees, en de voorspelling van anatomische kenmerken klopte in 85 procent van de gevallen.