Shutterstock

Nieuwe vondst werpt licht op het einde van dinosauriërs van minuut tot minuut

Aardbevingen, vloedgolven en een regen van hete glasdruppels – een vondst laat nu voor het eerst tot in detail zien wat de dieren op aarde overkwam in de eerste minuten na de meteorietinslag die de dinosauriërs wegvaagde.

Een verblindende lichtflits treft het netvlies van een Triceratops – een tonnen zware dinosaurus met drie hoorns. Hij knippert met zijn ogen en staart nu langs de rivieroever naar de uitgestrekte oceaan waarin de rivier uitmondt.

Een gigantische zwarte wolk verschijnt langzaam boven de horizon. Dan begint de aarde te trillen onder zijn poten.

De volgende minuten trekken de aardschokken achter elkaar door de bodem en gooien bomen en dieren omver.

Na enige tijd ebben de schokken weg. Voorzichtig staat de dinosaurus op en kijkt naar de zee. In de verte is het water gestegen tot een enorme muur.

Het dier trekt zich nerveus terug, maar voelt nu een brandende golf van pijn op zijn geschubde rug. En dan nog een, en nog een. Gloeiend hete glazen bolletjes hagelen neer op het landschap en bomen staan in brand.

In zijn paniek merkt de dinosaurus niet dat de zee bij de rivierdelta nu hoog boven de kust uittorent. Kort daarna rolt een gigantische golf het binnenland in en sluit het zware dier in.

75 procent van de soorten op aarde stierf 66 miljoen jaar geleden plotseling uit.

Als het water zich terugtrekt, laat het een strook van verdronken en gewonde dieren tussen boomstammen en zeewieren achter.

Slechts een paar spartelende vissen vechten nog voor hun leven. Dan spoelt er weer een golf over de kust, die het macabere tafereel onder een dikke laag modder bedelft.

Zo zag de realiteit eruit in de noordelijke VS toen er een enorme meteoriet op aarde insloeg.

En nu, 66 miljoen jaar later, heeft een Amerikaans team van wetenschappers de oeroude modderlaag ontdekt en voor het eerst achterhaald wat er is gebeurd in de eerste noodlottige minuten na de inslag die de dinosauriërs wegvaagde.

Vader en zoon vinden de oorzaak

De dinosauriërs heersten 160 miljoen jaar over de aarde, tot ze plotseling verdwenen. Slechts wat kleine, gevederde dinosauriërs overleefden en ontwikkelden zich tot onze vogels.

Over de oorzaak van die verdwijning is meer dan 100 jaar gediscussieerd en tal van verklaringen zijn geopperd, zoals gekrompen hersenen, een pandemie en ‘geen zin in seks’.

In de jaren 1970 luidde de theorie dat de ramp werd veroorzaakt door zware vulkaanuitbarstingen, maar in 1980 kwam een groep Amerikaanse wetenschappers onder leiding van vader en zoon Luis en Walter Alvarez tot een ander inzicht.

De zoon was geoloog en had in Italië monsters van rode klei genomen uit de eindtijd van de dinosauriërs.

Terug in de VS onderzocht hij de bodemmonsters samen met zijn vader, natuurkundige en Nobelprijswinnaar.

Ze probeerden het verschil tussen het bovenste en onderste gedeelte van de laag klei in kaart te brengen, maar ontdekten iets wat vele malen interessanter was.

De kleilaag bevatte ongewoon veel van het element iridium, dat erg zeldzaam is op aarde maar dat wel veel op planetoïden is te vinden.

De twee wisten nu dat ze iets groots op het spoor waren, maar moesten eerst zien uit te sluiten dat de iridiumlaag door een lokaal Italiaans verschijnsel veroorzaakt was.

In Nieuw-Zeeland en Denemarken bekeken ze daarom meer kleilagen uit die tijd – en weer vonden ze veel iridium.

Vader en zoon Alvarez twijfelden er niet meer over: een enorme meteoriet was op aarde ingeslagen en had hier overal sporen achtergelaten.

De eerste seconden: Meteoriet gooit met gesmolten gesteente

Een massief metaalhoudend lichaam, groter dan de Mount Everest, knalt met 100.000 km/h op aarde. De inslag verandert de bodem in een dikke brij en giet gesmolten gesteente uit over de planeet.

Gast van Jupiter wordt verpulverd

De meteoriet met een diameter van circa 12 kilometer komt uit de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter. Hij treft de aarde met de kracht van 21 miljard atoombommen en verpulvert zichzelf totaal.

25 biljoen ton gesteente stijgt op

Door de botsing met de meteoriet vliegt zeker 25 biljoen ton gesteente en gas uit de aardkorst en -mantel de atmosfeer in. Het materiaal belandt overal op aarde en beïnvloedt het klimaat tientallen jaren.

Berg van gesmolten gesteente verrijst

Aan boorkernen van de krater is te zien dat de inslag eerst een gat slaat van 25 kilometer diepte. Dan vormt de terugverende bodem in enkele minuten een 15 kilometer hoge berg van het gesmolten gesteente.

Tsunami van 1500 m verspreidt zich

De meteoriet slaat in de Golf van Mexico in en brengt een 1500 meter hoge tsunami voort. De dagen daarop verspreidt de golf zich over de hele aarde en grote vloedgolven overspoelen de kust van alle continenten.

© Claus Lunau & Shutterstock

De inslag heeft moeiteloos grote delen van het leven op aarde kunnen wegvagen. Vooral vader Luis begreep welke omvang de ramp moest hebben gehad.

Op 6 augustus 1945 vloog hij als waarnemer vlak achter het vliegtuig dat de atoombom boven Hiroshima liet vallen. De meteoriet die 66 miljoen jaar geleden op aarde insloeg, had een impact van miljarden atoombommen.

De theorie werd met bewondering maar ook met scepsis ontvangen. Vooral één vraag drong zich op: Waar is dan de krater? Tien jaar later kwam het antwoord.

Vlak bij het schiereiland Yucatán in Mexico was er een krater met een diameter van 180 kilometer uit de tijd dat de dinosauriërs verdwenen.

Vulkanen bedekken India met lava

Niet dat het debat over de ondergang van de dinosauriërs daarmee voorbij was. De aarde was weliswaar getroffen door een flinke meteoriet, maar volgens veel onderzoekers waren de dinosauriërs toen al op hun retour. En ze hadden wel een idee over de oorzaak.

In India bevinden zich de Deccan Traps, een geologische formatie die aan het eind van het dinosaurustijdperk is gevormd door vulkanisme.

Hier hebben de onderzoekers een 2 kilometer dikke laag oeroude lava gevonden, die rond de 500.000 vierkante kilometer beslaat. De vulkanen begonnen 300.000 jaar voordat de meteoriet insloeg vermoedelijk al uit te barsten, en ze hadden ongetwijfeld een impact op het dierenleven.

De temperatuur van de aarde vloog in de tijd van de uitbarstingen op en neer, en soorten zijn waarschijnlijk de zee in gedreven.

De vraag is hoe zwaar het leven op aarde door deze uitbarstingen werd getroffen. Ze kunnen de hoofdoorzaak van de massale uitroeiing zijn geweest waar de meteoriet altijd de schuld van krijgt, maar ze kunnen ook een beperkt effect hebben gehad.

We zouden moeten weten in welke volgorde de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. De uitbarstingen begonnen vrijwel zeker vóór de inslag, maar het kan zijn dat de grootste pas later kwamen.

Verder zijn de analyses tegenstrijdig: volgens sommige waren de dinosauriërs vóór de inslag al verzwakt en volgens andere waren ze juist in topvorm.

Het probleem is dat we slechts enkele vindplaatsen kennen van het eind van het dinosaurustijdperk, en geen daarvan bevat fossielen uit de inslagperiode.

Maar nu is er een nieuwe vondst opgedoken. In een groot, verlaten gebied in het noorden van de VS bevindt zich een soort prehistorisch Pompeï met goed bewaard gebleven restanten van dieren die vlak na de inslag van de meteoriet een gewelddadige dood stierven.

Vissen stikken in glazen bolletjes

De paleontoloog Robert DePalma van The Palm Beach Museum of Natural History in Florida, VS, verwachtte er niet veel van toen een fossielenverzamelaar hem in 2012 over een plek met fossielen vertelde, in de buurt van het plaatsje Bowman in North Dakota.

Hier worden bijna dagelijks dinosauriërs gevonden, want Bowman ligt in de buurt van de fossielrijke Hell Creek-formatie in Montana, North Dakota, South Dakota en Wyoming. Deze badlands bestaan vooral uit gesteenten en kleiige grondsoorten, waar wind en water miljoenen jaren overheen zijn gegaan.

Op veel plaatsen zijn de lagen gesteente dan ook ontbloot. En ze bulken van de fossielen uit de tijd dat dinosauriërs als Triceratops en Tyrannosaurus regeerden.

De fossielenverzamelaar had geprobeerd de versteende vissen los te bikken, maar hij moest zijn pogingen staken, want ze waren te kwetsbaar. En daarom had hij DePalma getipt.

De paleontoloog vond inderdaad een aantal fragiele vissen in wat volgens hem ooit een prehistorisch meer was.

Maar er was iets bijzonders met de vissen die hij uit het gesteente loshakte: vele hadden ronde steentjes in hun kieuwen.

In Tanis regende het glazen bolletjes, die onder meer in versteend hars en in de kieuwen van fossiele vissen zijn gevonden.

© Robert DePalma

Daarin herkende DePalma direct tektieten: glazen bolletjes of brokstukjes die zijn ontstaan uit gesmolten gesteente. En het zijn bekende sporen van de meteorietinslag in de Golf van Mexico van 66 miljoen jaar geleden.

Bovendien vond hij stukjes kwarts, en onder de microscoop vertoonde dit mineraal duidelijke sporen van de extreme druk waaraan het had blootgestaan – nog een kenmerk van de botsing tussen de aarde en een ander hemellichaam.

Het begon hem te dagen dat hij wellicht op de plek stond waar het einde der tijden voor de dinosauriërs ooit was aangebroken. Hij huurde de plaats van de grondeigenaar, een lokale veeboer, en begon de aardlagen met een toenemend enthousiasme bloot te leggen.

Aan de afzettingen zag hij dat hier geen meer was geweest, maar een rivier, die buiten zijn oevers was getreden. Laag voor laag hakte hij de plek des doods uit. Met beitel en penseel bevrijdde hij fragmenten van ammonieten, inktvissen met schaal en algen, die zij aan zij lagen met verkoolde boomstammen, takken en wortels – waar

verder zoetwatervissen en botten van landdieren tussen te vinden waren, waaronder die van de dinosaurus Triceratops.

DePalma noemde de plek Tanis, naar een Oudegyptische koningsstad, en bracht in 2019 eindelijk zijn ontdekking naar buiten. Zo laat hij ons meekijken met de laatste noodlottige minuten van de dinosauriërs.

Niemandsland

Tanis ligt in een verlaten deel van North Dakota, VS. Het landschap is gevormd aan het eind van het krijt en in het begin van de periode daarna, het paleogeen.

Robert DePalma & Robert DePalma/The University of Kansas/AFP/Ritzau Scanpix & Richard Barnes

Fossielen behouden hun vorm

De paleontoloog Robert DePalma graaft onder meer fossiele boomstammen uit bij Tanis. De fossielen hebben hun oorspronkelijke driedimensionale vorm nog.

Robert DePalma & Robert DePalma/The University of Kansas/AFP/Ritzau Scanpix & Richard Barnes

Fossielen worden ingepakt

De kwetsbare fossielen worden verpakt in gips en dan pas verplaatst. In het lab worden gips en gesteente verwijderd om de fossielen te kunnen bestuderen.

Robert DePalma & Robert DePalma/The University of Kansas/AFP/Ritzau Scanpix & Richard Barnes

Inslag verplettert mineralen

De inslag slingerde stukken kwarts 3000 kilometer naar Tanis – en naar de rest van de wereld. Door de druk van de inslag is het mineraal geplooid en gebarsten.

Robert DePalma & Robert DePalma/The University of Kansas/AFP/Ritzau Scanpix & Richard Barnes

Vissen hebben vinnen nog

Bij Tanis vonden de onderzoekers fossielen van uitgestorven verwanten van steur en lepelsteur. Graten, schubben, vinnen en kieuwen zijn nog extreem gaaf.

Robert DePalma & Robert DePalma/The University of Kansas/AFP/Ritzau Scanpix & Richard Barnes

Bekende geoloog naar Tanis

De geoloog Walter Alvarez, die in 1980 hielp met het documenteren van de inslag, onderzoekt een stukje steen dat de meteoriet naar Tanis heeft verplaatst.

Robert DePalma & Robert DePalma/The University of Kansas/AFP/Ritzau Scanpix & Richard Barnes

Rivier trad buiten zijn oevers

DePalma’s Tanis was 66 miljoen jaar geleden een subtropische rivierdelta met moerassen, cipressen en tempelbomen. De rivier stond enkele kilometers oostelijker in verbinding met een grote binnenzee, die dwars door de VS liep.

Deze zee strekte zich uit van de Golf van Mexico tot aan het noordelijkste puntje van de VS, en Tanis lag in het noorden, circa 3000 kilometer van de plaats vandaan waar de meteoriet op aarde insloeg.

Toen DePalma de plek vond, was het een massagraf van planten en dieren van land, zoetwater en zee – allemaal op dezelfde dag gestorven, 66 miljoen jaar geleden. Als een rechercheur ging hij aan de slag om uit te vogelen wat er gebeurd was.

De eerste minuten: Schok leidt tot reuzengolven

Door de meteorietinslag komen watermassa’s in beweging, zoals wanneer je tegen een volle teil trapt. Bij Tanis in het noorden van de VS, 3000 kilometer van de inslag vandaan, bedelft een rivier dieren en planten onder de modder.

© Claus Lunau & Shutterstock

Meteoriet laat aarde schudden

De inslag leidt tot een aardbeving die duizenden keren zo krachtig is als de aardbevingen die we kennen uit de moderne tijd. Drie golven van de aardbeving treffen Tanis in North Dakota, VS – 3000 kilometer verderop – op circa 6, 10 en 13 minuten na de inslag.

Binnenzee vormt vloedgolven

Door de aardbeving ontstaan er zelfs in meren en binnenzeeën overal op aarde vloedgolven van soms wel 100 meter hoog. Dat geldt ook voor de enorme binnenzee die dwars door de VS loopt, van Texas in het zuiden tot North Dakota en Tanis in het noorden.

© Claus Lunau & Shutterstock

Gigantische golven teisteren rivieroevers

Tanis ligt aan een rivier op enkele kilometers van een Amerikaanse binnenzee, maar wordt binnen twee uur na de inslag toch getroffen door twee minstens 10 meter hoge golven. Die gooien weekdieren en vissen uit de zee en rivier op het land en bedelven dinosauriërs en andere landdieren onder een metersdikke laag zand en modder.

De vondstplek omvat verschillende lagen gesteente, zoals ook de 1,3 meter dikke laag met de pas ontdekte fossielen. Daaronder liggen schuine lagen gesteente die ooit de oevers van een rivier vormden.

En boven de laag ligt een paar centimeter rode klei vol iridium, dat op aarde is beland in de dagen, weken en misschien jaren na de inslag.

De laag met fossielen zelf bestaat uit versteende modder of fijn zand. Het onderste deel is bij één hevige gebeurtenis de oever op geslingerd.

Dit deel vertoont geen sporen van uitdroging, wat erop duidt dat het vrij snel daarna is bedolven door het bovenste deel van de laag.

© Claus Lunau & Shutterstock

Golf gooit met vissen

Bij de vindplaats Tanis zijn stapels vissen – oeroude verwanten van de steur en de lepelsteur – uitgegraven, naast onder meer boomstammen. De vissen liggen parallel aan elkaar, wat erop duidt dat ze door een grote vloedgolf aan land zijn gegooid.

Dit deel vertoont geen sporen van uitdroging, wat erop duidt dat het vrij snel daarna is bedolven door het bovenste deel van de laag.

Onder de fossielen zijn veel zeedieren, waaruit DePalma opmaakt dat de laag in zijn geheel gevormd moet zijn door twee enorme golven uit zee, die via de rivier kilometers landinwaarts kwamen en hun materiaal daar op de oevers deponeerden.

De schuine oevers staken minstens 10 meter boven het normale waterpeil van de rivier uit en zijn helemaal tot bovenaan door het materiaal uit de golven bedekt. Die golven zijn dus zeker 10 meter hoog geweest.

Door de hele laag heen zijn glasbolletjes van de inslag gevonden. Uit berekeningen blijkt dat de eerste glasbolletjes 13 tot 25 minuten na de inslag de lucht boven Tanis moeten hebben bereikt, waarna het twee uur lang glas heeft geregend. De laag moet dus in dat tijdsbestek zijn gevormd.

Het tafereel in Tanis deed denken aan de gevolgen van een tsunami, die immers ook een puinhoop achterlaat. Maar DePalma is ervan overtuigd dat er in Tanis geen sprake was van een tsu­nami.

© Claus Lunau & Robert DePalma & Shutterstock

De eerste uren: Gloeiend glas doodt dieren

40.000 kubieke kilometer gesmolten gesteente in de vorm van glazen druppels wordt over de planeet uitgestort. In de atmosfeer stollen ze tot hagelstenen, die met 36.000 kilometer per uur neerslaan op de planten en dieren op aarde.

Meteoriet gooit met glazen druppels

Door de meteorietinslag smelt het gesteente in de zeebodem. Zo’n 40.000 kubieke kilometer gesmolten gesteente – in de vorm van glazen druppels – vliegt de hele aarde over. Een deel van de druppels belandt in de ruimte, waar ze vermoedelijk helemaal tot aan Jupiter komen.

Regen van glas daalt neer

De glazen druppels stollen tot bolletjes in de atmosfeer. De eerste bolletjes hagelen 13-25 minuten na de inslag neer op de vindplaats Tanis, en de glasregen houdt twee uur aan. In de atmosfeer verhitten de bolletjes de lucht om zich heen en steken ze vermoedelijk de vegetatie op aarde in brand.

Glazen bolletjes verstikken vissen

De glazen bolletjes zijn een millimeter in doorsnee, maar treffen dieren en planten met wel 36.000 km/h. De eerste bolletjes zijn nog niet op Tanis gevallen of twee reuzengolven spoelen vissen aan land. Uit de fossielen blijkt dat er glas in hun kieuwen is beland, waardoor ze mogelijk zijn gestikt.

De meteoriet leidde weliswaar tot gigantische vloedgolven die vrijwel de hele wereld rond gingen, maar die bereikten Tanis niet. De binnenzee waarmee de rivier de Tanis in contact stond, had laag water, dus een tsunami zou onderweg zijn kracht verliezen.

Bovendien zou een vloedgolf vanuit Mexico er 18 uur over doen om Tanis te bereiken, terwijl de plek hoogstens twee uur na de inslag werd getroffen.

Volgens DePalma en zijn team had Tanis te maken met een ‘seiche’, een golf in een halfgesloten watermassa die overeenkomt met de golven die je ziet als je bijvoorbeeld tegen een teiltje water trapt.

Zo’n golf kan worden veroorzaakt door een aardbeving op duizenden kilometers afstand.

Rond een fjord in Noorwegen zagen bewoners in 2011 golven van tegen de 2 meter verrijzen, een half uur nadat er in Japan een aardbeving was geweest – 8000 kilometer verderop. De schok had een 9,2 op de momentmagnitudeschaal, de moderne versie van de Schaal van Richter.

De meteorietinslag van 66 miljoen jaar geleden leidde tot een aardbeving van 10 tot 11,5 op diezelfde schaal, en was dus 2800 keer zo krachtig als de aardbeving in 2011. En zulke zware aardbevingen kunnen overal op aarde seiches van wel honderden meters hoog hebben voortgebracht.

DePalma en zijn collega’s hadden voor het eerst een gedetailleerd beeld geschetst van de eerste minuten en uren na de inslag. Maar ze zijn nog lang niet klaar.

Tot nu toe hebben ze enkele fossielen onderzocht, maar mogelijk bevat Tanis een schat aan buitengewone fossielen – waaronder botten van allerlei dinosauriërs en zoogdieren, goed bewaard gebleven veren en eieren met een jong erin.

Als dat klopt, dan maakten de dinosauriërs – in elk geval in Noord-Amerika – het tot aan de inslag uitstekend. En dan lijkt het er sterk op dat de meteoriet – en dus niet een reeks vulkaanuitbarstingen – een einde aan de wereldheerschappij van de dinosauriërs heeft gemaakt.

Zwarte dag voor de aarde

Tanis is niet de enige 66 miljoen jaar oude ‘plaats delict’ die wordt uitgekamd. In 2016 nam een internationaal onderzoeksteam boormonsters van de inslagkrater in de Golf van Mexico, tussen 506 en 1335 meter onder zeeniveau.

En in 2019 konden onderzoekers aan de hand daarvan de inslag van minuut tot minuut nabootsen. Ook ontdekten ze diverse lagen steenkool in de krater.

Die is waarschijnlijk afkomstig van verbrande bomen en planten – een verrassende vondst, want de meteoriet sloeg ver van het land in.

De onderzoekers denken dat er bossen tot op 1500 kilometer afstand in brand vlogen, waarvan de verkoolde restanten twee à drie uur later door de tsunami’s die over Mexico spoelden, de krater in werden geworpen.

Een laag kolen boven op de eerste lijkt in de maanden of jaren daarna ontstaan te zijn. Deze laag kan afkomstig zijn van grote bosbranden die lange tijd steenkooldeeltjes de atmosfeer in hebben gestuurd – deeltjes die uiteindelijk in de krater zijn beland.

Dinosauriërs

Met boormonsters uit de meteorietkrater in de Golf van Mexico kunnen we herleiden wat er met het gesteente is gebeurd in de seconden en minuten na de inslag.

© Aurion Rae/ECORD/IODP

Deze bosbranden zijn waarschijnlijk aangestoken door de glazen bolletjes en stenen die na de inslag op aarde neerregenden.

Vuur en vloedgolven waren echter niet de ernstigste gevolgen van de inslag.

2500 miljard ton woog de meteoriet die 66 miljoen jaar geleden insloeg.
© Claus Lunau & Robert DePalma & Shutterstock

De boormonsters tonen iets veel desastreuzers: de meteoriet stortte neer op rotsen met 30 tot 50 procent zwavelhoudende mineralen, en door de impact kwam veel zwavel vrij in de vorm van gas.

Het gesteente bevatte ook een grote hoeveelheid koolstofhoudende mineralen en organische stoffen die bij de botsing werden omgezet in kooldioxide en roet.

In totaal kan er wel 325 miljard ton zwavel, 425 miljard ton kooldioxide en zeker 1,8 miljard ton roet vrijgekomen zijn.

Koolstofdioxide houdt de aardwarmte vast en warmt de aarde dus op, maar zwavel en roet blokkeren het zonlicht en hebben juist het tegenovergestelde effect.

De grote hoeveelheden zwavel en roet zijn jarenlang in de atmosfeer blijven hangen, waardoor het hier mogelijk wel 15 °C kouder was. Door het gebrek aan zonlicht konden planten geen fotosynthese meer uitvoeren en zijn hele ecosystemen met planten, herbivoren en carnivoren en al ingestort.

Veel zwavel vormde samen met waterdamp zure regen, waardoor de zeeën verzuurden en veel van de zeedieren zijn omgekomen.

De eerste jaren: Roet en zwavel leiden tot ijstijd

40 miljard ton zwavelzuur regent neer op aarde. De eerste dagen na de inslag zijn een hel voor de dieren. Maar het wordt nog erger. Roet en zwavel verduisteren de hemel en bezorgen de overlevende dieren een extreme ijstijd.

© Shutterstock

Dagen: Zure regen teistert zeeën

Bij de inslag vliegen zwavelgassen de atmosfeer in, waar ze samen met waterdamp zwavelzuur vormen. De volgende drie dagen valt er zeker 40 miljard ton zuur op de planeet en worden veel zeedieren uitgeroeid.

© Shutterstock

Weken: Bossen staan in brand

Glasbolletjes die tijdens de inslag zijn weggeslingerd, storten neer en warmen de lucht op. In korte tijd is de atmosfeer als een oven die op 260 °C is ingesteld. Door de hitte ontstaan er overal op aarde bosbranden, die weken aanhouden.

© Shutterstock

Maanden: Zwarte wolk dooft licht

Roet en zwavel blokkeren het zonlicht en maanden- of jarenlang krijgt de aarde 98 procent zonne-energie minder. De fotosynthese van planten en algen is niet meer mogelijk, en als ze sterven stort de hele voedselketen in.

© Shutterstock

Jaren: Duisternis leidt tot kou

De gemiddelde oppervlaktetemperatuur op aarde vóór de inslag is circa 20 °C, maar doordat de planeet nu in duisternis is gehuld, daalt het kwik de jaren daarna 15 tot 30 °C. Pas drie decennia later krijgt de aarde zijn vroegere temperatuur terug.

Had de meteoriet gesteenten getroffen met een lager koolstof- en zwavelgehalte, dan had hij waarschijnlijk niet zo’n massale extinctie veroorzaakt.

Volgens een aantal wetenschappers bevatte slechts 13 procent van de rotsen op aarde grote hoeveelheden van die stoffen, dus de dinosauriërs hadden extreem veel pech.

Als de meteoriet een paar uur vroeger of later was ingeslagen, was hij neergekomen op een onschuldige plek in de oceaan, en zou de planeet niet 75 procent van zijn soorten verloren hebben – zoals vliegende dinosauriërs, zeereptielen en veruit de meeste dinosauriërs.

En dan waren zoogdieren misschien ook nooit de dominante groep dieren geworden.

VIDEO: Inslag op kleine schaal gereconstrueerd

Dinosauriërs leven toch voort

De ramp van 66 miljoen jaar geleden was zo omvangrijk dat het de vraag is hoe sommige dieren deze überhaupt overleefd kunnen hebben. Maar aan fossielen is het antwoord af te lezen.

Vooral kleine dieren overleefden, want die hebben niet zo veel voedsel nodig. Bovendien was het met dieren in meren en rivieren beter gesteld dan met dieren op het land en in zee.

Ecosystemen in rivieren en meren zijn minder afhankelijk van planten en algen, en hun voedselketen is gebaseerd op dood organisch materiaal. In de tijd net na de inslag waren er weinig planten en algen, maar aan dood organisch materiaal was er juist een overvloed.

Zelfs een groep dinosauriërs overleefde de catastrofe: de voorouders van de vogels.

De primitieve pinguïn Waimanu leefde slechts 5 miljoen jaar na de inslag.

© Roman Luchytel

Maar waarom deze groep wel, terwijl al hun naaste verwanten verdwenen? Misschien moeten we de verklaring niet zoeken in hun veren of vleugels, want die hadden veel andere dinosauriërs mogelijk ook, maar in hun tandeloze snavel.

Die was ideaal om de zaden van planten mee op te pikken – en zaden waren er genoeg, ook lang nadat de planten zelf waren verdwenen.

Slechts één tak van de stamboom van de dinosauriërs leefde voort, maar uit nieuw onderzoek blijkt dat die zich al snel heeft vermenigvuldigd.

Uit fossielen en genetische analyses van huidige vogels blijkt namelijk dat de ontwikkeling van vogels explodeerde na de inslag. Binnen enkele miljoenen jaren waren alle groepen vogels ontstaan.

De dinosauriërs werden heel zwaar getroffen door de meteoriet, maar met 10.000 huidige soorten – twee keer zo veel als bij de zoogdieren – zijn ze nog een van de meest soortenrijke groepen van gewervelde dieren op aarde.