
Enorme dinosauriërs hadden snavel
Een onderzoeksteam van de Duitse Universität Bonn heeft een raadsel opgelost dat paleontologen al jaren bezighield.
Op veel plekken ter wereld zijn dinosaurustanden gevonden die keurig op een rij staan, ook al was er geen kaakbeen dat ze vasthield al die miljoenen jaren onder de grond.
Iets moet ze op hun plek hebben gehouden. De conclusie van de Duitse onderzoekers is dat de sauropoden, grote plantenetende dinosaurussen, een snavel hadden.

Bakbeesten hadden vogelsnavel
Het team bestudeerde rijen tanden van diverse sauropoden, zoals de Camarasaurus, waarvan ook complete schedels gevonden zijn.
De Camarasaurus leefde ongeveer 150 miljoen jaar geleden, en de grootste bereikten een lengte van 23 meter en een gewicht van 45 ton. Onderzoek wijst uit dat de tanden slechts voor de helft slijtagesporen hadden – alleen aan de kant van de tandpunt.
Om de bovenkant van de boventanden en de onderkant van de ondertanden lag volgens de onderzoekers een snavelachtige structuur van keratine – het materiaal waar de snavel van vogels en ons eigen haar uit bestaan.
Snavel beschermde tanden
Ook bleek dat het kaakbeen van het dier kleine holtes had.
Daar liepen mogelijk bloedvaten die het snavelweefsel van voedingsstoffen voorzagen. Waarschijnlijk beschermde en stabiliseerde de snavel het gebit wanneer de dieren taaie planten als varens en dennentakken aten.