SHUTTERSTOCK

Dino’s liepen op voorpoten

Pootafdrukken van sauropoden in Texas brengen onderzoekers in de war, want die zijn alleen van de voorpoten. Nu denken de onderzoekers de verklaring te kunnen vinden in de manier waarop de dinosauriërs zwommen. Op het land gebruikten ze alle vier hun poten, maar op laag water trokken ze zich met hun voorpoten voort.

De zwaargewichten onder de dinosaurussen, de sauropoden, kon je niet over het hoofd zien. Ze konden wel 40 meter lang worden en 100 ton wegen.

Om dat forse gewicht te kunnen dragen, hadden ze krachtige, zuilachtige poten, maar ze liepen langzaam en konden vermoedelijk maar één poot per keer optillen.

Paleontologen stonden dan ook voor een raadsel toen ze in 2007 niet ver van Austin in Texas voetsporen aantroffen van sauropoden.

Sporen van sauropoden in Texas bleken alleen met de voorpoten te zijn gemaakt.

© Heritage Museum of the Texas Hill Country

Sauropoden liepen op hun handen

Elke afdruk had een diameter van 70 centimeter, dus het ging om enorme dieren, maar het gekke was dat de onderlinge afstand heel groot was. En nog mysterieuzer: de sporen waren alleen van de voorpoten van de dinosaurussen.

Onderzoekers van twee natuurhistorische musea en de Purdue University in de VS hebben nu echter een verklaring gevonden. Volgens hen liepen de sauropoden ‘op hun handen’, maar wel in het water.

De theorie is dat de dinosaurussen de sporen op de bodem van een rivier of een meer hebben gemaakt, en dat het water tot schofthoogte kwam. Ze zetten zich af met hun voorpoten en sleepten hun achterpoten achter zich aan.

© Jens Matthiesen

Sauropoden waren land- en waterdieren

De grote dinosaurussen bewogen makkelijker en eleganter in het water dan op het land.

Op het land:

Kleine pasjes: de sauropode kon maar één poot tegelijk optillen.

In het water:

Lange passen met de voorpoten. De achterpoten hingen los.

Zowel water- als landdieren

In dieper water hebben de sauropoden de bodem waarschijnlijk niet aangeraakt. Vanwege hun gewicht bleven ze uitstekend drijven in het water.

Ze hadden grote longen en hun botten waren voorzien van gaten voor lucht, waardoor ze beter konden zwemmen.

De onderzoekers denken zelfs dat de sauropoden zo veel in het water zaten dat ze best waterdieren genoemd zouden mogen worden.