Rauantiques
Dinosaurus, fossiel

5 dingen die je niet wist over dinosauriërs

De zoektocht naar de raadselachtige dinosauriërs duurt al eeuwen. Oude Chinezen dachten dat de fossielen van uitgestorven draken waren, en de Amerikaanse president was ervan overtuigd dat de reuzen nog springlevend waren.

1: Drakenbotten gevonden in de bodem van China

China, draken
© Wellcome Collection

Voorstellingen van draken hebben Chinezen al minstens sinds de Shang-dynastie (1600-1046 v.Chr.), maar de mythe werd gevoed toen ze in de oudheid en middeleeuwen fossielen van prehistorische dieren in de bodem vonden.

De historicus Chang Qu meldde rond 350 n.Chr. dat er veel drakenbotten waren gevonden in wat nu de provincie Sichuan is.

‘De draken zouden de bergen uit zijn gevlogen, maar toen ze beseften dat de hemelpoorten dicht waren, konden ze er niet in. Dus ze vielen dood neer en zakten later de bodem in. Daarom kun je drakenbotten opgraven,’ schreef Chang Qu.

De Chinezen legden de vondsten vast, bijvoorbeeld in tekeningen in de Bencao Pinhui Jingyao, een wetenschappelijk werk dat in 1505 aan de keizer werd gepresenteerd.

2: President jaagde op levende fossielen

Jefferson, portret
© Rembrandt Peale

De Amerikaanse president Thomas Jefferson (1801-1809) verzamelde fossielen. Hij was vooral geïnteresseerd in mastodonten, een soort olifanten die 10.000-25 miljoen jaar geleden leefden.

Jefferson gaf daarom de ontdekkingsreizigers Meriwether Lewis en William Clark opdracht botten mee terug te nemen van hun expedities naar het westen van de VS.

De vondsten bewezen dat de Amerikaanse mastodont een andere soort was dan de Europese. Jefferson had echter gehoopt dat er levende exemplaren zouden opduiken van dieren waarvan hij de botten had verzameld.

Hij geloofde niet dat dieren kunnen uitsterven. Als soorten zomaar kunnen verdwijnen, verstoort dat de natuurlijke orde, betoogde hij. Jefferson kwam daar later op terug – misschien omdat hij, ondanks talloze expedities, nooit vond wat hij zocht.

#3: Megalosaurus als eerste benoemd

Dijbeenbot, Megalosaurus
© The Natural History of Oxford-shire

De vleesetende Megalosaurus, die 66-208 miljoen jaar geleden leefde, was het eerste dinosaurusgeslacht dat in 1824 een naam kreeg. De naam bestaat uit het Griekse woord voor groot – megas – en hagedis – sauros. Megalosaurus was ook de eerste dinosaurus die in de literatuur werd afgebeeld.

Een tekening van zijn dijbeen verscheen in Natural History of Oxford-shire, een boek uit 1677 van Robert Plot, hoogleraar scheikunde aan de universiteit van Oxford.

Plot beschouwde het fossiel terecht als het dijbeen van een zeer groot dier. Zulke grote dieren leefden niet in Engeland, dus nam hij aan dat het bot afkomstig was van een Romeinse oorlogsolifant of een menselijke reus.

Al was Megalosaurus de eerste dinosaurus die werd beschreven, het fossielenbestand is onvolledig en we weten nog steeds weinig over het geslacht.

##4: Vrouwelijke pionier buitengesloten

Mary Anning, dinosaurus
© B.J. Donne

Als kind hielp Mary Anning haar vader bij het zoeken naar fossielen als ze gingen wandelen bij Lynn Regis in Dorset aan de zuidkust van Engeland.

Na haar vaders dood in 1810 bleef de toen 11-jarige Mary geïnteresseerd in oerdieren, en in de jaren daarna deed ze baanbrekende ontdekkingen.

In 1811 ontdekte ze een ichthyosaurus, een geslacht van zeereptielen dat 201-194 miljoen jaar geleden leefde.

Anning vond ook als eerste een skelet van een plesiosaurus.

Maar ze kreeg tijdens haar leven nooit erkenning. Mannelijke collega’s trokken haar vondsten in twijfel, en als vrouw werd ze uitgesloten van de prestigieuze Geological Society of London, een procedure die pas in 1904 veranderde.

Pas de laatste jaren is Annings bijdrage aan de paleontologie erkend, onder meer met een herdenkingsmunt in 2021.

##5: Dinosaurus had de verkeerde kop

Skelet, dinosaurus
© William Diller Matthew

In 1877 vond Charles Marsh een deel van een skelet van een plantenetende langhals met een lange staart. Hij noemde zijn vondst Apatosaurus. Het skelet had geen schedel en niemand wist hoe dat eruitzag.

Maar Marsh wilde zijn vondst in complete vorm wereldkundig maken, dus gaf hij het dier in 1883 de kop van een andere dinosaurus. De keuze viel op een Camarasaurus, waarvan Marsh aannam dat de schedel op die van de Apatosaurus leek.

Wetenschappers beseften al in 1903 dat er iets mis was, maar toen was de fout al zo geaccepteerd dat veel musea, zoals het American Museum of Natural History in New York, nog lange tijd reconstructies van Apatosaurus met de verkeerde schedel toonden.

Pas in 1979 corrigeerde het eerste museum de fout, zodat bezoekers Apatosaurus in zijn juiste vorm konden zien.

‘In de paleontologie leidt toegenomen kennis tot een groots verlies van overzicht.’ Alfred Romer, Amerikaans evolutiepaleontoloog