Zo wordt het aantal pk’s gemeten
Met behulp van twee metalen rollen en een computer wordt berekend hoeveel pk’s een automotor heeft.
Twee roterende metalen rollen, een rollenbank, meten het aantal pk’s van een auto.
Het vermogen van een automotor wordt gemeten met een zogeheten rollenbank, een apparaat met twee metalen rollen, waarop de aangedreven wielen van de auto worden geplaatst.
De rollen draaien met de wielen mee en worden vervolgens afgeremd, waarna de remkracht van de wielen en het aantal rotaties per minuut worden gemeten.
Gezinsauto heeft het nakijken
De motor van een gemiddelde gezinsauto heeft zo’n 150 pk, terwijl kleinere stadsauto’s rond de 75 pk zitten. Beide verbleken echter naast Formule 1-wagens, waarvan de motoren een vermogen hebben van wel 1000 pk.
Het verschil tussen een gezinsauto en een Formule 1-bolide wordt nog versterkt doordat de raceauto veel meer vermogen per kilo heeft. Om de gezinsauto even snel te laten zijn, moet de motor daarvan ten minste 1800 pk hebben.
Een paard is sterker dan één pk
Met die informatie kan een computer op basis van een formule het aantal pk’s berekenen. 1 pk is gelijk aan ongeveer 736 watt – het vermogen dat nodig is om een massa van 75 kg in 1 seconde 1 meter verticaal op te tillen.
Hoewel pk staat voor paardenkracht, komt 1 pk niet overeen met de energieprestatie van een paard. Een paard heeft namelijk 2,5 tot 10 paardenkrachten.