Zo start een straalmotor
Passagiersvliegtuigen worden aangedreven door grote straalmotoren die onder de vleugels zitten. Maar deze motoren kunnen niet zelfstandig starten en worden daarom op gang geholpen door een kleine motor achter in het toestel.

De grote straalmotoren onder de vleugels van passagiersvliegtuigen kunnen alleen starten met behulp van een derde motor achter in het toestel.
Gewone passagiersvliegtuigen hebben onder elke vleugel één grote straalmotor.
Die motoren zuigen aan de voorkant lucht naar binnen, die er aan de achterkant gecomprimeerd weer uitkomt.
Maar voor het opstijgen is een derde motor nodig: de APU in de staart van het toestel.