Als treinrails warmer worden dan zo’n 55 °C, neemt het risico op spoorspatting toe.
Dat wil zeggen dat een of beide rails op een baanvak een knik maken.
Spoorspatting ontstaat doordat metaal uitzet bij hitte, en op warme dagen kunnen de rails 20-25 °C heter worden dan de lucht.
Daardoor worden de rails langer, en doordat moderne spoorrails in kilometerslange secties aan elkaar gelast worden, ontstaat er veel druk in het metaal. Als de bielzen en het ballastbed (steenslag) de rails niet op hun plek kunnen houden, ontstaat er spoorspatting.
Vaak komen de rails eerst los van de ondergrond, en als er een 3000 ton zware trein passeert, worden ze omlaag en opzij geduwd.
Kromme rails veroorzaken rampen
Als de spoorwegbeheerder oordeelt dat er ergens spoorspatting kan ontstaan, wordt de maximumsnelheid verlaagd tot 50-100 km/h.
Dat vermindert de belasting, en daarbij is een ontsporing bij lage snelheid minder catastrofaal.
Alleen al in de VS ontsporen er 20-45 treinen per jaar door spoorspatting.
Het meest recente ernstige ongeluk gebeurde in 2002, toen 21 wagons van Amtrak, de nationale spoorwegmaatschappij van de VS, bij Crescent City in Florida van de rails liepen. Vier passagiers kwamen om, 142 belandden er in het ziekenhuis en de schade bedroeg circa 8 miljoen euro.