Pony.ai
Mensen staan bij zelfrijdende auto

China keurt eerste robottaxi’s goed

Het bedrijf Pony.ai is klaar om zo’n 100 zelfrijdende taxi’s te laten rijden in een Chinese miljoenenstad. Geavanceerde lasersensoren en een supersnelle computer zijn de ogen en hersenen van de taxi.

In mei doen zelfrijdende robottaxi’s hun intrede in de Chinese metropool Guangzhou.

Het techbedrijf Pony.ai, gesteund door autogigant Toyota, heeft als eerste in China een vergunning gekregen om 100 zelfrijdende taxi’s in te zetten.

De wedloop om de robottaxi is hevig en wordt onder meer gestreden door techgiganten als Google.

Chauffeur beschikbaar bij eerste ritten

In eerste instantie gaan de taxi’s van Pony.ai rijden in een regio van 800 vierkante kilometer in het havendistrict Nansha. Hier kunnen klanten de taxi’s oproepen via een app.

Tijdens de eerste ritten zijn de passagiers nog niet helemaal verstoken van menselijk contact, want er zit een menselijke chauffeur in de cockpit om het stuur over te nemen bij een gevaarlijke situatie.

Zelfrijdende witte auto op straat

Pony.ai heeft nu, in samenwerking met autogigant Toyota, de eerste volledige taxivergunning voor zelfrijdende auto’s in China.

© Pony.ai

Pony.ai heeft de taxi’s al een paar jaar getest met eerdere versies van de technologie, en na twee jaar zonder incidenten in China is de vergunning verleend.

Volgens de firma zullen de menselijke chauffeurs ‘in de nabije toekomst’ achterwege worden gelaten.

Dan zitten de passagiers in hun eentje in de zesde generatie van de hybride auto uit de Sienna-serie van Toyota, met een heleboel computerapparatuur onder de motorkap.

Laser ziet dode hoek

De taxi’s hebben 23 sensoren, waaronder zeven Lidar-sensoren, voor geavanceerde en nauwkeurige afstandsinschatting met behulp van laser.

De Lidar-sensoren werken een beetje als geluidsgevoelige sonar, want ze zenden hoogfrequente laserpulsen uit. De sensoren kunnen de afstand tot de omgeving berekenen op basis van de tijd die het duurt tot de lasersignalen worden weerkaatst door het oppervlak van bijvoorbeeld huizen of andere auto’s.

Vier sensoren op het dak bestrijken het hele gebied rond de auto, en drie aan de zijkanten meten korte afstanden en dode hoeken.

Daarnaast is de taxi voorzien van radars en camera’s met een groothoeklens, die afhankelijk van de navigatie-eisen dichtbij of veraf kunnen scherpstellen.

De data worden verzameld door de krachtige grafische processor Drive-Orin van Nvidia. Deze is gebouwd om de talrijke verkeersgegevens van de sensoren te verwerken en kan maar liefst 254.000 miljard berekeningen per seconde aan.

De technologie is ook voorzien machinelearning, waardoor de taxi zijn rijgedrag continu optimaliseert en leert van fouten.

Race tegen Google

De taxi’s van Pony.ai nemen het op het wereldtoneel op tegen onder meer Google, een van de pioniers op het gebied van zelfrijdende auto’s.

Google werkt sinds 2010 aan zijn robotauto’s en tikte afgelopen zomer de 20 miljoen testkilometers op de openbare weg aan.

Onder de naam Waymo heeft Google zijn eigen taxidienst gelanceerd in diverse Amerikaanse steden, het meest recent San Francisco, maar nog niet met een volledige taxivergunning.

Gerber, een Amerikaans advocatenkantoor gespecialiseerd in auto-ongelukken, schat dat er met zelfrijdende auto’s gemiddeld 9,1 ongelukken per miljoen gereden kilometers plaatsvinden, tegen 4,1 met traditionele auto’s.

Wel is de schade bij zelfrijdende auto’s meestal beperkter dan bij gewone auto’s.