Het pompsysteem van de benzinepomp is gebaseerd op het venturi-effect. Dit beschrijft de drukverlaging in een vloeistof als deze van een grotere naar een kleinere buis stroomt.
De drukval creëert een zuiging, die de benzinepomp gebruikt als beveiliging. Wanneer de benzine door een vernauwing in het vulpistool gaat, ontstaat er een zuigeffect dat de lucht door een klein buisje trekt.
Dat buisje mondt uit in het uiteinde van het vulpistool dat je in de vulopening van de auto steekt.

Het venturi-effect werkt zo: als een vloeistof van een grote naar een kleine buis stroomt, neemt de snelheid ervan toe, maar daalt de druk. Als de vloeistof dan weer terugstroomt in een grotere buis, neemt de snelheid af en stijgt de druk.
Elektronisch mechanisme zou levensgevaarlijk zijn
Als je begint te tanken, stroomt de lucht vrij terug door het buisje en kun je het handvat indrukken zodat de benzine eruit stroomt.
Maar als de tank vol is, staat de benzine zo hoog dat hij het openingetje in het vulpistool blokkeert. Daardoor stopt de luchtstroom en slaat de pomp af.
Het systeem werd in 1939 uitgevonden en is puur mechanisch. Het bevat dus geen elektronica die een potentieel risico vormt bij contact met de benzinedamp.