Hoe ziet het gat van een atoombom eruit?
De wolk van een atoombom kennen we. Maar hoe worden kernproeven onder de grond verricht?

Tegenwoordig vinden alle kernproeven ondergronds plaats, omdat er daarbij geen radioactief materiaal in de atmosfeer komt. Voordat een atoombom tot ontploffing wordt gebracht, wordt die afgezonken in een schacht van 200 tot 800 meter diep. Op de bodem daarvan wordt een holte van een paar meter gemaakt, waar de atoombom in wordt gelegd. Ook de meetapparatuur die de ontploffing moet registreren, wordt daar aangebracht in een stevige kist van lood. Tot slot wordt de schacht tot de rand toe opgevuld met stenen en grind.
Hoe de metingen van een kernproef exact worden uitgevoerd en hoe lang de apparatuur de proef overleeft, is geheim. De instrumenten blijven hooguit een fractie van een seconde intact nadat de atoombom tot ontploffing is gebracht.
Als de atoombom explodeert, ontstaan er een enorme druk en hitte die van invloed zijn op het omliggende gesteente. Door de ontstane vuurbal verdampt dat gesteente volledig en ontstaat er een holle ruimte, die wordt omgeven door een laag gesmolten gesteente. Het vaste gesteente daaromheen vertoont scheuren, die alle kanten op gaan.