Het water wordt zo ook radioactief en blijft daarom in een gesloten circuit. Een warmtewisselaar draagt de energie over op een ander watercircuit dat stoom produceert, waarmee de turbines en de generatoren elektriciteit voortbrengen.
Vorm maakt toren effectiever
Een derde watersysteem koelt de stoom van de turbines, waarna het water terugvloeit naar de warmtewisselaar. De koeltoren is in dit systeem de laatste fase en staat de overtollige warmte af aan de omgeving.
Dit water is schoon, maar te heet om direct naar een meer of rivier te laten vloeien. Door hun speciale vorm met een brede basis en top en een smal middenstuk zijn de torens effectiever.
Onder in de toren moet het volume groot zijn om het warme water te verstuiven. Bovenin dient het grote volume voor het mengen van de warme, vochtige lucht met koele omgevingslucht. De smallere passage midden in de koeltoren versnelt de warme lucht, waardoor deze sneller opstijgt.
De koeltorens zijn vaak meer dan 100 meter hoog om ervoor te zorgen dat de omgeving geen last heeft van de wolken van fijne waterdruppeltjes.