Wereldwijd eten we 156 miljoen ton suiker per jaar. Met zo’n hoeveelheid zou iedereen op aarde het leven met bijna een pond suiker per week verzoeten. Maar in het westen consumeren we meer dan in de rest van de wereld. Een gemiddelde Amerikaan haalt zo’n 20 procent van zijn dagelijkse behoefte aan calorieën uit suiker in frisdrank, snoep en koek – wat neerkomt op 445 kilocalorieën.
Wetenschappers willen nu wel eens weten waardoor de consumptie zo is doorgeschoten. Suiker heeft zo’n sterk effect op ons lichaam dat het welhaast verslavend is. Bovendien is al die zoetigheid een directe bedreiging voor onze gezondheid gaan vormen.
Suiker was exotische specerij
Suiker hoort tot onze dagelijkse kost, en we staan er niet al te vaak bij stil dat de witte kristallen schadelijk zijn. De verklaring daarvoor is dat suiker, ondanks onze enorme consumptie, geen natuurlijk voedsel is voor de mens. Tot een paar duizend jaar terug kregen mensen alleen suiker binnen via fruit, honing of bessen, en daar hadden ze niet veel van.
Met name in de koudere contreien was het zoete buffet van de natuur maar een paar maanden per jaar geopend. Pas zo’n 1500 jaar geleden begonnen we serieus suikerriet te telen en zuivere suiker te winnen. Aanvankelijk strooide de bovenklasse suiker over het eten als een exotische specerij, maar langzaam maar zeker is het een belangrijk deel van ons dagelijkse menu geworden.
Gewone witte suiker, die we over de cornflakes strooien, heet in vaktaal sucrose. Die bestaat uit één molecuul glucose en één molecuul fructose, die aan elkaar gekoppeld zijn. De moleculen hebben verschillende eigenschappen, net zoals dr. Jekyll en mr. Hyde. In de gedaante van dr. Jekyll speelt glucose een belangrijke rol in onze voeding als een onmisbaar bestanddeel.
Glucose – ook wel druivensuiker genoemd – zit vooral in aardappelen, brood, pasta en rijst in de vorm van zetmeel. Ons lichaam is al honderdduizenden jaren gewend aan glucose, en al moeten we deze stof met mate innemen, we hoeven ons over dit deel van de suiker geen zorgen te maken.
Al lijken de simpele suikerstoffen in chemisch opzicht sterk op elkaar, hun wegen scheiden zich zodra het suikermolecuul de darmen bereikt, waar het gesplitst wordt. Glucose gaat met het bloed mee naar alle lichaamscellen, waar het als brandstof dient, en naar de lever en spieren, waar het opgeslagen wordt in energiedepots voor later gebruik.
Fruitsuiker verandert in vet
Heel anders is het met de mr. Hyde van suiker: fructose, ofwel fruitsuiker. Deze stof zit in beperkte hoeveelheden in ons natuurlijke voedsel, en het lichaam pakt het op een heel andere manier aan dan dat het glucose verwerkt.
De louche mr. Hyde wordt bijna uitsluitend omgezet in de lever. Daar verandert het in vet, net als alcohol, dat in de lever zelf wordt opgeslagen en tot leververvetting leidt, of met het bloed wordt meegevoerd, wordt omgezet in cholesterol en het risico op hart- en vaatziekten verhoogt. Ook kan het rond de organen gaan zitten.
Tests wijzen uit dat suiker ook indirect tot vet leidt door de eetlust aan te wakkeren. En alsof dit alles nog niet genoeg is, blijken ratten eraan verslaafd te raken en zelfs ontwenningsverschijnselen te vertonen als ze geen zoetigheid meer krijgen.
Geen suiker meer voor kinderen
Suiker – en vooral het gevaarlijke deel, de fructose – is dus lang niet zo onschuldig als het eruitziet. Sommige onderzoekers vinden dan ook dat suiker minder goed verkrijgbaar moet zijn.
De arts die zich daar met name sterk voor maakt, Robert Lustig van de University of California in San Francisco, VS, houdt de strijd tegen alcoholisme voor ogen en stelt suiker gelijk aan alcohol en tabak. Kinderen zouden geen frisdrank en snoep mogen kopen en zoetigheid mag niet in de buurt van scholen worden verkocht.
Maar of het voorstel het haalt? Het is moeilijk gewoonten om te buigen zonder boze gezichten, zoetekauwen als we zijn.