Shutterstock

Magische chocoladereep raakt nooit op

GEZICHTSBEDROG: Snijd je volgende chocoladereep op de juiste manier in stukken, verschuif ze – en je hebt telkens weer een extra stuk chocolade. Zo ziet het er in deze video in elk geval uit. Maar kan dat nou echt kloppen?

Eindelijk is hij er: de chocoladereep die nooit opraakt!

Als je je ogen mag geloven, is het gewoon een kwestie van de reep in stukken breken en die op de juiste manier neerleggen. En dan lekker snoepen tot je broek niet meer past.

Bekijk hier hoe je chocolade kunt blijven pakken:

Maar voordat alle chocoladeliefhebbers nu naar de winkel rennen moeten we je toch teleurstellen: de video is gewoon een slimme optische illusie.

Chocola groeit niet, maar krimpt juist

De reep chocolade maakt niet telkens een nieuw stukje aan, maar raakt een oppervlak kwijt dat precies overeenkomt met één stukje.

Let goed op de derde rij van onderen in de video: daar waar de reep is doorgesneden, liggen de stukken bewust niet helemaal tegen elkaar aan. Er zit een beetje ruimte tussen.

Hadden ze wel op elkaar aangesloten, dan had je waarschijnlijk gezien dat de derde rij chocolade korter is geworden dan de andere rijen. En doordat het zo snel gaat, heb je geen tijd om het te ontdekken.

Kom erachter hoe het zit:

Lineaal laat zien dat je chocolade kwijtraakt

Het ‘extra’ stukje chocolade wordt uit de lengte van de reep gehaald. Als je de reep voor en na de wisseltruc zou meten, zou je het verschil kunnen vaststellen. Want er is heus chocolade verdwenen.

Let op de bruine lijn:

Door de geometrische verschuiving wordt de reep in de lengte verkort met het equivalent van één stukje chocolade.

Wiskundige was een ware tovenaar

De chocoladetruc is een geometrische verdwijntruc, iets waar de Amerikaanse wiskundige Martin Gardner expert in was.

Zijn beroemde boek Mathematics, Magic and Mystery (1956) bevat meer trucs. Lees ook dit interview met hem over het onderwerp.

Martin Gardner (1914-2010) studeerde wiskunde aan de University of Chicago en was onder meer betrokken bij het wetenschappelijke tijdschrift ‘Scientific American’.

© Konrad Jacobs/Wikimedia