Ademhalingsproblemen, een hoge hartslag, slecht slapen en meer piekeren.
Langdurige stress kan zich op allerlei manieren in het lichaam manifesteren en wordt wel een van de grootste epidemieën van de 21e eeuw genoemd.
Vaak wordt de aandoening behandeld met een combinatie van gesprekken en ontspanning.
Maar nu blijkt uit een nieuwe studie van onderzoekers van het University College Cork in Ierland dat je je stressniveau mogelijk ook binnen enkele weken kunt verlagen door na te denken over wat je in je mond stopt.
Bacteriën dicteren gezondheid
Om het mogelijke verband tussen voeding en stress te begrijpen, moeten we een kijkje nemen in je darmstelsel, waar op dit moment 100 biljoen bacteriën rondhuppelen.
Deze bacteriële samenleving, het microbioom, is de laatste jaren in verband gebracht met psychische aandoeningen, diabetes, kanker en nu dus ook stress.
Maar het was nog onduidelijk of het een aantoonbaar effect op het stressniveau van het lichaam kan hebben als je de bacteriën op een bepaald dieet zet.
Dieet op maat
Wetenschappers van het onderzoeksinstituut APC Microbiome Ireland, onderdeel van het University College York, besloten dit te onderzoeken.
Ze stelden een dieet van vier weken samen, met etenswaren die de bacteriekolonie in de darmen moesten verwennen. Het ging om prebiotische en gefermenteerde voedingsmiddelen.
Vervolgens rekruteerden ze 45 gezonde mensen tussen de 18 en 59 jaar, van wie ruim de helft vrouw was.
De deelnemers werden in twee groepen verdeeld en kregen willekeurig een dieet toegewezen dat ze tijdens het experiment moesten volgen. De ene groep kreeg het ‘darmvriendelijke’ dieet, de andere groep een dieet dat gebaseerd was op de gangbare voedingsadviezen.
Verrassend verband
De deelnemers aan de ‘darmvriendelijke groep’ moesten allerlei voedingsmiddelen eten waarvan bekend is dat ze je microbioom beïnvloeden. Dat waren onder andere volkorenproducten en groenten en fruit met veel prebiotische vezels, zoals uien, prei, kool, appels en bananen.
Hun werd ook gevraagd om dagelijks gefermenteerd voedsel en peulvruchten, zoals linzen en bonen, te eten.
Daarnaast moesten ze de hoeveelheid snoep, fastfood en suikerhoudende dranken beperken.