‘Koffie is ongezond’ - Feit/fake
Koffie heeft een twijfelachtige reputatie en wordt wel in verband gebracht met hartaandoeningen en kanker.
Maar de afgelopen tien jaar is gebleken dat koffie ook gezond is.
Voordelen zijn er echter alleen als je niet te veel koffie drinkt, dus geen sloten. De grens ligt bij een dagelijkse inname van ongeveer 400 mg cafeïne: circa vijf koppen of maximaal één liter per dag.
Tot de gunstige effecten behoort minder sterfte, vooral bij hartpatiënten.
De drank lijkt ook enige bescherming te bieden tegen parkinson, diabetes type 2 en leverziekten, waaronder leverkanker.
Onderzoeken duiden er echter dat de voordelen in nadelen kunnen omslaan als je je koffie op het verkeerde moment of de verkeerde koffie drinkt.
Volgens Britse onderzoekers van de universiteit van Bath stijgt je bloedsuikergehalte namelijk sterk als je na een slechte nacht als eerste zwarte koffie drinkt. Omdat een verhoogde bloedsuikerspiegel de kans op diabetes kan vergroten, zijn de onderzoekers van mening dat je altijd moet ontbijten vóór je eerste kop koffie.
Filterkoffie is de gezondste koffie
Bovendien toont een groot onderzoek aan dat filterkoffie de gezondste vorm van koffie is. De conclusie komt voort uit een onderzoek onder een half miljoen Noren, van wie tientallen jaren lag de gezondheidsgegegevens en koffiegewoonten werden gevolgd.
De mensen die dagelijks 1-4 koppen filterkoffie dronken, hadden de laagste sterfte door hart- en vaatziekten – ook lager dan degenen die helemaal geen koffie dronken.
Filterkoffie is volgens de onderzoekers de gezondste koffie, omdat het filter een groot deel van de stoffen opvangt die het slechte cholesterol en de kans op hart- en vaatziekten zoals hartaanvallen kunnen verhogen.
Cafeïne verandert je brein
Uit een nieuw onderzoek blijkt dat een regelmatige koffieconsumptie het volume vermindert van het hersenweefsel dat informatie verwerkt, de zogenoemde grijze stof.
Het onderzoek is gebaseerd op experimenten met twee groepen proefpersonen, die gedurende twee perioden van tien dagen respectievelijk cafeïnepillen en placebopillen kregen. De veranderingen in de grijze stof waren het opvallendst in de rechter temporale kwab van de hersenen, waar de hippocampus zetelt. Die speelt een grote rol voor ons geheugen.
De onderzoekers denken niet dat de veranderingen per se betekenen dat cafeïne een negatief effect heeft op de hersenen. Ze zien hun resultaten vooral als aanzet tot meer onderzoek op dit gebied.
Toen de proefpersonen stopten met de cafeïnepillen en tien dagen lang geen cafeïne binnenkregen, groeide hun grijze massa tot dezelfde omvang als bij de controlegroep. Het effect van cafeïne lijkt dus niet permanent te zijn.