Bezorgdheid: Kan deze zoetstof volgende generaties angstig maken?

Een onderzoek duidt erop dat de bekende zoetstof aspartaam angstig gedrag bevordert – en niet alleen bij degene die de stof inneemt.

Aspartaam is een kunstmatige zoetstof die 200 keer zoeter is dan suiker. Daarom zit het in veel suikervrije voedingsmiddelen en dranken.

Ondanks zijn populariteit is aspartaam meermaals negatief in het nieuws geweest omdat het de kans op ziekten als kanker en dementie zou verhogen.

En nu denken onderzoekers van de Florida State University College of Medicine dat de zoetstof veranderingen veroorzaakt in het angstcentrum van de hersenen – en dat we die veranderingen kunnen doorgeven aan volgende generaties.

Het vermoeden komt voort uit een onderzoek waarbij muizen water kregen met een lage dosis aspartaam.

Hierna vertoonden de muizen bij diverse tests angstig gedrag, en dat gold ook voor hun jongen en voor de jongen daar weer van, ook al hadden die nooit aspartaam gekregen.

Bij nader onderzoek werden opvallende veranderingen ontdekt in de amygdala van de muizen, het hersengebied dat angstgevoelens kan activeren.

Als je bijvoorbeeld frisdrank met aspartaam drinkt, wordt de zoetstof afgebroken in fenylalanine, asparaginezuur en methanol, die het centraal zenuwstelsel kunnen aantasten.

De theorie van de onderzoekers is daarom dat deze stoffen de veranderingen in de amygdala veroorzaken, en dat zogeheten epigenetische schakelaars ervoor zorgen dat ze worden doorgegeven aan toekomstige generaties.

Of de bevindingen rechtstreeks op mensen kunnen worden overgedragen, is nog onzeker.

De onderzoekers roepen op tot klinische proeven om het daadwerkelijke risico voor mensen vast te stellen – vooral omdat de veranderingen bij muizen optraden na een veel lagere dosis dan de toegestane inname per kilo lichaamsgewicht.