Op dat moment had de virtuele wereld Second Life al miljoenen gebruikers, maar al bood die van Google veel nieuwe, slimme functies, hij trok niet genoeg klanten.
Binnen een half jaar besloot Google om Lively stop te zetten. Second Life bestaat nog steeds en heeft tegenwoordig meer dan 60 miljoen gebruikers.
Met 500 miljoen profielen was Facebook in 2010 ’s werelds grootste sociale platform. En Google besloot de strijd aan te gaan.
Zijn nieuwe platform, Google+, werd in 2011 gelanceerd. Van meet af aan was het een enorm succes. Al na twee weken hadden 10 miljoen gebruikers een profiel en een week later waren er nog eens 10 miljoen gebruikers bijgekomen. In dat tempo zou Google+ binnen de kortste keren Facebook inhalen.
Google+ had videochat, integratie met andere Google-diensten en geweldige mogelijkheden voor de content, maar na een paar jaar kwam de klad erin en zag Google dat het Facebook niet kon verslaan. In 2019 ging de stekker uit ‘G+’.
Facebook groeide door, en telt vandaag de dag bijna 3 miljard profielen.
Handige bril werd een enorme flop
Met een slimme bril op je neus hoefde je niet langer je hoofd te buigen om op je smartphone te typen. In 2012 was Google ervan overtuigd dat een ‘smartbril’ de wereld zou veroveren. Maar niets was minder waar.
De bril Glass werd bediend via het drukgevoelige montuur of met spraakopdrachten. In je blikveld verscheen een scherm, waardoor je bijvoorbeeld een routebeschrijving kon bekijken zonder je ogen van het verkeer af te halen.
Toch was Glass een fiasco. Met een prijskaartje van bijna 1500 euro, een klein scherm en weinig batterijvermogen was de vraag laag. Bovendien werd de bril met argusogen bekeken, want het was niet te zien of de gebruiker mails las of zijn omgeving filmde. Na een jaar stopte de verkoop en in maart 2023 blies Google een herlancering af.
Vliegende turbine liep vast
Met zijn vele servers heeft Google een gigantisch stroomverbruik. Om groen te gaan, besloot het bedrijf in de jaren 2010 te investeren in duurzame energie en kocht het in 2013 het bedrijf Makani.
Makani was al bezig met het bouwen van een vliegende windturbine en de miljoenen van Google stimuleerden de verdere ontwikkeling.
De windturbines van Makani zouden in windmolenparken voor de kust komen. Normaal komt de turbine zelf op een hoge toren, maar die toren diende bij de turbines van Makani alleen als ankerpunt. De turbines zelf werden gemonteerd op een vlieger die hoog boven de zee kon zweven. Daar is de wind sterker en constanter. De ‘windvlieger’ stuurde de energie via een kabel naar het ankerpunt en door naar het land.
Maar na jaren van testen, prototypes maken en opnieuw testen, besloot Google de stekker uit het energieproject te trekken. De vliegende windturbines waren veel te ingewikkeld om te bouwen en in de lucht te houden. Ook daalden de kosten voor het opwekken van energie met gewone windmolens – einde project.