Sprinkhanen moeten bommen opsporen
Sprinkhanen hebben van nature een zeer sterke reuk. Nu willen onderzoekers elektroden in hun hersenen planten en ze gebruiken als op afstand bestuurbare explosievenhonden.

Elektroden in de hersenen van de sprinkhaan detecteren het als het dier explosieven ruikt.
Waarom zou je van voren af aan beginnen als er in de natuur al een oplossing aanwezig is?
In plaats van een kunstmatige neus te ontwikkelen die explosieven op kan sporen, bouwen onderzoekers nu sprinkhanen om tot cyborgs. Het idee is om sensoren in de hersenen van de insecten te planten die het detecteren als de dieren explosieven ruiken.
Sprinkhanen hebben van nature al een uitstekende ‘neus’, waar een kunstmatige neus niet tegenop kan. Het reukvermogen van de sprinkhaan zit hem in de voelsprieten van het dier, waarop honderdduizenden geurreceptoren zitten.
Hersensignalen worden doorgegeven aan soldaten
Een zender op de rug van de sprinkhaan geeft zijn hersensignalen door aan een ontvanger, een apparaatje dat een soldaat bijvoorbeeld in zijn hand houdt. De ontvanger interpreteert de signalen en slaat rood uit als het dier explosieven ruikt.
De volgende stap in dit proces is het bekleden van de vleugels van de sprinkhaan. Dit gebeurt met een stof die het mogelijk maakt om hem in een bepaalde richting te laten vliegen, door hem met een laser te beschieten.
De Amerikaanse Marine heeft 750.000 dollar geïnvesteerd in het driejarige onderzoeksproject aan de Washington University in St. Louis en de resultaten zijn voorlopig veelbelovend.