Onderzoekers van de TU van Denemarken (DTU) en Chalmers University of Technology hebben duizelingwekkende snelheden bereikt bij dataoverdracht: als eersten wisten ze meer dan een petabit per seconde (Pbit/s) te verzenden met één laser en één optische chip. 1 petabit is het equivalent van 1 miljoen gigabits.
Het team slaagde erin 1,8 Pbit/s over te dragen, wat tweemaal het totale internetverkeer in de wereld is – dus met één optische bron, en niet de ruim 1000 die nodig zouden zijn met de huidige commerciële apparatuur.
De lichtbron is een speciale optische chip die met het licht van een infraroodlaser een regenboog van kleuren, of vele frequenties, creëert. De ene frequentie van één laser kan dus worden vermenigvuldigd tot honderden frequenties in één chip.
De chip is ontwikkeld door Chalmers University of Technology.
Enorm potentieel
Onderzoekers van DTU droegen bij met een rekenmodel. Daarmee onderzoeken ze de mogelijkheden voor dataoverdracht met een chip die lijkt op die uit het experiment. Uit de berekeningen blijkt dat de oplossing enorm kan worden opgeschaald.
Professor Leif Katsuo Oxenløwe, hoofd van het centrum Silicon Photonics for Optical Communications van DTU, benadrukt vooral de schaalbaarheid van de nieuwe methode.
‘Uit onze berekeningen blijkt dat we met één chip en één laser wel 100 Pbit/s kunnen verzenden. Dat komt omdat onze oplossing schaalbaar is wat betreft het creëren van vele frequenties, maar ook wat betreft het opsplitsen van de frequentiekam in vele ruimtelijke kopieën en die dan optisch versterken, waarbij we ze gebruiken als parallelle bronnen waarmee we gegevens kunnen verzenden.’
Internet kan zuiniger
De oplossing van de onderzoekers belooft veel goeds voor het toekomstige stroomverbruik van internet, schrijft DTU in een persbericht.
‘Onze oplossing heeft dus het potentieel om honderdduizenden lasers te vervangen in de internetknooppunten en datacenters, die allemaal stroom verbruiken en warmte produceren. We hebben de kans om een internet met een kleinere klimaatvoetafdruk te helpen realiseren,’ zegt Leif Katsuo Oxenløwe.