In Noord-Peru, bij de stad Trujillo, staat een oude woestijnmuur genaamd Muralla La Cumbre, die zo’n 1000 jaar geleden werd gebouwd door het Chimú-volk in het Chimorrijk.
Ze bouwden de tien kilometer lange muur om zich te beschermen tegen invasies van de Inca’s, met wie ze al tijden overhoop lagen.
Nu blijkt uit nieuw archeologisch onderzoek dat de muur mogelijk niet alleen als bescherming tegen vijanden diende: de muur kan meerdere functies hebben gehad.
In een interview met het wetenschappelijke medium LiveScience zegt archeoloog Gabriel Prieto van de universiteit van Florida dat de muur ook diende als bescherming tegen zware overstromingen.
Afzettingen van overstromingen aan de oostkant van de muur geven aan dat deze waardevolle landbouwgrond en kanalen beschermde tegen de verwoestende El Niño-overstromingen.
Het weersverschijnsel El Niño doet zich eens in de drie à vijf jaar voor wanneer de oceaan voor de kust van Peru opwarmt, waardoor de luchtdruk in het gebied daalt.
Dit veroorzaakt zware regenval in Zuid-Amerika. En in deze anders droge gebieden leidt dat vaak tot verwoestende aardverschuivingen en modderstromen. Dat was 1000 jaar geleden ook al zo, blijkt uit afzettingen op de Muralla La Cumbre.
‘In een normaal jaar is de hoeveelheid neerslag erg laag – bijna helemaal niets,’ vertelt Gabriel Prieto aan LiveScience.
‘Dus als er ineens veel regen viel, veroorzaakte dat veel schade.’

De archeologen vonden alleen significante lagen overstromingsafzettingen aan de oostkant van de oude muur.
Kan ook de hoofdstad hebben beschermd
Toen Gabriel Prieto en zijn team de 2,5 meter hoge muur onderzochten, vonden ze alleen lagen overstromingsafzettingen aan de oostkant.
Dit suggereert dat de muur ook werd gebouwd om de Chimú-boerderijen in het westen te beschermen.
Daarnaast nam het onderzoeksteam enkele koolstof 14-monsters uit de onderste lagen van de muur, waaruit bleek dat de muur rond 1100 n.Chr. werd gebouwd – zeer waarschijnlijk na een grote El Niño-overstroming.

Uit koolstof 14-dateringen van de onderste laag van de muur blijkt dat de bouw rond 1100 is begonnen, kort na een grote El Niño-overstroming.
De muur is dwars door twee drooggevallen rivierbeddingen die overstromen bij hevige regenval gebouwd. De muur werkt dus als een soort dam, zegt Prieto.
Een netwerk van kanalen wijst er daarnaast op dat ook de hoofdstad van het Chimorrijk, Chan Chan, beschermd werd.
De resultaten worden momenteel getoetst door vakgenoten. Maar een onafhankelijke onderzoeker, Edward Swenson van de universiteit van Toronto, ondersteunt de theorie tegenover LiveScience.
‘Het leek me eerst niet logisch omdat ik nooit eerder van muren tegen water had gehoord,’ zegt hij.
Maar na de bevindingen van Prieto is hij ervan overtuigd dat de muur diende als verdediging tegen overstromingen, maar hij houdt vol dat deze de bevolking ook moest verdedigen tegen de Inca’s.