Kraanwater is in de winter meestal kouder dan in de zomer. Het verschil is meestal circa 5 °C, maar kan oplopen tot 10 °C.
Als het drinkwater uit een meer komt, kan het temperatuurverschil daar al ontstaan. De gebruikelijke bron van drinkwater is echter grondwater dat van minstens 20 meter diepte komt.
Hier is de temperatuur het hele jaar door hetzelfde. Studies tonen aan dat de kou van de winter en de hitte van de zomer slechts 5 of 7 meter diep komen, afhankelijk van de grondsoort.
Toch kan er een temperatuurverschil zijn in drinkwater dat uit grondwater komt. Bij het waterleidingbedrijf wordt water opgeslagen in grote tanks, waarna het via waterleidingen naar de consument gaat.
Zowel de tanks als de leidingen zijn onderhevig aan seizoensgebonden temperatuurschommelingen, omdat ze meestal slechts enkele meters in de grond worden ingegraven.