Shutterstock
usb-stick

Is er een maximum aan opslag?

Harde schijven en USB-sticks krijgen steeds meer ruimte. Gaat dit zo door, of stelt de natuurkunde een grens?

De natuurkunde stelt een theoretisch maximum aan de opslagruimte per volume-eenheid – of het aantal bits dat bijvoorbeeld een kubieke centimeter kan bevatten.

Met de huidige kennis van het heelal ligt de limiet op circa 1066 bits per kubieke centimeter. Ter vergelijking: IT-deskundigen schatten dat in 2025 het hele internet 1,4 quadriljoen (24 nullen) bits zal bevatten.

1066 bits per kubieke centimeter is ruim 1050 keer zo hoog als de grootste informatiedichtheid op harde schijven, geheugenkaarten en USB-sticks van begin 2021.

De grootste USB-stick die momenteel in de gewone handel verkrijgbaar is, heeft bijvoorbeeld een capaciteit van 4 TB of 30 triljoen (12 nullen) bits.

In wezen kan de opslagruimte eeuwenlang met het huidige tempo groeien tot aan de theoretische limiet, al zal de technologie die waarschijnlijk nooit bereiken.

De limiet van 1066 bits per kubieke centimeter houdt verband met de zogeheten Plancklengte, ℓP, genoemd naar de Duitse natuurkundige Max Planck. De Plancklengte is circa 1,6 maal 10 tot de -35e. Dat is 1022 keer zo klein als een atoomkern.

De Plancklengte is pakweg de kleinst mogelijke lengte die kan bestaan. De lengte bepaalt ook de kleinst mogelijke oppervlakte en het kleinst mogelijke volume die een enkele geheugencel voor één bit kan hebben.