Google 25 jaar: Je onzichtbare vriend is volwassen geworden

Google, een van de grootste bedrijven ter wereld, viert zijn 25e verjaardag. Het succes stoelt op jouw geheimen – wat je zoekt, wie je mailt en waar je heen wilt. Maar Google wordt bedreigd door zijn eigen kind: kunstmatige intelligentie.

Google, gedachten

Door informatie over jou op te slaan weet Google wat je wilt, bijna voordat je er zelf aan denkt.

© Shutterstock & Google

Het is augustus 1998 en Andy Bech­tolsheim heeft het druk. Hij is een succesvolle investeerder in de IT en medeoprichter van een groot technologiebedrijf. En hij heeft later die ochtend een belangrijke vergadering.

Op de veranda van zijn huis in Palo Alto, Californië, kijkt hij ongeduldig naar de presentatie van de jonge mannen en maakt dan een snelle rekensom.

‘Maak je niet druk over geld,’ zegt hij. ‘Ik schrijf nu meteen een cheque uit voor 100.000 dollar.’ Dan stapt hij in zijn rode Porsche en rijdt weg, naar zijn volgende vergadering – de twee jonge vrienden verbijsterd achterlatend op de veranda.

De vrienden zijn Sergey Brin en Larry Page. En het kapitaal is bedoeld om verder te werken aan hun studentenproject, de zoekmachine Google.

Nu, 25 jaar later, verdient het bedrijf Google 100.000 dollar in 10-15 seconden. Het heeft internet opgeschoond, 2 miljard mensen een mailaccount gegeven en de hele wereld in kaart gebracht.

Google wordt gebruikt voor 90-95 procent van alle online zoekopdrachten. Bing is de op één na grootste zoekmachine met 4-9 procent.

© TCML Media

Het volgende doel: alle informatie te organiseren en bruikbaar te maken voor iedereen met behulp van kunstmatige intelligentie. De tool Bard kan Google nog groter maken – of de das omdoen.

Internet was een puinhoop

Toen Brin en Page hun presentatie op de veranda hielden, kenden ze elkaar al. Drie jaar eerder hadden ze elkaar ontmoet op de nabijgelegen Stanford University, waar ze computerwetenschappen studeerden.

In die tijd was het bijna onmogelijk om op internet te navigeren. Als je zocht naar ‘relativiteit’ met zoekmachines zoals Yahoo!, dan waren de zoekresultaten de pagina’s waar het zoekwoord het vaakst voorkwam – niet per se de beste pagina’s.

Vaak moest je eindeloze reeksen van nutteloze zoekresultaten doorlezen voordat er een bruikbare pagina verscheen.

Google geeft websites punten

Om de meest relevante websites bovenaan de lijst met zoekresultaten te krijgen, bedacht Google ‘PageRank’, waarmee websites een score krijgen. Websites met relevante inhoud scoren hoger als andere sites ernaar linken.

TCML Media

Veel links leiden naar het beste zoekresultaat

Als veel andere websites naar een bepaalde pagina linken, geeft Google deze een hoge score. In dit geval linken zeven andere pagina’s naar ‘A’. Daarom scoort de pagina hoog, 38,4 procent, en komt die bovenaan de lijst met zoekresultaten te staan.

TCML Media

Links van belangrijke pagina’s geven een hoge score

Slechts één andere website verwijst hier naar pagina ‘B’. Toch scoort deze hoog in de zoekresultaten omdat de verwijzende pagina een zeer hoge score heeft.

TCML Media

Zonder verwijzingen is de site waarschijnlijk slecht

Als geen enkele andere website een link naar een bepaalde pagina bevat, is de inhoud waarschijnlijk niet zo relevant. Dan stuurt Google de pagina ver naar beneden in de lijst met zoekresultaten.

TCML Media

Veel toevallige links bieden geen waarde

Als alleen irrelevante pagina’s naar een website verwijzen, verhoogt dat de score niet. Hoewel er zes andere pagina’s naar ‘D’ linken in ons voorbeeld, heeft ‘D’ een vrij lage score.

TCML Media

Brin en Page besloten om een betere zoekfunctie te maken en ontwikkelden de zoekmachine BackRub. Deze gaf niet alleen een lijst van pagina’s waar het zoekwoord voorkwam, maar leende een methodologie uit de academische wereld.

Een wetenschappelijk artikel wint aan aanzien wanneer er veel andere artikelen naar verwijzen. Op dezelfde manier rangschikte BackRub een website niet alleen op trefwoordfrequentie, maar ook op de hoeveelheid verwijzingen vanaf andere sites.

Als 1000 pagina’s linken naar een site met een uitleg over de relativiteitstheorie, dan is die waarschijnlijk relevanter voor de gebruiker dan een andere website die alleen 1000 keer ‘relativiteitstheorie’ zegt.

Brin en Page noemden hun methode PageRank, naar de naam van de laatste en het proces van rangschikken.

10-15 seconden kost het Google om 100.000 dollar te verdienen – het startkapitaal van het bedrijf.

In 1996 boden Brin en Page toegang tot hun zoekmachine via de website van Stanford University.

Het was nu mogelijk om in miljoenen gerangschikte websites te zoeken, en als symbool van die vele pagina’s noemden de twee oprichters de zoekmachine naar een zeer hoog getal, 10100 – een 1 met 100 nullen, ook wel bekend als een googol.

En door een klein spelfoutje heette de zoekmachine nu Google.

De makers vonden hun zoekmethode briljant, maar zagen die slechts als een studentenproject. Ze besloten de licentie voor hun technologie te verkopen aan een techbedrijf in de buurt en snel verder te gaan met hun studie.

Larry Page, Sergej Brin, Google

Google-oprichters Larry Page (l) en Sergei Brin ontmoetten elkaar toen ze computerwetenschappen studeerden aan de prestigieuze Stanford University.

© Getty Images/James Leynse

Het idee bleek echter onverkoopbaar. Niemand zag het potentieel. Na een jaar zat er nog geen schot in de verkoop, en de twee vrienden namen contact op met een Stanford-hoogleraar die ook een bekende investeerder was, David Cheriton.

Cheriton zag meteen het potentieel en regelde in 1998 een ontmoeting met Brin, Page en Bechtolsheim – de bekende ontmoeting op de veranda die resulteerde in de cheque van 100.000 dollar.

Adverteerders houden van Google

Met dat vermogen richtten Brin en Page een bedrijf op waar de studentenkamer al snel te klein voor was. Ze gingen naar de garage van een vriend en vervolgens naar de stad Mountain View, waar het bedrijf nu nog steeds is gevestigd.

Langzaamaan werd Google populair bij internetgebruikers en investeerders die er een unieke kans in zagen.

Als Google relevante zoekresultaten kon vinden voor gebruikers, dan kon de zoekmachine ook adverteerders een kans geven om producten te promoten die op bepaalde gebruikers waren gericht.

20 miljoen kilometer aan wegen in het grootste deel van de wereld is gefotografeerd door de Street View-camera’s van Google.

Brin en Page waren niet overtuigd. Ze dachten dat Google populair was omdat het een schone site zonder advertenties was, maar ze gingen overstag bij het vooruitzicht om vrijwel onbeperkt kapitaal voor nieuwe projecten binnen te halen.

Adverteerders doken erbovenop: met Google AdWords konden ze advertenties richten op een geografisch gebied of op speciale interesses, met pay-per-click als betalingsmodel: de adverteerder betaalde alleen voor elke keer dat een gebruiker op de advertentie klikte, anders niet.

Zoals voorspeld door investeerders stroomde het advertentiegeld binnen bij Google, en het was duidelijk dat kennis over gebruikers cruciaal was.

Voor Google is het een hulpmiddel om advertenties te gelde te maken – voor de gebruiker biedt het betere en snellere toegang tot de juiste informatie als Google al raadt wat je wilt.

Googleplex, hoofdkantoor

Google heeft meer dan 150.000 werknemers en het hoofdkantoor – ‘Googleplex’ – staat in Mountain View, Californië.

© Shutterstock

Van garageproject tot techgigant

In 25 jaar tijd groeide Google vanuit een studentenkamer in Californië uit tot een gigantische international. Historische mijlpalen zijn onder andere gepersonaliseerde advertenties, gedetailleerde landkaarten en nu een ‘chatbot’ met AI.

Met miljoenen reclamedollars begon Google nieuwe diensten te ontwikkelen en andere techbedrijven over te nemen om meer te leren over zijn gebruikers.

Zelfrijdende auto komt eraan

De jaren daarna verscheen Gmail, dat gebruikers heel veel gratis opslagruimte bood: 1 gigabyte. Tegenwoordig is Gmail ’s werelds meest gebruikte mail met meer dan 2 miljard gebruikers.

Toen kwam Google Maps, dat zich als vrij beschikbare kaartendienst al snel verspreidde – en dat een paar jaar later werd uitgebreid met Street View, waarmee het mogelijk is om een virtuele rit te maken langs wel 20 miljoen kilometer aan wegen over het grootste deel van de wereld.

Met gedetailleerde wegenkaarten en verkeersinformatie van Maps-gebruikers begon Google aan een zelfrijdende auto. Het project heet nu Waymo en testauto’s hebben al miljoenen kilometers afgelegd.

De technologie en wetgeving blijken echter extreem ingewikkeld te zijn, dus de auto is nog steeds niet op de markt.

Google ontwikkelde niet alles zelf, maar stak ook miljarden in overnames, zoals YouTube, dat elke dag een miljard uur aan video streamt, en het besturingssysteem Android, dat te vinden is op een op de twee smartphones op aarde.

Die bedrijven kostten miljarden, dus toen Google in 2015 DeepMind overnam voor 600 miljoen dollar, was dat voor een prikje – maar het kan de belangrijkste overname van Google ooit zijn.

Computer denkt zelf

DeepMind ontwikkelt AI, kunstmatige intelligentie, en met name ‘deep learning,’ waarbij kunstmatige neurale netwerken die de hersenfunctie nabootsen leren van enorme hoeveelheden gegevens.

De eerste mijlpaal van DeepMind was het verslaan van een menselijke speler in het Chinese bordspel Go. Volgens experts zou een computer nooit winnen omdat het complexe spel veel ervaring vereist, maar hiermee werd het potentieel van kunstmatige intelligentie aangetoond.

Persoon in serverruimte, ChatGPT

Met chatbots kunnen gebruikers antwoorden op hun vragen vinden zonder aan advertenties te worden blootgesteld. Dit kan het bestaan van Google bedreigen.

© Shutterstock

Google werkte in stilte verder aan deep learning, maar in de herfst van 2022 werd de technologie plotseling ingehaald. Het bedrijf OpenAI – gesteund door Google’s concurrent Microsoft – lanceerde een ‘chatbot’ op basis van AI: ChatGPT.

Dit is een taalmodel dat mensachtige communicatie begrijpt en genereert, maar ook de relativiteitstheorie kan uitleggen, een verhaaltje voor het slapengaan kan schrijven en teksten kan corrigeren.

Begin 2023 presenteerde Google zijn eigen chatbot, Bard, en de komende jaren zal de strijd worden uitgevochten.

Intelligente computers kunnen de wijze waarop we zoekmachines, internet en vrijwel alle andere technologie gebruiken volledig veranderen – en wellicht Google’s bedrijfsmodel van gerichte advertenties op een zoekmachine wegvagen.

Google valt nu onder Alphabet en wil leider worden op het gebied van AI, maar wie weet gaat OpenAI of een andere partij er met de technologische winst vandoor.

Over 25 jaar zijn Google, Brin en Page misschien vergeten – ingehaald door een technologie die ze zelf in het zadel hebben geholpen. Niemand kan de toekomst voorspellen – zelfs Google niet.