Andreas Treuer/ESA
Zonnepanelen in de ruimte

Zonneparken in de ruimte kunnen onze energiebehoefte stillen

De aanhoudende energiecrisis heeft een impuls gegeven aan de zoektocht naar nieuwe, groene energiebronnen. Misschien kunnen we wel satellieten met zonnecellen de ruimte in sturen om zonlicht om te zetten in energie voor ons.

Terwijl we koudere en donkere tijden tegemoet gaan, zetten veel mensen door de energiecrisis de verwarming juist lager en de lichten uit om een gigantische rekening te voorkomen.

Om dezelfde reden kijken politici over de hele wereld naar groene energiebronnen om te zorgen dat we geen Russische olie en gas meer nodig hebben.

Een deel van de oplossing zou zonne-energie kunnen zijn – en niet alleen in de vorm van zonneparken op land.

Misschien is het wel veel efficiënter om zonnestralen in de ruimte op te vangen.

Want aan de andere kant van de atmosfeer is er onbeperkte ruimte om enorme installaties op te zetten – en, in tegenstelling tot de zonneparken hier, zou je dag en nacht elektriciteit kunnen opwekken door de zonnepanelen in een baan rond de aarde te sturen.

Daarom staat zonne-energie uit de ruimte op de agenda van de Europese ministers van wetenschap die volgende maand in Parijs bijeenkomen.

Hier zullen de ministers beslissen over de volgende prioriteiten voor het Europees Ruimteagentschap (ESA). En een van de agendapunten is een voorstel om te kijken of zonne-energiecentrales in een baan om de aarde gebouwd kunnen worden.

Waarom de aarde volzetten met zonnepanelen?

De pilot heet Solaris en als deze groen licht krijgt, gaat het project onderzoeken of zonnecellen in de ruimte kunnen bijdragen aan de toekomstige energiezekerheid van Europa.

Ontvangstantenne

Zonne-energie uit de ruimte wordt omgezet naar elektriciteit via zonnepanelen in een baan om de aarde. De stroom wordt draadloos naar ontvangststations gezonden, waar deze elektriciteit wordt en aan het energienet geleverd kan worden.

© ESA

Volgens John Leif Jørgensen, professor en afdelingshoofd bij DTU Space, ligt het voor de hand om onze aandacht te richten op zonne-energie uit de ruimte.

‘Waarom zetten we de hele wereld vol met windturbines en zonnepanelen als er zoveel ruimte in de ruimte is?’ is zijn retorische vraag:

‘Zonnecellen komen oorspronkelijk uit de ruimtevaart. Ze werden ontwikkeld voor ruimteschepen, want die zijn erg duur, en dus was energiebesparing door zonne-energie heel handig. We zijn dus gewend om daar zonnecellen te gebruiken, maar alleen voor plaatselijk gebruik.’

Met Solaris is het de bedoeling een echte zonnecentrale op te zetten die in een baan om de aarde wordt gestuurd. Hier vangt het ongefilterd zonlicht op en stuurt het via microgolven naar een ontvangstsysteem op aarde.

Bekijk waarom het Europese Ruimteagentschap zonnecellen de ruimte in wil sturen:

Hij mag nooit neerstorten

John Leif Jørgensen wijst erop dat het opvangen van zonnestralen in de ruimte verschillende voordelen heeft. Ten eerste: er kan dag en nacht elektriciteit worden opgewekt, en dat is een groot pluspunt.

Ten tweede is het zonlicht in de ruimte tot tien keer sterker dan het gemiddelde daglicht op aarde, want het moet hier eerst door de atmosfeer.

En ten derde is het door de kosten van de technologie nu economisch rendabel om satellieten met zonnepanelen te lanceren die rechtstreeks vanuit de ruimte verse zonne-energie kunnen leveren.

‘Zonne-energie uit de ruimte is iets waar we al over praten sinds er voor het eerst een zonnecel op een ruimtevaartuig de ruimte bereikte,’ zegt John Leif Jørgensen:

‘Het probleem was altijd dat het te duur was om voertuigen met de apparatuur te lanceren – en het op een schaal te doen die groot genoeg is.’

Maar volgens John Leif Jørgesen is de technologie nu op zo’n hoog niveau dat het wel zinvol wordt. Ook is het nu mogelijk de apparatuur de ruimte in te sturen zonder enig risico voor ons op de vaste grond.

‘Je moet een manier om energie hier naartoe te brengen vinden die de mensen niet hindert. Als er een terroristische aanslag plaatsvindt, of als de apparatuur op de een of andere manier kapot gaat of door een planetoïde wordt geraakt, mag hij niet naar beneden vallen en de mensen op aarde raken,’ zegt hij.

‘Daarom is het gebruik van microgolven ideaal. Ze zijn hier op aarde gemakkelijk op te pikken en ze verstoren onze atmosfeer niet. En mocht er een botsing komen, dan gebeurt er niets.’