Zonnepanelen zijn hot. Het zijn betrouwbare, stille en duurzame bronnen van energie, maar ze staan er ook om bekend dat ze niet bijster efficiënt zijn vergeleken met andere vormen van energie.
Als het zonlicht op de cellen valt, wordt een deel van het licht geabsorbeerd en omgezet in energie. De rest wordt weerkaatst. De beste zonnepanelen die je kunt kopen, hebben dan ook een efficiëntie van een magere 23 procent, terwijl het gemiddelde tussen de 17 en 19 procent ligt.
Nu hebben wetenschappers van de onderzoeksafdeling van het Amerikaanse ministerie van Energiezaken, het National Renewable Energy Laboratory, echter gedemonstreerd dat het mogelijk is om zonnecellen te maken met een efficiëntie van maar liefst 47,1 procent.
Het gaat dan ook niet om huis-tuin-en-keukenzonnecellen.