Shutterstock

Wanneer moet ik zout aan het water toevoegen?

Waarom staat er in veel kookboeken dat je pas zout in het pasta- of aardappelwater moet doen als het al kookt?

Hoewel zout een van de belangrijkste ingrediënten in de keuken is, weet niet iedereen hoe het gebruikt moet worden. Volgens veel kookboeken moet je pas zout toevoegen als het water kookt – niet met een culinair doel, maar om energie te besparen.

Zout verhoogt namelijk het kookpunt.

Gewoon kraanwater kookt op 100 °C als de luchtdruk 1 atmosfeer is, zoals op zeeniveau. Maar het kookpunt van zout water hangt af van de zoutconcentratie.

Gebruik minder water en bespaar energie

Als zout oplost in water, vormen er zich natrium- en chloride-ionen. De ladingen van de ionen trekken de watermoleculen aan en houden ze dichter bij elkaar, waardoor de oppervlaktespanning van het water hoger wordt en het minder snel kookt.

Je moet wel behoorlijk wat zout toevoegen om het kookpunt noemenswaardig te veranderen. Een snufje zout in je eten maakt niet zo veel verschil.

Om het kookpunt van 1 liter water met 0,5 °C te verhogen, moet je 58 gram zout toevoegen – dat is veel meer dan de 2-4 gram zout die we gemiddeld gebruiken.

Als je echt energie wilt besparen, kun je beter de hoeveelheid kookwater zo veel mogelijk beperken. Er is zo’n 4,19 joule nodig om 1 gram water met 1 °C te verwarmen, en daarom zal bijvoorbeeld 800 ml gezouten water sneller koken dan 1 liter water zonder zout.