Het is altijd fijn om geld te besparen, en daarom kan het verleidelijk zijn om de verwarming uit te zetten als je op vakantie gaat. Maar in de praktijk kost het vaak meer energie om een koud huis na de vakantie weer op te warmen dan wanneer je de thermostaat een paar graden lager zet als je weg bent.
Als vuistregel kun je 5 procent besparen voor elke graad die je de thermostaat lager zet. Dat betekent dat je tot 15 procent op je energierekening kunt besparen door de thermostaat van 20 °C naar 17 °C te zetten als je weg bent.
Maar verlaag de temperatuur niet te veel, want dat vergroot de kans op schimmel.
Koude lucht staat sneller vocht af
Op koude oppervlakken zoals ramen en buitenmuren vormt zich vocht. Dit komt doordat koude lucht minder waterdamp kan bevatten dan warme lucht en daarom condenseert. Zo kan de lucht bij 16 °C 13,6 gram waterdamp per m3 bevatten, en bij 27 °C 27,2 gram waterdamp per m3.
Vochtige muren en raamkozijnen zijn ideale omgevingen voor schimmels, die het binnenmilieu verslechteren, irritatie aan de luchtwegen veroorzaken en astmatische klachten verergeren.
In de winter is de kans om bij thuiskomst bevroren waterleidingen aan te treffen ook kleiner als de temperatuur in huis alleen laag wordt gehouden in plaats van dat de verwarming helemaal wordt uitgezet. Want hoewel de Europese energiekosten de laatste tijd sterk zijn gestegen, zijn de kosten voor reparatie van een kapotte waterleiding vaak nog veel hoger.