Drinkwater zou gewoon doorzichtig en smaakloos moeten zijn, maar hoewel het grondwater meermaals gezuiverd wordt onderweg naar je keukenkraan, kunnen er lood of andere chemicaliën in achterblijven.
Zo werd er eind 2021 in een Deense gemeente een loodgehalte in het drinkwater vastgesteld dat zeven keer zo hoog lag als de norm.
Om de kans op zuiver drinkwater te verhogen, heeft een onderzoeksteam van de Amerikaanse Northwestern University in Illinois een biosensor ontwikkeld die razendsnel ongewenste stoffen in water kan opsporen.
In de sensor binden gevaarlijke stoffen en ongewenste chemische verbindingen zich aan een laag van RNA en eiwitten, die vervolgens oplichtende signaalstoffen activeren.
Apparaat analyseert je drinkwater
De onderzoekers hebben de nieuwe biosensor doorontwikkeld tot een kleine computer die snel de hoeveelheid gevaarlijke chemicaliën vaststelt en het resultaat op een overzichtelijke manier toont.
De biosensor toont de aanwezigheid van o.a. deze stoffen aan:
- Zink
- Fluor
- Atrazine (landbouwgif)
- Drugs
- Medicijnresten
- Antibiotica
- Zware metalen
Een combinatie van oplichtende buisjes vertelt je precies welke ongewenste stoffen en verbindingen er in het watermonster zijn aangetroffen.
Niet alle EU-landen hebben superschoon water
In delen van de wereld waar zuiver drinkwater schaars is, is het potentieel van de nieuwe sensor enorm. Maar ook in de EU laat de kwaliteit van het drinkwater op veel plaatsen te wensen over.
Zo ligt volgens EU-cijfers het nitraatgehalte van 14,1 procent van het grondwater in de lidstaten hoger dan wat wenselijk is voor drinkwater. Het water is in deze gevallen verontreinigd door de stikstofuitstoot van meststoffen uit de landbouw.
Over het algemeen hebben Finland en Zweden het zuiverste drinkwater van de EU, terwijl de waterkwaliteit in bijvoorbeeld Nederland en Denemarken onder het gemiddelde ligt.