Het geprinte oor kan vastgroeien
Mensen met microtie hebben misvormde, kleine of helemaal geen oren.
De ziekte treft meestal het rechteroor. In het ergste geval is de patiënt slechthorend of doof en is er een hoortoestel nodig, omdat de gehoorgang door de misvorming kan zijn aangetast.
Om cosmetische redenen kan er ook een nieuw oor worden gemaakt van de kunststof polyethyleen en getransplanteerde huid, hoewel dit infectiegevaar oplevert.
Dat is anders bij het 3D-geprinte oor van de Mexicaanse vrouw.
Het nieuwe oor is namelijk gemaakt van kraakbeencellen uit weefselmonsters van haar eigen oor. De cellen werden opgekweekt, waarna het eiwit collageen en het synthetische en sterk waterbindende materiaal hydrogel eraan werden toegevoegd.
Dit mengsel biedt de cellen de beste groeimogelijkheden, waardoor ze kraakbeen blijven aanmaken. Het oor kan zo beter aan het hoofd van de patiënt vastgroeien.
Volgens onafhankelijke medische bronnen kan haar oorkraakbeen zich ook verspreiden naar de gehoorgang, waar het in het gunstigste geval een tunnel kan vormen voor een beter gehoor.
Meer alternatieve lichaamsdelen
Het 3D-geprinte oor van de Mexicaanse is nog maar de eerste fase van meerdere klinische proeven met maximaal 11 vergelijkbare operaties.
Die moeten uitwijzen of dergelijke ingrepen zowel cosmetische als praktische toepassingen hebben, ofwel een normaler uiterlijk en een beter gehoor.
Na het succes van de operatie zegt 3DBio Therapeutics ambities te hebben om ook andere lichaamsdelen te printen, zoals neuzen en schoudergewrichten – en op den duur ook vitale organen.
Inwendige organen zijn echter veel complexer om met 3D-printers na te maken dan oren en neuzen, die niet echt vitaal zijn en ook niet dezelfde bloedtoevoer nodig hebben als organen.
Onbeperkte mogelijkheden
De laatste jaren wordt er echter gewerkt aan diverse medische innovaties die hoop bieden op spoedige doorbraken voor alternatieve lichaamsdelen.
Zo werd in januari bij een 57-jarige Amerikaan een genetisch gemodificeerd varkenshart geïmplanteerd toen een gewone harttransplantatie en een hart-longmachine geen uitkomst meer boden. Hoewel hij de eerste kritieke fase overleefde, stierf hij twee maanden na de operatie alsnog.
Het Amerikaanse National Heart, Lung and Blood Institute werkt ook al enkele jaren aan het 3D-printen van een long – beschouwd als het meest complexe orgaan om na te maken – maar zonder een grote doorbraak.
Daarentegen zijn onderzoekers van het Israëlische Technion er begin dit jaar in geslaagd een netwerk van 3D-geprinte bloedvaten te maken.
Hoewel nog in een vroeg stadium, kan het Israëlische onderzoek de weg banen voor de toevoer van bloed naar geïmplanteerde organen – en zo de kans op succesvolle transplantaties vergroten.