Aan wie danken we stroom?
In 1880 nam de Amerikaanse uitvinder Thomas A. Edison patent op de gloeilamp, die al snel hét symbool van elektrische stroom werd. De stroom zelf vond hij natuurlijk niet uit, maar hij was een pionier op het gebied van stroom en bouwde ook de eerste elektriciteitscentrale.

Thomas A. Edison (1847-1931) met zijn gloeilamp.
Sindsdien zijn de ontwikkelingen snel gegaan, en vandaag de dag kunnen we ons nauwelijks meer een leven zonder stroom voorstellen. Wasmachines, smartphones en steeds meer auto's – allemaal werken ze op stroom.
Welke soorten stroom zijn er?
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten stroom: wisselstroom en gelijkstroom.
Wisselstroom komt uit onze stopcontacten. Hij wordt opgewekt door turbines in elektriciteitscentrales en verandert met een bepaalde frequentie van richting, meestal 50 of 60 hertz. Daarom noemen we het wisselstroom.
Gelijkstroom, die bijvoorbeeld geleverd wordt door batterijen en zonnecellen, loopt maar één kant op.

Generatoren in een elektriciteitscentrale die wisselstroom opwekken.
Generatoren in een elektriciteitscentrale die wisselstroom opwekken.
Wat is stroom?
Als je op atomair niveau naar een koperen stroomkabel kijkt, zul je zien dat elektrische stroom bestaat uit losgerukte elektronen die door het snoer van het ene naar het andere koperatoom springen.
Elektronen dragen de energie die je smartphone nodig heeft om bijvoorbeeld het scherm te verlichten of te bellen.
De elektronen stromen uit de batterij van de smartphone. De batterij werkt in feite als een kleine, chemische energiecentrale, die elektronen vrijgeeft maar voorkomt dat ze dwars door de batterij stromen.
Daarom worden de elektronen gedwongen om door het elektrische circuit van de smartphone te stromen, waar ze het apparaat van energie voorzien.
Je kunt dit vergelijken met water dat uit een watertoren stroomt en over een netwerk van leidingen verdeeld wordt. De grootte van de elektrische stroom is vergelijkbaar met de hoeveelheid water die op een bepaald moment een bepaalde plaats in het leidingenstelsel passeert. De eenheid van stroom is de ampère, genoemd naar de Franse natuurkundige André-Marie Ampère.
Wat is stroomsterkte?
De stroomsterkte die in ampère uitgedrukt wordt, geeft het aantal elektronen weer dat op een bepaald moment een bepaalde plaats van de leiding passeert.
Voor een stroomsterkte van slechts 1 ampère is een stortvloed aan elektronen nodig: maar liefst 6,2 x 1018. De meeste moderne smartphones worden opgeladen met 1 ampère.
In het brein heerst elektrische chaos
Stroom wordt echter niet alleen door elektrische apparaten gebruikt.
Terwijl je dit artikel leest, schieten er allerlei elektrische impulsen door je hersenen en je lichaam. Het menselijk brein en zenuwstelsel bestaan uit miljarden neuronen of zenuwcellen, die allerlei processen aansturen, bijvoorbeeld je gezichtsvermogen, tastzin, geheugen en de activering van je spieren.
De neuronen 'praten' met elkaar door elkaar razendsnel kleine elektrische impulsen te sturen. De wetenschap weet nu redelijk goed hoe een neuron werkt, maar op welke manier deze chaos van elektrische impulsen ons vermogen om te denken en te voelen aanstuurt, is nog niet helemaal duidelijk.

De neuronen in je brein maken deel uit van een ingewikkeld netwerk, waarin elektrische impulsen worden overgedragen.
De neuronen in je brein maken deel uit van een ingewikkeld netwerk, waarin elektrische impulsen worden overgedragen.