Gigantische vondst diep in de aarde is 4 keer zo hoog als de Mount Everest

Restanten van de oude zeebodem hebben zich diep in de aarde opgehoopt, waardoor enorme bergtoppen zijn ontstaan.

Globe1

De kolossale bergen zijn gevormd in het gebied tussen de binnenkern van de aarde en de omringende mantel.

© Shutterstock

2900 kilometer onder je voeten ontmoet de rotsmantel van de aarde de metalen kern.

En precies daar, in 3700 °C hitte, hebben wetenschappers een opmerkelijke vondst gedaan.

Op de grens tussen aardmantel en aardkern liggen gigantische bergen, waar de Himalaya bij verbleekt.

Om je een idee te geven van de hoogte van deze bergen: de Mount Everest is circa 8,8 kilometer hoog vanaf zeeniveau, terwijl de ondergrondse bergen naar schatting ruim 38 kilometer hoog kunnen zijn.

‘De dikte van het materiaal varieert van enkele kilometers tot meer dan 30 kilometer. Dit duidt erop dat we bergen zien die op sommige plaatsen wel vier keer zo hoog zijn als de Mount Everest,’ aldus Edward Garnero, coauteur en hoogleraar geofysica aan de Arizona State University.

Diep onder de Zuidpool

De enorme bergen liggen onder Antarctica, waar een team van de universiteit van Alabama en de Arizona State University sinds 2015 continu seismologische metingen volgt van apparatuur die in het ijs is opgesteld.

De metingen hebben seismische golven opgevangen van aardbevingen uit de hele wereld en die kunnen worden gebruikt om de echo’s van geluidsgolven op de grens tussen de aardkern en de aardmantel te bestuderen.

Toen de onderzoekers onlangs seismische golven bekeken die door 25 aardbevingen werden opgewekt, ontdekten ze dat de golven vertraagden door oneffenheden op de grens tussen aardkern en aardmantel.

Deze oneffenheden hebben kunnen ontstaan doordat basalt zich heeft opgehoopt met sedimenten van oceaanbodems, wat heeft geleid tot ongekend hoge bergen diep in de aarde.

Ontstaan door tektonische platen

Volgens de onderzoekers zijn de bergformaties ontstaan toen oude oceaankorsten richting het hart van de aarde werden geduwd en naar de grens tussen kern en mantel zonken.

Deze breidden zich vervolgens langzaam uit en vormden een reeks structuren: de bergen van basalt en sedimenten.

Volgens de wetenschappers kunnen deze ondergrondse bergen een grote invloed hebben op de verspreiding van warmte van de aardkern naar het oppervlak.